Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] [Weêrom licht en vier gesteken] Weêrom licht en vier gesteken, blank en blij: dat het, spijts de donkere weken, helder zij! Komt de zon late uitgerezen, slaapt zij lang, laat ons op en wakker wezen: aan den gang! Dapper dult en danst, in de oude schouwe, 't vier; en ... gij booze winterkoude, vaart van hier! Spoeit! Den moor te viere, veerdig maar gestookt: 't vroegmaal zij den wakkeren weerdig, als hij kookt. Edel vocht! De zinnen sterken zal 't, wellicht; en in 't brein twee wonderen werken: vier en licht! (1890?) Vorige Volgende