Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 329] [p. 329] Adoro Te 'k Aanbidde U, groote God, onschrijfbaar, onbeschreven, en onbegrijpelijk, 't en zij alleen van U, die al dat was, dat is, dat zijn zal, even begrijpelijk omvat. Mij al te kleen bekenne ik, om iets meer als enkel schaduw van uw groot licht te zien; maar, zie ik niet, ik rade U aan 't werk dat Gij gedacht, gewild hebt en gedaan, aan 't Godlijk speur, daar Gij zijt in voorbijgegaan. 9-10-1896. Vorige Volgende