Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 361] [p. 361] CXC Clothilde Desmet 26 April 1899 Zij was een' zulke, dat ik niet en weet hoe iets te zeggen, dat waarlijk half bekwaam is om de waarheid uit te leggen van 't geen' zij ons, in 't leven, was, eilaas, geen' lange tijden: een' hemelgave, een deelgenoot in blijdschap en in lijden! Veeleer gezwegen dient er en voortaan, in rust en vrede, gelaten 't geen' zij was, alhier en 't geen' zij dacht of dede. Hij weet het best, die, God, van al dat goed is, weegt de weerde en recht doet over 't onrecht, dat gedaan wordt op der eerde. Hij weet het best, die nu, voor goed, heur zielken houdt geborgen, in Hem, bij Wien geen tijd en is, geen avond en geen morgen, maar eeuwigheid, al eeuwigheid van welzijn zonder maten. o Mocht hetgeen gij, Kind, geniet uwe ouders ook eens baten! Vorige Volgende