Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 726]
| |
Dan zou wellicht de baan,
de duistere baan des levens,
verlichten in den glans
van Hem die u bemint,
van Hem die naar u wacht,
van Jesus, dien gij tevens,
al waart gij nog zoo boos,
toch geren ziet, mijn kind.
(Aan Eug. Van Oye.)
13-7-'58/1887(?)
|
|