Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende CLXIX Emile J. Vandeputte 6 Oogst 1893 Gevrienden, laat mij gaan! Ik wilde Priester wezen, en werken eens, 't zij waar, 't zij hoe, mijn leven lang; maar Hij, die 't willen gaf, - Zijn' goedheid zij geprezen! - met 't willen reeds voldaan, jont mij den hemelgang! Gevrienden, wat en staat U, dapp'ren, niet te hopen, die strijden zult weleens, en lijden pijn en smert? U staan, dat zie ik al, des Heeren armen open, met meer als ééne kroon: ten einde toe, Volherdt! Vorige Volgende