Der Griecxser princerssen, ende jonckvrouwen clachtige sendtbrieven, Heroidum epistolae ghenaemt(1559)–Cornelis van Ghistele– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio 80r] [fol. 80r] Hier beghint de antvvoorde, die Machareus scrijft tot Canace. Ghemaect door den Translateur. GHeen ghesontheyt en can ick v ghewenschen O Eolus dochtere, sustere en lief ghetrouwe Die donsalichste van alle menschen Gheworden zijt in tsweerelts landouwe. Also uwen brief melt die ick met inwendighen rouwe Hebbe ghelesen, en met hertsweerich verdriet: VVant hy met uwen bloede, soo ick noch aenschouwe, Besprenckelt was (wee hem die sulck werck riet.) O Venus noyt en isser duer v bedrijf geschiet Onnooselder stuck, noch wreeder liefde en brande Tusschen de ghene (verstaget bediet) Die tot hueren daghen comen waren als de valiande, Als tusschen suster en broeder, tfy v de schande Dat ghy ionghe simpel herten soo hebt onsteken Die niet en kenden doneerbaer liefden treken. [Folio 80v] [fol. 80v] Daerom al ist dat ick schrijue desen brief Tot eenre die sulcks niet en can lesen: En berooft van dleuen is met smertelijck grief. En niet vertroost hier duere en can wesen: Aen v Venus die oorsake zijt van desen Doe ick mijn clachte, met mistroostighe sinnen: Heeft Cupido v kint ghepresen Eere, en prijs hier duere willen ghewinnen Duerschietende met sinen vlammigen stael der minnẽ, De sulcke die tot uwen dienst waren onbequame? VVildy hierom zijn een Princersse van alle goddinnẽ? Heeft Paris hierom v als de lofsame Bouen Iuno gepresen, die groot was van name Om v schoonheyt, die menighen lettelijck is, Hi heeft leelijcke schoonheyt, wiens daet smettelijc is. O vader hoe waerdy so wreet van conditien Dat ghy baerde (o druckich vermaen) Ouer de simpele alsulcke malitien Om datse onnooselijck metter liefden waren beuaen. Iuppiter selue wient al is onderdaen En die alle quaet straft met zijnen blixem coen, En heeft de liefde niet connen wederstaen, En dickwils geweest is in Cupidoes lammoen. Hoe veel te min can hy dan misdoen Die goet noch quaet en weet, cleyn van prijse? O vader en hebdy sulcks niet connen beuroen? Soo muechdy wel slachten de onwijse En stuerder zijn dan Boreas die na v ghijse Ist rijp ist groen can brengen int verseeren, Die met den boosen handelt moet boosheyt leeren. [Folio 81r] [fol. 81r] Hierom mach ick wel seggen, met grammen toren Dwelck somtijts warachtich wort gepropheteert, Tis quaet, in een quaet lant te zijne geboren, En wee den kinde dwelck is gegenereert Van eenen vadere, die niet dan boosheyt en vseert, En die tot alder wreetheyt is gheinclineert. Van eenen quaden boom stuer van mijnen En connen gheen vruchten hoe goet gheestimeert Te vollen gherijpen, wy dickwils bevijnen: Soo oock vadere, moeten nu verdwijnen V teer vruchten duer v wreetheyt ongenadich Al ist dat henlien wercken schijnen Onbehoorlijck, en zijn kinderen misdadich, Ghy waert schuldich haer met sinnen beradich Saecht te castijene, en soo tot duechden mennen Met soeticheyt moetmẽ de ionckheyt tquaet ontwennen. O Canace mijn weerde sustere Of ghy mijnen brief mocht nu lesen bloot Onser beyder herte sou zijn te gherustere: En te huechlijcker sou ick oock steruen de doot, Die my nakende is, want int tsweerelts conroot En can tghesichte, de locht niet aenschouwen, Dwelck bedwelmt is duer v bloet root Dwelck ick terstont kende int ontfouwen Van uwen brieue, dwelck de flouwen Tghesichte, memorie, verstant en sinnen: Soo dat dleuen is mijnder herten een benouwen. Gheen solaes en sal ick connen ghewinnen In tsweerelts eruen. mijn vruecht sal dinnen Soo lange, tot dat ick van de doot worde bestreden Dan sal mijnen geest eerst zijn te vreden. [Folio 81v] [fol. 81v] Ghy schrijft my dat ick met mijnen tranen V graf begieten sou, en met dolueren: Och sulcks en dorfdy my niet vermanen VVant met mijnen bloede sal sulcks ghebueren. VVs kints gebeenten sal ick binnen corter vren Doen vergaren, en dan in v graf sluyten. Ia mijnen brief die mijn hertsweerich trueren Betoont, met mijn tranen die oueruloedich spuyten Op de letteren, en sal oock niet blijuen daer buyten. En daer na sal ick v volghen als de vrije VVant alsmen de waerheyt openlijck sal wten Hebbick so veel niet misdaen als ghije? Ist niet recht dan, dat ick oock sulcks lije Als ghy gheleden hebt dit mijn propoost is Ghelijcken rouwe den bedruckten eenen troost is. Hier eyndt dese Epistele. Vorige Volgende