Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 't schip zit vast Wat nu gedaan, het schip zit vast, door winden ende orkanen en kan 't niet meer, met zeil en mast, zijn snellen zeeweg banen. Vergeefs is nu zijn boeg zoo scherp, zoo slank zijn kiel gebouwen, vergeefs is 't eertijds van de werp met blijd' hourah getouwen. Vergeefs en al om niet gezwoegd des zeemans eeltig' handen. Het schip zit vast, alonder vast, de grond houdt het gebonden, en 't wegen van den zwaren last heeft zijne vlucht geschonden. Licht op, o mensch, en vlug gespreid omhoogwaard al uw trachten, [pagina 734] [p. 734] de grond trekt aan uw' zwarigheid, en kreupelt uwe krachten; de grond trekt aan, betrouwt hem niet, stiert hemelwaard in 't varen; dan vlucht uw kiel, uw' snelle ziel snel volgend, de gevaren. 1870(?) Vorige Volgende