Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] [Het ruwrijmt, het brimmelt] Het ruwrijmt, het brimmelt, en 's winters geweld heeft varings al 't hout in zijn' schoonheid hersteld. Het stond daar en treuren, van alles ontbloot; vol deernisse, och arme, en een beeld van de dood! Nog maanden en dagen zal 't lijen eer 't alom weêr licht is en leven, en blad hier, en blom. ‘'t En zal,’ zei de Winter, ‘'t en zal,’ en zoo zaan is houtwaards hij ijskoud aan 't asemen gegaan. Het hout wordt te bloeien en 't blinkt, zoo medeen, vol heerlijke blommen, vol edel gesteen. Geen takske, geen tuitje, geen spinnekopnet, of dikke is 't met baarden en burstels bezet. Met baarden en burstels, zoo licht en zoo snel, 't en groeit op geen lammeren zulk witwollig vel. [pagina 50] [p. 50] 't En zwemmen geen' zwanen zoo helder van vacht, als 't hout daar de ruwrijm op rustte eenen nacht. Met elsens van ijs al hun' toppen getooid gescherpt staan de hulsten, veel schoonder als ooit. Zijn' boorden beruwrijmd, is 't ijfteblad eer een' blomme als een blad nu, geen ijfteblad meer. 't Gestreuvelde sperhoofd, wel tien jaar veroud, en gister nog zwart, is nu peper en zout. De stilstaande boomen zijn, witter als wasch, verwenscht en veranderd in boomen van glas. Vol sprieten van boven, gevlerkt en gevlugd, die wijzen, lijk vingers, omhooge in de lucht. Besponnen van onder vol netten, die, fijn, van 't een hout in 't ander gespellewerkt zijn. [pagina 51] [p. 51] Zoo versch ligt de ruwrijm, zoo helder, als ooit viel, versch uit den hemel, eens manna gestrooid. Zoo lief ligt de ruwrijm op 't gers, dat die moet verzetten, voorzichtig verzet zijnen voet. Krystalen woestijne, vol wonderen, vergunt me eene ure uw genot nog: och arme, ge en kunt! De zonne is gerezen, de wreede, zij velt omleege al uw' schoonheid, o wintersch geweld! De boomen, ze treuren, van alles ontbloot: een' boodschap, och arme, en een beeld van de dood! En dagen en maanden zal 't lijden weêrom, eer 't leven en licht is en blad hier, en blom! 1888-1889(?) Vorige Volgende