Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 238] [p. 238] XXXVIII Pauline Pharailde de Meere 3 September 1878 Ik heb mijn Heer en God gebeden, in 't midden van mijn hert; 'k en kende 's werelds ijdelheden noch 's werelds smert. Ik langde om hooger staat te leven, en God, daarmeê voldaan, heeft 't hoogste mij van al gegeven en toegestaan. Vaartwel, die mij gekend hebt, allen, rondom Maria's voet; en die door 's werelds ongevallen nog reizen moet. God geve aan die mijne ouders waren, en die ik heb bemind, de rust, na lange of korte jaren, bij mij, hun kind! Dan zal de dood geen scheiden wezen, geen eeuwig scheiden, neen, maar ouders doen en kind, nadezen, weêrom bijeen! Vorige Volgende