Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 359] [p. 359] CLXXXVIII Eerw. heer Jules Verschaeve 15 Februarij 1898 De man, dien God ons gaf, ons nam, van handen recht, van hert nog rechter, bleef, vijandloos, een zegevechter op al dat ooit hem tegenkwam. Geen arbeid, geen geweld van lijden en kon hem ooit het veld ontstrijden; maar, blijgezind, zoo voer hij voort, door niemand in zijn doen gestoord, door niemand ooit in iets verwonnen van 't geen hij had, om God, begonnen. Hij stierf alzoo hij leefde: recht van zin en ziele, in 't voorgevecht des Heeren. 's Konings kruis hem loonde, maar Christi kruis hij, sterk genoeg als ridder Christi, liever droeg, en 's Hemels loon zijn lijden kroonde. Hij rust nu. Beste vrienden al, wie is 't die 't hem ontjonnen zal dat God hem gaf? Wie zal 't hem rooven? Dat hij bestond, laat ons bestaan, daar hij ging, laat ons henengaan, den God getrouw, dien wij gelooven. Vorige Volgende