Werken. Deel 6
(1908)–Julius de Geyter– Auteursrecht onbekendOnuitgegeven en verspreide gedichten; Mijne levenswarande; Bloemen op een graf II
Het bedrogen meisjeDenk niet aan mij, wanneer gij joelt en lacht,
Met vrienden slempt, die God u niet verleende:
Uw hart zij rustig, rustig dag en nacht:
Het booze toeval toone u onverwacht
Mijn aanzicht niet, - het natgeweende!
Denk niet aan mij bij 't zinken in den arm
Der vrouw, die zich voor God met u vereende:
Zacht zij haar borst; slaap zalig in en warm;
Rijze in uw droom met knarsing en gekerm
Mijn aanzicht niet, - het natgeweende!
Maar denk aan mij bij 't wenken van de Dood.
Verhoede uw kind dat uw gemoed versteende.....
Breekt zweet u uit, en krimpt uw hart van nood,
Aanschouw haar dan, die u vergeving bood:
Zij bidt voor u, - de natgeweende!Ga naar voetnoot(1)
|
|