Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende XCI Octavie S. de Vlaminck 31 Julij 1884 Zij gingen hand in hand, gevolgd van hunne kinderen, te kerk, te werk, voor God en mensch malkaar gelijk; en 't scheen dien blijden tronk geen storm en kon behinderen, geen ramp hem dere doen, als onvoorziens een lijk, een lijk ter aarde daalt, en man- en kindertranen den lof van Moeder doen weêrspiegelen in hun wee, die, onvermoeibaar eens, den voorweg plag te banen, en 't schip te helpen door de booze wereldzee! Zij stierf! Zij laat ons na geen schat dien menschen rooven, geen goud, dat kostlijk is, maar veel meer weerden oest, maar veel meer weerden schat van goedewerkenschooven, dien God, in de eeuwigheid, beveiligt voor den roest. Vorige Volgende