Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende LXXI Karel Const. Sanderville 16 November 1882 Soldaten, die, nog jong, terwijl 't kardatsen dondert, hun leven wagen, met 't moorddadig staal in d'hand, die heet men helden, die vereert men, en bewondert: voor eeuwig strekt hun naam tot eer van 't vaderland. Waarom? En, is 't verdiend, wie zal dan die vergeten, die brave vaders, die, voor vrouwe en kind, bereid te sterven dag en nacht, hunne arme brokken eten, niet wetend waar de Dood hen onvoorziens verwacht? 't Zijn helden dat: hun Vrouw, hun Kinders mogen toogen hun aanzicht onbeschaamd; en die ze bedelen liet, of weigerde, als hij kon, hun tranen af te droogen, verdiende, neen, den naam van mensch noch christen niet! Vorige Volgende