Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 270]
| |
Zij zag heur' kindren eerlijk groeien,
en 't kind van kinde aanzijds heur bloeien;
en zocht geen rijkdoms wankelend goed:
zij zocht alleen dat 't vinden weerd is,
dat minst gezocht, dat minst begeerd is,
dat eeuwig wel en rijk zijn doet.
Dat zocht zij lange. Op 't laatst, gevonden,
weêrklonk het woord, en, losgebonden,
zoo sprong de ziele, kiste en graf
ontvlucht, heur' oude ketens af.
|
|