Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [o Gustaf, wistet gij] o Gustaf, wistet gij welk wonder u geschied is, wanneer gij, broeder lief, den eersten keer van al, gij, zijnde 't geen dat niet, veel eer als 't geen dat iet is, genut hebt Hem die is, en eeuwig wezen zal! o Blijft, na dezen dag, de dagen al uws levens, getrouw aan Hem alleen, die in uw herte weunt; en, komt u immer, waar' 't met duizend schatten gevens, bekoren een, weêrstaat, op Hem alleen gesteund! April 1881 Vorige Volgende