Poëzie en proza
(2002)–Guido Gezelle– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 171]
| |
Maagdengroenaant.Virgineum decus. Niet lam en afgeleefd,
maar kroes en in zijn' kreuken,
zoo is het loof mij lief,
en 't groen, der groene beuken,
die in de zonne staan
en, hagewijs geleed,
de nieuwe pracht aandoen
nu van hun lentekleed.
Hoe zuiver is dat groen,
hoe nesch, hoe ongenaakt,
met vluggen dons bezet,
die 't nog veel schoonder maakt!
Dit heete ik maagdengroen,
en mochte 't, lang nadezen,
zoo maagdelijk als nu,
van webbe en verwen, wezen!
Doch neen: 't onedel stof,
hierboven onbekend,
geschonden hebben zal 't,
eer nog de zomer endt!
8/2/'97. |
|