Poëzie en proza
(2002)–Guido Gezelle– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 250]
| |
[Het water is een wonder ding]aant.Het water is een wonder ding
Een wonderding
Om hooren
't Kan de ooren
bekooren
Dat water is een wonderding
Het zingt het blinkt het klinkt
't Water dat van de daken loopt
De daken loopt
In beken
Die leken
En spreken
Dat water is zulk een wonderding
Het blinkt het klinkt het zingt
Het water dat in de beke vliet
De beke vliet
Zoo zachtjes
Vol lachjes
en klagtjes
Dat water is zulk een wonderding
Het klinkt het zingt het blinkt
Het water dat in den beker blinkt
Den beker blinkt
Den klaren
Den waren
Den raren
Dat water is zulk een wonderding
Bezonderlyk als m'et drinkt.
Roussel[aere] Vig. St. Laurentii a.d. 1860 |
|