Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [Willens, nillens, vare ik verder] Willens, nillens, vare ik verder langs de ruwe levensbaan, en ik zie den goeden Herder, ach zoo ver, mij voorengaan, met Zijn kruis en met Zijn kroone, die mij zegt: ‘Komt volgt mij na, dat den ingang Ik u toone, dat Ik met u binnenga!’ Helpt mij, helpt mij! Hoeveel stappen, eer ik stel, den laatsten keer, op de laatste wereldtrappen mijnen laatsten voet, o Heer; eer het daagt en eer het dag wordt, eer Uw' hand mij binnenlaat, eer Uw kruis den laatsten slag hort, en de deur mij openslaat? 1890(?) [pagina 305] [p. 305] Ik heb zoo lang, zoo erre gegaan, gezocht en niet gevonden; ik ben, eilaas, te verre gegaan, en 't onspeur ingeblonden! En had daar niet uw' sterre gestaan, Maria, eer veel stonden, zoo bleef ik in de werre, in den waan en in de dood verslonden! 1871(?) Vorige Volgende