Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 544] [p. 544] Spaman Voorover, naar den grond gegroeid, die haast hem hebben zal, traag- traagskens met zijn' spade spoeit en delft, in 't diepe dal, de moegemoeide, ontmergde man, die schaars zijn hoofd nog heffen kan. Hij werkt nochtans, en delft en doet zijn beste, tot der dood, die wacht naar hem en elders spoedt, tot dat in heuren schoot hij vallen zal, en willekom bij God zijn, recht en sterk weerom. o Sterkheid, die, veel sterker als de dood, op God betrouwt; die stadig ook dien slavenhals zijne eigen woonsteê bouwt, daar, vrij en blij hij wezen zal bij U, o hope en troost van al! 21-22-4-'97. Vorige Volgende