Groeningeveld
‘o Magali, ma tant amado ....’ Mistral, Mireio, cant. III.
Groeningeveld, waar zijn de dagen,
als in uw gras, als in uw zand,
steunende op God, de legers lagen,
die vochten vrij ons Vaderland?
Laat op dat veld, in onze hand,
en leve, vrij van schade en schand,
Groeningeveld, daar blommen bloeien,
daar kooren wast nu, overal,
daar gaan wij, vrij van vreemde boeien:
wie die het ons verbieden zal?
Laat op dat veld, in onze hand,
veerdig, en vrij van allen band,
Groeningeveld, uit alle velden
het heerlijkste, dat zonne groet;
daar 't Vlaamsche Volk zijn' Vlaamsche helden,
bij 't Vlaamsche lied, herleven doet!
Laat op dat veld, in onze hand,
wekkende, aan Leye- en Scheldekant,
Groeningeveld! o Kortrijksche aarde,
vruchtbaar, en vrij van vreemd gewas,
spare u de hand die eens u spaarde:
weêr zij ons Volk zoo 't eertijds was!
Laat op dat veld, in onze hand,
en houde vrij den ouden trant
| |