Den hoonig-raat der psalm-dichten ofte Davids psalmen met d'andere lof-sangen
(1686)–Hendrik Ghijsen– Auteursrechtvrij
[Folio R5r]
| |
gy zijt van eeuwigheid.
Rivieren, Heer, verheffen haar gebruis;
Sy stooten aan, en loopen met gedruis.
3 Maar God, de Heer, om hoog, heeft grooter kracht
Dan 't bruisen van een groote waater-magt,
Ia dan 't geweld der grootste wilde zee,
Sijn schelden maakt haar baaren licht gedwee.
4 't Geen gy getuigt is seer getrouw, en sterk;
De heiligheid is cierlik aan uw kerk,
En in uw huis, Heer, 't waare pronk-cieraat,
Dat eeuwig daar in vollen luister staat.
|
|