Bij wijze van inleiding
Een woord van Dr. HUGO VERRIEST over Gijssels' Kinderliederen, door de Koninklijke Vlaamsche Academie met goud bekroond, en mede in dezen bundel opgenomen.
‘Met Dr. KAREL DE GHELDERE wille ik schrijven: “Een heldere klaarheid, een glinsterend licht doorstraalt deze liederen die tintelen van leven”.
Ik voege er nog bij: Die liederen van den Dichter zingen uit zijn hert.
Die liederen zingen in zijn woord.
Die liederen kunnen het lied worden van een volk, en den schat verrijken van zijne kunst.
Zoo roeren in zijne verzameling de drie vereischte vedelen:
De vedel die spelen moet in den Dichter.
De vedel die spelen moet buiten den Dichter in zijn vrij bestaande woord en vers.
De vedel die spelen moet in het luisterend, leerend en genietend volk.
Geen een van de dichters die naar den prijs dongen komt hem bij. Geen een heeft zijn adem, geen een zijn vers, geen een zijn gebaar.
Het zijn de liederen van een Dichter.
Zij zingen!’
De uitgever.