Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [o Jesu, zon vol liefdengloede] o Jesu, zon vol liefdengloede, die 't menschdom hebt gered van alle zondesmet en afgewasschen in den bloede, dat uit Uw hert gebenedijd bij stroomen heeft ter neêr gezonken op de aarde, die verblijd heeft 't Godlijk vocht gedronken; o Jesu, men verstaat U niet hier op de wereld, en 't is, eilaas, mij ook geschied, mij, dien Gij mild bepereld en minzaam hebt besproeid met d'hemeldauw, die vloeit uit Uw beminnend, blakend herte, dat troost verschaft in zure smerte en kloekte stort in elke ziel die waggelde of ter neder viel, ofte onder 't pijnlijk drukken van 's levens last moest bukken! [pagina 733] [p. 733] Eilaas, mij is 't geschied van Uwe weldaân te verachten, en, schamel kranke riet, op eigen staal en eigen krachten te steunen, als 't onweêr kwam en kruin en stam en wortel fel deed dreunen! Vergeeft het mij, o Jesu zoet, noch eischt geen rekening van het bloed dat Gij op 't kruishout hebt vergoten en waarvan elke drop op den Calvarietop voor mijne ziel is neêrgevloten! ... 1870(?) Vorige Volgende