Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 258]
| |
Veel beter is 't hem, maar eilaas, zij die blijven,
zij, Vader en Moeder, hun leven, hun bloed,
hun hoop, hunnen troost, al in de eerde zien driven...
die wonde, die diepe is 't, die 't meêlijen verzoet!
Dan, troost u, zijt Christnen: die 't kind heeft gegeven
is Meester van alles, en 't kind u vergoên,
dat wil en dat zal Hij: is Hij u gebleven,
wat kan u, die God nog hebt, wanhopen doen?
Staat op, en ziet hemelwaards, pelgrims der aarde,
die werken en slaven moet, loon is nabij:
God leeft nog, God waakt nog; die niemand en spaarde,
de Dood zal eens dood zijn, en leven zult gij!
|
|