Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 274]
| |
placht onze ziel te dragen,
met klank en stem,
tot vóór den throon van Gods aanbidlijkheid!
Geeft weer, o graf, geeft weer,
hetgeen wij biddend vragen:
geeft weer ons zijne kunst,
zijn hert: o, al dat hij
verhoopte, geeft het ons
en hem; en dat het zij,
door God, bevrijd voortaan, o dood, van uwe slagen!
|
|