Joncfrou Kateline
(Weduwe van Jacob van Artevelde)
Getoonzet door Peter Benoit
Opgedragen aan Mevrouw Valentine de Give-le Delier
Voor het eerst uitgevoerd te Brussel, in het Théâtre de l'Alhambra, op 4 Mei 1879, door Mevrouw Valentine de Give-le Delier, op een Nationaal Concert.
Nog bloedt de wonde, die zij sloegen in mijn hart;
Nog daaglijks bidt mijn kroost voor 't eeuwig heil zijns vaders;
Nog draagt het rouwkleedij, en ziet het bleek van smart;
En mij wordt hulp gevraagd, - mij hulp door zijn verraders!
O Jacob, Jacob, mijn gemaal,
Nog zie ik u in deze zaal
Neerstorten onder 't moordend staal;
U, Ruwaart, aan een koord nog door de straten sleuren,
Door 't grauw, door tijgers, u verscheuren;
En zij, zij vragen hulp - aan mij, o mijn gemaal!
.....................
God, die mij weg ziet treuren,
Zijt Gij dan van gerechtigheid beroofd,
Dat Gij uw bliksemvuur niet slingert op hun hoofd?
.....................
[pagina 102]
[p. 102]
Arme, arme Katelijne!
Uw jeugd was als de Mei vol zangen en gebloemt;
‘De Schoone’ werdt g' in 't land genoemd;
En hij, de Vroede Man, de waereld door beroemd,
Hij kwam tot mij, hij werd de mijne.....
Wat was hij koen, wat was hij schoon!
Een koninginne heeft een troon,
Maar om den hals geen arm beschermend als de zijne.
....................
Zijt Gij dan van gerechtigheid beroofd,
Dat Gij uw bliksemvuur niet slingert op hun hoofd?
....................
Maar.....
o mijn hart, gij moogt niet breken.
'k Hoor Roeland, Roeland spreken.....
Het is voor Vlaandren dat zij smeeken.....
Het is om Gent te wreken!
De vijand rukt weer aan, o Jacob! naar uw land.
Ik voel uw schimme mij omzweven:
'k Zal alles, alles geven!
Hier! hier! juweelenschat, geschonken door zijn hand:
Ons Vlaanderen in geen slavenband!
Mijn zoon, gij doopkind van een koning,
Draag vóór mij uit het zwaerd van 's lands gerecht,
Door hem geheiligd in 't gevecht.
Mijn dochtren, komt: uit Arteveldes woning,
Als uit de kleinste stulp,
Naar 't Raadhuis heen met hulp!
Ik zie uw vader wenken.....
Komt mede hulpe schenken.
Vergeet zijn moordenaars: hoort, hoort het torenbrons;
Komt mede, ook tot hèn: - zijn schimme leidt er ons!