Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [Renatus, in Francisci namen] Renatus, in Francisci namen, voor Christi standaard, zonder schamen, vandage ontluikt den dieren eed van rein, gehoorzaam, arm te leven, van u geheel aan God te geven, aan Christi kruis, aan Christi kleed! Daar waar Hij gaat, daar volgt Hem mede; daar waar Hij staat is 't uwe stede, is 't uwe steenrots: houdt u sterk, o Capucijn; die, spijts de wereld, zelfs hedendaags nog, bovensperelt: een diamant, in Christi Kerk! Uw vader heeft den strijd begonnen, uw Vader heeft den strijd gewonnen, God hielp hem: zijne kinderen zal, op God gesteund, Franciscus helpen, voor 't scheuren van de wreede welpen, in Daniëls duisteren leeuwenstal! Juni 1886 [pagina 287] [p. 287] Niet zwart, niet wild, niet woest genoeg, om u doen af te wijken, en was 't Mogolsch, het Moorenland, noch 't midden van Afriken! Waar menschen, waar Gods kinderen zijn, waar zielen vrij te kampen, daar vliegt uw hert, uw' schreden vóór, door lijf- en levensrampen. Gods kind zijt gij, Gods Priester, en Gods zendeling: vaart henen; en, waar gij landt, zij licht met u, zij levend licht verschenen! Dan, mag de kroon der Martelaars uw reikend hand niet halen, toch eeuwig zult ge, in 't sterrenheer, als Leeraar zegepralen! God zeide 't, en die 't al verliet om God, zal, Gods beloven betrouwende, spijts al dat viel, onvelbaar blijven boven. 20-11-1887 Vorige Volgende