Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende LVIII Helena Naert 15 Julij 1881 Eilaas, eilaas, ze zijn zoo dwaas die, van hun jongste dagen, voor de eeuwigheid, die elk verbeidt, in tijds geen zorge en dragen! Ik stierf, al was ik wel te pas en op geen dood aan 't peizen, en, onverwacht, het minst gedacht en hadde om weg te reizen! Niet el en kan 't gevolg daarvan voor mijne ziel nu baten, 't en zij dat ik geen oogenblik en hebbe ooit God verlaten. [pagina 253] [p. 253] God weet dat, Hij die stierf voor mij, en, stervend, heeft verworven dat ik met al niet vreezen zal, hoe haastig ook gestorven. Vorige Volgende