Ve Tafereel
Op het balkon van 't paleis. Men ziet door de troonzaal heen, het balkon, daarop de Koningin met de Kroonprinses rechts, Bertha links, en achter haar al de eeredames van 't Hof Rijke kleeding. Het geheele tooneel zoo prachtig als men het maken kan. De vlag des rijks waait boven de Koningin.
Onder het balkon, het paleis uit, komt de Koning met den Kroonprins en van 't Laar te paerd het plein opgereden, gevolgd van zijn staf. Al de ruiters in groot uniform. Ze rijden het plein over, keeren om, groeten met den degen de dames op het balkon, komen terug en nemen plaats om de troepen voorbij te zien trekken.
Rechts en links van het groote balkon ziet men kleinere balkons, waarop hofbeambten, ministers, staatsgrooten.
Van den optocht hoeft men weinig te zien; doch hij moet wezenlijk schijnen, ernstig zijn en diepen indruk maken. Krijgsmuziek speelt immer door, 'tzij in den optocht, dichter of verder, 'tzij staande onder 't balkon.
Eensklaps, van 't balkon rechts, komen vóór op het tooneel, met driftig gebaar en glanzende oogen, de Staatsministers A, B en C.
Hoe schoon, vriend! Het is of thans
Het hart hier klopt des heelen lands.
Hier klopt het ook. Het ruim trilt,
Van wat het volk daar wilt en gilt.