Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [Geboren, in de Nazarethsche dellinge] Nativitas est hodie B.M.V. Geboren, in de Nazarethsche dellinge, vandage is zij, die Satans vendelvellinge zien storten heeft beneden haren voet, verwonnen door haar kindeke en geboet. Geboren is, te Nazareth, de ontvangene heel zondeloos; de maagdelijk omhangene met 't lelieblank, oorspronkelijk gewaad, dat dere en had noch deel in Adams kwaad. [pagina 224] [p. 224] Geboren is op heden Anna's minnelijk, en Joachims kleen dochterke, onverwinnelijk; verwacht zoo langen tijd en naar gebeid, beloofd zoo menige eeuwen en voorzeid. Geboren is op heden 't eerste schemelen des dageraads, die boorend dóór de hemelen, de zonne kwam verkonden en de pracht, die 't duistere zou verdrijven van den nacht. Geboren is de stengel van dat blommeken, op heden, in wiens al te zuiver kommeken de dauw eens uit den hemel is gestremd, de perel die onz' schulden heeft gedempt. Geboren is dat bietjen overzoetelijk, dat honing droeg en bate in 't onuitboetelijk gekwets, dat, door den vijand eens gestraald, door Jesus wierd gebeterd en betaald. Geboren in een dorpke, dat daar verre ligt in 't land van Galileien, is dat sterrelicht, dat wijzen zal de haven en de ree aan 't moegedoolde menschdom, op de zee. Geboren en gewonden in zijn' windekens, op heden, is het heiligste aller kindekens; geweerd Hem, Die het schiep en Dien het zal ontvangen eens, en baren in den stal. o Nazareth, vernepen en onachtelijk weleer, nu is de luister onversmachtelijk, en de eere van den name dien gij draagt: geboortestad van de onbevlekte maagd! 1887(?) Vorige Volgende