Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Bast van murwe wijngaardbezen Bast van murwe wijngaardbezen kan alleen de weêrga wezen van de zachte en zuivere hand, die mijn hert' heeft overmand. Straffe mocht en boet' Hij vergen, maar Hij wou mijn' boosheid bergen, mijn' verwaandheid, ongeboet, in Zijn dierbaar blusschend Bloed. Hebbe dan mijn herte en houd' Hij 't, duizendmaal vermenigvoud' Hij 't in Zijn' liefde; en laat' Hij 't, ... mijn ...? Neen, voor eeuwig 't Zijne zijn! (1858-59) 5-2-'94 Vorige Volgende