Werken. Deel 6(1908)–Julius de Geyter– Auteursrecht onbekendOnuitgegeven en verspreide gedichten; Mijne levenswarande; Bloemen op een graf II Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] Lief meisje, wilt gij rozen? Lief meisje wilt gij rozen? Mijn tuin is frisch en groen. Pluk af, pluk af die blozen Zooals uw wangen doen Vergeet-mij-nietjes lonken; Viooltjes zijn zoo trouw..... - Kom, laat een tuiltje pronken Waar ik wel pronken wou. Mijn bergen zijn vol druiven; Mijn boomen zwaar van 't ooft; Kom, laat ze frischheid wuiven, Met geuren om uw hoofd. Op 't grasplein aan mijn zijde, Drink mee den koelen wijn..... De vooglen zijn zoo blijde; Laat ons ook blijde zijn! Lief meisje laat ons varen: Het water is zoo zoel; Kom wieglen op de baren: Wij zijn zoo vol gevoel. De nacht zal ons beschermen; Geen oog zal ons bespiên..... Lig koozend in mijn armen; De sterren mogen 't zien! Vorige Volgende