Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 251]
| |
Los en vrij dat wierd ik heden,
en al 't gene ik meest ontzag,
't gaf mij, oud en stram van leden,
weêr den jong- en vrijen dag.
Al die sterven zult, onthoudt het:
't leven is een blijde baan
maar voor hem, die altijd houdt het
sterven in zijn oogwit staan.
Leeft en leert dus allen sterven,
gij die groot zijt en die kleen;
gij die 't waar geluk wilt erven,
'k wete 't, daar en is maar één!
Dat zult gij ook zelve eerst weten
en genieten, zoo 'k betrouw,
als gij vrij zult van de keten
zijn daar ik ben, vriend en vrouw!
|
|