Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende ['t Is stille. Rustig ligt] 't Is stille. Rustig ligt en slaapt het altemaal, dat leute en leven was, dat locht- en vogeltaal. Geen windeken en waakt: november houdt den staf, en stelpt dat wekken mocht het eindloos duister graf des aardrijks. Ongebaand en dood zijn weg en straat; de voet alleen verwekt, en 't stappen van die gaat, een doof gerucht in 't loof, dat, afgevallen, plekt den grond, dien 't in een' spree van doodsche varwen dekt. 't Is stille. Gij alleen, o vlugge en vlijtig ding, dat, langs den natten tak geklaverd, uw gepink laat hooren, fijn en snel, ge ontsnapt en snetst alom: ‘Ik leef nog: piep! Ik leef, spijts 's winters winterdom!’ 14-11-1890 Vorige Volgende