Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 654] [p. 654] Loofgebouw Noch groen en is noch geluw, dat nog onvolworden lenteblad, terwijl April te Meie gaat, dat schielijk op de boomen staat. Men ziet erdeure, als deur een glas, dat verwig is, en 't loofgewas zoo enkel en zoo ijdel in de lucht is als een goudgespin. Een aksternest zit, boven op den achtkante, in den hoogen top des hoogen booms gebouwd. Hij zal, eer morgen hier is, groen zijn al. Nu zie 'k hem nog, die zwart en zwaar bewolkt de hooge toppen, daar; eer morgen hier is, heel, voortaan, zal nest en al in groen vergaan. Hoe heerlijk is mij altemaal dat onvolworden boomgepraal: elk houtgewas één wondernis van boven tot beneden is! 30-4-'97 Vorige Volgende