Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 532] [p. 532] Nu of nooit 't Viel water nu genoeg, of nooit! De wolkenschepen dragen hun lijnwaad al ten toppen uit, die hier gewinterd lagen, den al te langen regentijd: vandage gaan zij varen en vluchten vóór den westerwind, die rotelt in de blâren. 't Is nat alom: de zoden zijn doordronken; al de paden zijn modder, moze en vuiligheid geworden; overladen is 't loof, dat op de boomen zit en weent; de daken leken, het stroomt alhier, aldaar; het schuimt, het schommelt in de beken, die spoeiende, om ontlast te zijn, door dik en dunne varen, door weg en aweg, roekeloos, alsof het menschen waren, die dronken zijn! Toch helder wordt de locht, de vogels piepen, en groeten blij de aanschouwbaarheid der breede hemelstriepen, die ... Tenden is 't, en moegebrield, 't is alles uitgedropen: laat vrij, - nu zijn de wolken weg! - vandage ons daglicht hopen! 31-7-'95. Vorige Volgende