Geschiedenis van de Nederlandse stam
(1948-1959)–P. Geyl– Auteursrecht onbekendP. Geyl, Geschiedenis van de Nederlandse stam (herziene uitgave). Wereldbibliotheek N.V., Amsterdam/Antwerpen 1948-1959 (drie delen)
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 231 B 7-9
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de drie delen van Geschiedenis van de Nederlandse stam van P. Geyl uit 1948-1959. De eerste twee delen zijn een herziene uitgave van de uitgave verschenen tussen 1930-1937.
redactionele ingrepen
Aan het begin van elk deel is tussen vierkante haken een kop toegevoegd.
Deel I, p. 19: kerk,. → kerk.: ‘... ten goede komen aan de grote instelling die de storm der tijden overleefd en veel schatten van het verleden voor later geborgen had, de Katholieke kerk.’
Deel I, p. 459: de nootverwijzing in de lopende tekst heeft in het origineel geen bijbehorende voetnoottekst. In deze digitale editie is de nootverwijzing verwijderd.
Deel I, p. 538: de errata zijn doorgevoerd in de lopende tekst. De opgave ervan is in dit colofon geplaatst.
Deel I, p. 552: tussen pagina 552 en 553 zit in het origineel een ingeschoten blad met ontbrekende tekst van pagina 552. Die tekst is in deze digitale editie ingevoegd in de lopende tekst.
Deel II, p. 10: een slecht leesbaar stukje tekst is door de redactie tussen vierkante haken geplaatst.
Deel II, p. 25: 1685 → 1658: ‘Nog in 1657 viel Mardijk en werd aan de Engelsen uitgeleverd. In 1658 begon de veldtocht ...’
Deel II, p. 251: voetnoot 2 heeft in het origineel per abuis voetnootnummer 1 gekregen aan de voet van de pagina. In deze digitale versie is dat verbeterd.
Deel II, p. 273: de nootverwijzing in de lopende tekst heeft in het origineel geen bijbehorende voetnoottekst. In deze digitale editie is de nootverwijzing verwijderd.
Deel II, p. 443: de errata zijn doorgevoerd in de lopende tekst. De opgave ervan is in dit colofon geplaatst
Deel III, p. 444: 1795) → 1795: ‘De inlijving, 1 okt. 1795’.
Deel III, p. 503: een slecht leesbaar stukje tekst is door de redactie vervangen door [...].
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (Deel I: p. 2, 4, 10, 533, 534 en 556; Deel II: p. I, 1, 431 en 432; Deel III: p. 6, 491, 492, 506 en 512) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel I]
[pagina 1]
GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE STAM
[pagina 3]
PROF. DR P. GEYL
GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE STAM
DEEL I (TOT 1648)
HERZIENE UITGAAF
WERELDBIBLIOTHEEK N.V.
AMSTERDAM - ANTWERPEN MCMXLVIII
[pagina 538]
ERRATA
De lezer gelieve de volgende verwijzingen aan de voet der bladzijden te verbeteren:
blz. 418: Blz. 105; | lees: Blz. 323. |
blz. 423: Blz. 12; | lees: Blz. 357. |
Blz. 42; | lees: Blz. 316. |
blz. 433: Zie deel I, 617; | lees: zie hiervóór, blz. 311 |
[pagina 545]
INHOUD
Voorrede | 5 | ||
Inleiding | 7 | ||
De Germaanse stammen | |||
Boek I | |||
1. | Volksverhuizing en kerstening | 11 | |
a. | Frankische nederzetting en verovering | 11 | |
Voor-Romeinse en Romeinse tijd | |||
Voor-Romeinse toestanden - De Romeinse verovering: 12 - Het Nederlandse delta-gebied stevig bezet en geromaniseerd - Gedeeltelijke doordringing van het Zuidelijker gebied: 13 - Het Germaanse gevaar - De Rijngrens opgegeven; vierde eeuw: 15. | |||
De Franken | |||
Organisatie; maatschappelijke ontwikkeling - Frankische kolonisatie: 358-±450: 16. | |||
Onder het Merovingische Koningschap | |||
Frankische koningen vermeesteren plaatsen in Romeins-Gallisch gebied - Clovis neemt de Romeinse traditie op - Verbreidt en bevestigt zijn macht over alle Franken: 18 - Het zwaartepunt der Frankische macht in Romaans land - Geen Frankische letterkunde: 19 - Begrenzing der Frankische macht naar het Noorden - De Friese macht: 20 - Vermenging met oudere bevolkingen - Ethnologische gegevens; rasverschillen binnen de Nederlandse stam; meer Oost tegen West, dan Noord tegen Zuid: 21. | |||
b. | Bekering en onderwerping van Friezen en Saksen | 22 | |
Bekering der Franken benoorden de taalgrens - St. Amandus, † 679; andere heiligen - Het Frankische land bezuiden de rivieren onder Romeinse bisdommen: 24 - ‘Friesland’, een arbeidsveld voor Angelsaksische zendelingen: 25 - Radbod - Willebrord ‘aartsbisschop der Friezen’ - Gregorius, Lebuinus, Ludger: 26 - Gewelddadige bekering der Friezen - Bonifacius en de bevestiging van het Utrechtse bisdom: 27 - Utrecht als haard van verfrankisching - Methoden der bekering - Ruwheid der Germaanse samenleving: 28 - Het Christendom past zich aan - Stelt toch een hogere standaard: 29 - Kloosters als middelpunten van hogere beschaving - Practische kennis van de geestelijken: 30 - De kerstening een invoering in de Latijnse beschavingskring. | |||
2. | Het Karolingische rijk en zijn ontbinding | 30 | |
a. | Het rijk van Karel de Grote | 30 | |
Karel de Grote's beschavingswerk - Karel en de Frankische taal en streken: 31 - Welvaart, handel: 33 - Bestuursmoeilijkheden; eigenmachtigheid van graven en bisschoppen. | |||
b. | De verdelingen van het rijk en de invallen der Noormannen | 35 | |
Het verdelingsverdrag van Verdun, 843:35 - Het rijk van Lotharius - Nieuwe grensregelingen, 855, 869, 876 - Rooftochten beginnen 830 - Noormannenleiders door de koningen met land beleend: 36 - De Karolingische staat en maatschappij bezwijken - Terugval in barbaarsheid: 37 - Kerkelijke herleving - Nieuwe machtsvorming; de feodaliteit: 38. | |||
De feodale versnippering | |||
Boek II | |||
1. | Zelfstandigheid tegenover de Duitse keizers | 39 | |
a. | Robbrecht de Fries in Holland en Vlaanderen | 39 | |
Onzeker vooruitzicht voor een ontwikkeling van Dietse zelfstandigheid - Investituurstrijd verzwakt de keizerlijke macht - Onhandelbaarheid der Neder-Lotharingische groten: 40 - De ‘graven in Friesland’ - Dirk III handhaaft zich tegen keizer en bisschop, 1018: 71 - Holland veroverd door de bisschop van Utrecht, 1061 - Robbrecht de Fries houdt stand voor zijn stiefzoon Dirk V: 42 - Gesteund door Robbrecht, nu graaf van Vlaanderen, herovert Dirk V Holland - Betekenis van deze gebeurtenissen - Robbrecht tegen Richildis van Henegouwen tot graaf van Vlaanderen verheven, 1070: 43 - Slag bij Kassel. | |||
b. | De ineenstorting van Neder-Lotharingen | 44 | |
Brabant en Limburg vechten om de hertogstitel - Vlaanderen, Holland, Brabant en Gelre - Een leiddraad door de feodale verwarring: 45 - Vlaanderen gaat voor in economische en culturele ontwikkeling: 46 - Vlaanderen's strijd met Frankrijk beschut heel de Nederlandse stam. |
[pagina 546]
2. | Vlaanderen in de twaalfde en dertiende eeuw | 47 | |
a. | De opkomst der Vlaamse steden | 47 | |
De grafelijke burchten - Steden komen op in de 10de en 11de eeuw - De lakennijverheid; Engelse wol -De koopmansgilde: 48 - Begunstigd door de graven - De koopmansgilde monopoliseert de macht in de steden: 49 - Belang van de steden voor Dietse cultuur. | |||
b. | Vlaanderen en Frankrijk's wassende macht | 50 | |
Graaf Karel de Goede vermoord te Brugge, 1127 - Relaas van Galbert - Troonstrijd - Lodewijk VII van Frankrijk zet de verheffing van Willem van Normandië door - Weldra vervangen door Diederik van den Elzas: 51- Na Philips v.d.E. koopt Boudewijn van Henegouwen de opvolging door afstand van Waals Vlaanderen (Artois), 1191: 52 - Vlaanderen tussen Frankrijk en Engeland - Ferrante en Johanna, 1202-44: 53 - Ferrante breekt met de Franse partij - Philips Augustus bezet Vlaanderen, 1213; slag bij Bouvines, 1214 - Ferrante zweert onvoorwaardelijke trouw: 54. | |||
c. | Franse en Dietse cultuur in Vlaanderen | 54 | |
Opkomst van een eigen Franse beschaving - De kruistochten een Franse onderneming - De Vlaamse graven namen deel als Franse vorsten: 55 - Het ridderwezen versterkt de Franse invloed - Franse letterkunde. | |||
Franse Taal en letterkunde in Vlaanderen | |||
Het hof van de Vlaamse graven Frans - Positie van het Frans in Vlaanderen - De universiteit van Parijs: 57 -Ambtelijk taalgebruik in Vlaanderen - Onjuiste beweringen van Fransgezinde schrijvers: 58 - Vraag naar vertalingen van ridderromans: 59 - Navolging en oorspronkelijkheid in de Dietse letterkunde. | |||
Godsdienstig en burgelijk leven; Hadewijch en Maerlant | |||
Mystiek; Hadewijch - Het Brabantse hof minder verfranst, maar op de Vlaamse steden kwam het aan - Maerlant, ± 1235-95: 61 - Van den Vos Reinaerde - Maerlant wil stichten en leren: 62 - De strophische gedichten - De leerdichten: 63 - Gezichtskring niet provinciaal: 64 - Een edele figuur. | |||
3. | Vlaanderen's verweer tegen Frankrijk | 65 | |
a. | De Guldensporenslag | 65 | |
Betekenis - De Avesnes en de Dampierres - Holland en Vlaanderen in geschil over Zeeland: 66 - Oorlog tussen Philips de Schone en Eduard I, 1294 - De Vlaamse graven en Frankrijk: Misbruiken en onlusten: 68 - Oproeren in 1280 en tussenkomst van de graaf: 70. | |||
De inmenging van Frankrijk | |||
Leliaarts en Klauwaarts - Graaf Guy zoekt tevergeefs hulp bij Engeland: 71 - In de macht van Philips de Schone: 72 - Zegt Philips de leentrouw op - Eduard I in Vlaanderen, maar sluit spoedig vrede met Philips - Vlaanderen een Franse provincie, 1300: 73 - Philips in Vlaanderen, 1301 - De Brugse Metten, 1302 - Brugge aan het hoofd van Vlaanderen: 74 - De slag bij Kortrijk, 11 Juli 1302: 75 - Vlaanderen wendt zich tegen Holland-Utrecht: terugslag in 1304 - Ontwaking van Diets bewustzijn - De Dampierres hersteld en nog Fransgezind: 77 - Vrede van Athis, 1305. | |||
b. | Jacob van Artevelde | 77 | |
De opstand van West-Vlaanderen; Zannekin, 1323-28 - Slag bij Kassel: 79- De ambities van Eduard III (1327-77) - Brugge en de Engelse wolstapel - Eduard III in de Nederlanden, 1338: 80 - Diets belang bij het conflict - Beroering in Vlaanderen; Artevelde: 81 - Artevelde aan het hoofd van Gent en van Vlaanderen - onzijdigheid tussen Frankrijk en Engeland: 82 - In verband met Engeland; Eduard III te Gent, 1340: 83 - Slag bij Sluis; beleg van Doornik - Moeilijkheden van Artevelde: 84 - Tegenstellingen binnen Vlaanderen; Artevelde vermoord, 1345 - Vlaanderen en Gent onderworpen, 1349 85 - Artevelde's bewind maar een episode; grootheid en tragiek van zijn verschijning. | |||
c. | De intrede van de Boergondiër | 86 | |
Vlaanderen, en de aanloop tot de vereniging der gewesten | |||
Welvaart van Vlaanderen - Feodale politiek van Lodewijk van Male (1346-84): 87 - Europees belang van de Nederlandse gewesten - Einde van de feodale versnippering in zicht, maar niet door eigen kracht: 88. | |||
Het huwelijk van Philips de Stoute met Margaretha van Vlaanderen | |||
Franse vrees voor Engelse invloed in de Nederlanden - Gekeerd door huwelijk van 's graven dochter met 's konings broer: 89 - Intrede van de Boergondiër een bedreiging voor het Dietsdom. | |||
Philips de Stoute en Philips van Artevelde | |||
Oproer te Gent, 1379 - Artevelde's zoon ruwaard van Vlaanderen, 1382 - De graaf roept Franse hulp in; de Vlamingen Urbanisten - Slag bij Roosebeke, 1382: 91 - Philips graaf, ± 1384; Gent capituleert, 1385. | |||
d. | Diets cultuurleven | 92 | |
Vlaanderen's invloed niet meer overheersend - Oorspronkelijkheid der Nederlandse mystiek; Ruusbroec, 1296-1381 - Invloed op Geert Grote, 1340-84: 93. |
[pagina 547]
Boergondische staatvorming | |||
Boek III | |||
1. | De verwerving van Brabant en Holland-Zeeland-Henegouwen | 94 | |
a. | Brabant | 94 | |
Boergondische ambities in de Nederlanden - Johanna van Brabant tussen Boergondië en Luxemburg - Zij staat Brabant aan Boergondië af, 1390: 95 - Geslachten en gilden in Brabant: 96 - Invloed van ‘het gemene land’; de Blijde Inkomst, 1356. | |||
b. | Holland en Friesland in de veertiende eeuw | 97 | |
Dubbel Boergondisch-Beiers huwelijk, 1385. | |||
Economische en sociale verhoudingen in Holland | |||
Waterschapswezen - De steden - Handel en scheepvaart: 99 - Oostzee-oorlog, 1368, en Amsterdam - Zwakheid der gilden: 100. | |||
Hoekse en Kabeljauwse twisten | |||
Partijhartstocht - Sociale ontreddering - Soortgelijke twisten elders: 101. | |||
De Hollandse oorlogen in Friesland | |||
Holland in Friesland agent van de verdietsing - De Friese vrijheid - Bezetting van West-Friesland en Stavoren: 102 - Albrecht en Willem van Oostervant - Veroveringstochten van 1396 en 1398 - Verbreiding van het Nederlands in Friesland: 103. | |||
c. | Jacoba van Beieren en Philips van Boergondië | 103 | |
Willem VI (1404-17) begunstigt de Hoeksen; Arkelse oorlog - In nauw verbond met Boergondië en Frankrijk - Verdeeldheid in Frankrijk; Boergondië tegen Orleans: 104 - Philips de Goede (1419-69) inverbond met Hendrik V van Engeland: 105 - Jacoba huwt Jan IV van Brabant-Boergondië - Koning Sigismund steunt Jan van Beieren tegen haar - Deze leidt een Kabeljauwse opstand, 1418: 106 - Als heerser in de Boergondische machtsfeer - Jacoba wijkt naar Engeland, 1420: 107 - Huwt Humphrey van Gloucester, 1422 - Inval in Henegouwen; Jacoba gevangen, 1424-5 - Hoekse opstand in Holland: 108 - Jacoba ontsnapt en leidt hem - Philips concentreert al zijn macht op Holland - Engelse hulp, 1426, mislukt: 109 - Jacoba onderwerpt zich, 1428 - Betekenis van haar verzet - Holland uitgeput: 110 - Rustpoos in Boergondische uitbreidingspolitiek. | |||
2. | De Boergondische hertogen | 110 | |
a. | Philips de Stoute en Jan zonder Vrees | 110 | |
Franse prinsen - De Staten van Vlaanderen tegenover Jan zonder Vrees, 1404: 111 - Jan zonder Vrees en Brugge. | |||
b. | Philips de Goede | 112 | |
Het Diets karakter der Boergondische statengemeenschap versterkt | |||
‘Meer Vlaams dan Waals’ - Niet meer in, buiten Frankrijk: 113. | |||
Dynastieke en Franse geest der Hertogen; Gulden Vlies | |||
Het hof - Het Gulden Vlies: 114 - Overwegend Waalse samenstelling - De ambtenaren- en juristenstand en taalgebruik: 115. | |||
Staatsbouw en het verzet ertegen | |||
Absolutisme en centralisatie - Oordeel over het eenheidsstreven en het verzet ertegen: 117 - Zwakheid van het centraal gezag: 117. | |||
Botsingen met Gent; opbloei van Brabant en Holland | |||
Moeilijkheden met Brugge en Gent; verzoening 1440 - Voortdurende spanning, 1440-52 - Oorlog; Gent overwonnen en vernederd, 1452-3: 119 - Tevredenheid van Brabant, Holland en Zeeland: 122. | |||
De Boergondische macht naar buiten | |||
Onderhandelingen over de koningstitel, 1447 - Kleef; Luik, 1445: 124 - Utrecht, 1456; Gelre; Keulen: 125 - Philips en Lodewijk XI, 1461: 126. | |||
c. | Karel de Stoute | 126 | |
Vervolgt de traditie van zijn vader met verschillend temperament - Karel en Lodewijk XI, 1465; Luik, 1468: 127 - Arnold en Adolf van Gelre: 128 - Verovering van Gelre, 1473 - Samenkomst van Trier: 129 - Karel stoot het hoofd voor Nuis, 1474-5 - Granson, Maart; Murten, Juni 1476 - Verzet tegen nieuwe belastingen - Staten-Generaal te Gent, April 1476: 131 - Karel sneuvelt, Nancy, 5 Jan. 1477. |
[pagina 548]
Dietse cultuur in de Boergondische tijd | 131 | ||
a. | Godsdienstig en letterkundig leven | 131 | |
Rederijkerskamers | |||
Verbreiding - Mysteriespelen: 132. | |||
De moderne devotie | |||
Ontbinding der feodale maatschappij - Kerkelijk bederf - De moderne devotie een Dietse poging tot herstel: 133 - Geert Grote - Broeders des Gemenen Levens: 134 - Windesheimse kloosterbeweging - Mystieke schrijvers: 135 - Brugman - Het geestelijk lied: 136 - Onderwijs en studie - De universiteit van Leuven, 1426 - Drukkerijen, laatste kwart 15de eeuw: 137 - Wessel Gansfoort en Agricola. | |||
Verspreiding van cultuurbewegingen over de Nederlanden | |||
De IJselsteden - Eenheid met het Oostelijk buurland - Verband met Dietse gewesten: 138 - Verschillend aandeel der onderscheiden gewesten in de beweging - Geen Noord-Zuidelijke tegenstelling: 139 | |||
Belemmerende invloeden van de Boergondische heerschappij | |||
Geen Dietse geschiedschrijving: 140 - De sprooksprekers aan het Hollandse hof - De geest der Boergondische geschiedschrijving: 141 - De Dietse cultuur burgerlijk. | |||
b. | De eerste Nederlandse schilderschool | 141 | |
Bouwkunst | |||
Weinig oorspronkelijks - Brabantse gothiek: 142 - Afwijkingen in het Noorden: 143 - Stedelijke bouwkunst - Geen scheiding langs de huidige staatsgrens: 144. | |||
Schilderkunst | |||
Nationaal en Europees - Hubert en Jan van Eyck - Connectie met de vorsten - Het Turijnse getijdenboek: 146 - Het hof en rijke burgers: 147 - Opbloei van de schilderkunst: 148 - Rogier van der Weyden, Dirk Bouts, Hugo van der Goes, Hans Memlinc, Gerard David - Geertgen tot St. Jans; Hieronymus Bosch: 149 - De Nederlandse primitieven in de wereldkunst - De grens van 1648 telt niet mee - De moderne kunsthistorici willen de tegenstelling Noord-Zuid - Eenheid en verscheidenheid: 150. | |||
4. | De crisis van de Boergondische staat | 151 | |
a. | De eerste schok doorstaan, 1477-79 | 151 | |
Middelpunt-vliedende neigingen - Lodewijk XI slaat een huwelijk met d dauphin voor - Opwinding in de Nederlanden; terechtstellingen te Gent: 152 - Herstel van oude voorrechten - Het Groot Privilege, 11 Febr. 1477 - De Staten-Generaal en Lodewijk XI: 153 - Maximiliaan van Oostenrijk huwt Maria, April-Aug. 1477 - Slag bij Guinegate, 1479: 154 - De Staten-Generaal van 1477. | |||
b. | Maximiliaan in strijd met de natie | 155 | |
Max. hervat de Boergondische regeertraditie: 155 - En voert een onnationale buitenlandse politiek van agressie tegen Frankrijk - De Dietse gewesten en de Waalse: 156 - Spanning tussen Max. en Gent - Maria v; de voogdij; vrede met Frankrijk afgedwongen, 1482: 157 - Holland en Utrecht, 1483 - Breuk met Vlaanderen en onderwerping, 1485: 158 - Max. trekt ten oorlog; zijn vernedering; 1487-8 - Max. laat Albrecht van Saksen de Nederlanden onderwerpen, 1489-92, 159 - De monarchie hersteld, maar de Staten niet vernietigd: 160 - Gevaren voor de Nederlandse eenheid overwonnen, maar niet voorgoed. | |||
5. | De Habsburgse heersers | 161 | |
a. | Voortgezette staatvorming | 161 | |
Philips de Schone | |||
Huwelijk met Johanna van Arragon-Kastilië, 1506. | |||
Karel V | |||
Maximiliaan opnieuw voogd: 162 - Margaretha van Savoye en Chièvres - Karel V - Zijn wereldpolitiek: 163 - Soevereiniteit over Vlaanderen van Frankrijk verkregen, 1526 - Boergondische kreits, 1548: 164 - Zijn wereldpolitiek, ofschoon on-Nederlands, geen belemmering bij de Nederlandse Staatsvorming. | |||
Uitbreidingspolitiek: Karel van Gelre; Gelre, Utrecht, Friesland, Groningen | |||
Oorlog met Gelre, 1504-8 - Onwil der Staten - Hernieuwde oorlog, 1511-13 - De Friese vrijheid: 166 - Machtsaanwas van Groningen: 166-Albrecht van Saksen potestaat over Friesland, 1498: 167 - Strijd met Groningen, dat Karel van Gelre binnenroept, 1572 - Evenals Friesland, 1514: 168 - Karel van Gelre's persoonlijkheid en politiek - Friesland erkent Karel V, 1524: 169 - Verwerving van Sticht en Oversticht, 1528: 170 - Van Groningen, 1536, en Gelre, 1543 - Een rustpoos. |
[pagina 549]
Consolidatie van het centraal bestuur | |||
De Pragmatieke Sanctie, 1549 - Voortschrijdende centralisering: 172 - Gematigdheid der regering. | |||
b. | Economische en maatschappelijke verhoudingen | 174 | |
De ‘nieuwe draperie’ op het platteland van Vlaanderen’ - Antwerpen erfgenaam van Brugge - De vreemdelingen in de Antwerpse handel: 175 - Hollandse koopvaardij en welvaart - Algemene welvaart en hoge ontwikkeling: 176. | |||
c. | Cultuurleven | 177 | |
Onmogelijkheid van harmonische cultuurontplooiïng. | |||
De Rederijkers | |||
Landjuwelen - Humanisme en renaissance: 178. | |||
Beeldende kunsten | |||
De bouwkunst en het italianisme - De schilderkunst; Van Leiden, Van Scorel, Breughel. | |||
d. | De verscheuring der katholieke eenheid | 180 | |
Kerkelijke misstanden - De bijbelse humanisten: 181. | |||
Erasmus | |||
Het nationale in zijn verschijning - Te Leuven 1517-22: 182 - Geleidelijke hervorming verstoord door Luther's optreden: 183 - Het bijbels humanisme gefnuikt. | |||
De geloofsvervolging | |||
Kerkelijke en keizerlijke inquisitie - De geesten diep aangetast - De Wederdoperij en het Mennonisme: 185 - Opkomst van het Calvinisme: 186. | |||
e. | Nationaal bewustzijn | 186 | |
Tranen bij Karel V's afscheid - Argwaan tegenover het landsheerlijk gezag: 187 - Voornaamste cultuurgrens die tussen Oost en West; verflauwende - Verschuiving van cultuurhaarden: 188 - De godsdienstige beweging gaat over gewestelijke verschillen heen - Opkomend nationaal bewustzijn: 189 - Voorzover op de staat berustend, sluit het de Walen in. | |||
ONAFHANKELIJKHEIDSSTRIJD EN SCHEURING | |||
Boek IV | |||
1. | HET VOORSPEL (1555-1572) | 190 | |
a. | De hoge adel in oppositie | 190 | |
Philips voortzetter der traditie van Karel V: 190 - Moeilijkheden met de Staten: 191 - De achterraad en de groten - De Spaanse troepen: 192. | |||
b. | De nieuwe bisdommen | 192 | |
Contra-reformatorische tendentie; versterking van het absolutisme; en van de staat: 192 - Verzet tegen de maatregel: 193. | |||
c. | Granvelle weggewerkt; de edelen aan het roer | 194 | |
De groten tegen Granvelle en diens vertrek (begin 1564): 194 - De groten: 195 - Voorstanders van een nationale buitenlandse politiek, maar tevens van maatschappelijke en particularistische reactie - Oranje en de geloofsvervolging: 196. | |||
d. | De opkomst van het Calvinisme | 197 | |
Het Calvinisme: 197 - A Lasco en Utenhove: 198 - Londen en Emden - Haemstede - Guy de Bray: 199 - De Walen en de oudste Calvinistische organisatie in de Nederlanden. | |||
e. | Het eerste smeekschrift der Edelen | 200 | |
Toenemende afkeer van de geloofsvervolging: 200 - Opwinding na Philips' weigerend antwoord - Het Compromis der Edelen: 201 - Persoonlijkheden en bedoelingen; het smeekschrift - Verdeeldheid onder de groten: 202 - De naam Geuzen - Nationale betekenis van het Compromis: 203 - Ontsteltenis der Landvoogdes; de Moderatie: 204. | |||
f. | Calvinistische actie en Katholieke reactie | 205 | |
Hagepreken: 205 - Oranje te Antwerpen: 206 - Bijeenkomst te St. Truiden; tweede smeekschrift - De Beeldenstorm - Calvinistische verdediging: 207 - Het Accoord (23 Aug. '66): 208 - De beweging heeft haar nationaal karakter verloren. | |||
g. | Doodgeboren poging tot opstand | 209 | |
Oranje ontmoet Egmond e.a. te Dendermonde (Oct. '66): 209 - Alleen de Calvinisten maken aanstalten tot verzet - Brederode leider, Oranjeblijftop de achtergrond:210 - Valenciennes; rampen van Watrelos en Lannoy (Dec. '66) - Scheefheid van Oranje's positie; strategische mogelijkheden; Megen - Mislukte aanslag op Walcheren; Oosterweel (April '67): 211 - Oranje en Bredero wijken uit. |
[pagina 550]
2. | De dwingelandij van Alva | 213 | |
a. | Het schrikbewind | 213 | |
De triomf van de Landvoogdes: 213 - Alva gezonden om haar te vervangen: 214 - Egmond en Hoorne gevangen genomen - De Bloedraad: 215 - Georganiseerd schrikbewind - Alva tegen de steden: 216 - De Wilde Geuzen: 217. | |||
b. | Oranje in 1568 | 217 | |
Plannen en aanslagen: 217 - Heiligerlee (Mei), Jemmingen (Juli '68): 218 - Oranje over de Maas (Oct.) - Standvastig in tegenspoed: 219. | |||
c. | Alva's absolutisme en nieuwe plannen tot opstand | 219 | |
Alva onderneemt de uitvoering van het absolutistisch program; de nieuwe bisschoppen: 219 - De Tiende Penning: 220 - Hernieuwde gisting - Oranje e de Calvinisten; Marnix 221 - Aanslagen in 1570; P.P. Buys, Wesembeke - Strategische betekenis van de Noordelijke provinciën; Geldorp: 222 - De Watergeuzen - Verwachtingen van Franse hulp; Lod. v. Nassau: 223 - Verdelingsplan, 1571. | |||
d. | De poging van 1572 | 223 | |
De Watergeuzen in Den Briel (1 April '72) 224 - Uitbreidinje van 's Prinsen gezag in de Noordelijke provinciën (Mei-Aug.) - Veldtocht in Brabant mislukt (April-Sept.). | |||
3. | HOLLAND EN ZEELAND IN OPSTAND | 225 | |
Onderwerping der afgevallen steden in Zuid en Oost: 225 - De Nederlandse weerkracht in Holland en Zeeland saamgetrokken (Dec. '72). | |||
a. | De overgang der Hollandse en Zeeuwse steden tot de Prins | 226 | |
Overgang van Den Briel, Vlissingen, Vere (April '72) 226 - Zierikzee (3 Aug. '72), Middelburg (Febr. '74): 228 - Bossu na de inneming van Den Briel - Overgang van Enkhuizen (2 Mei '72) en het Noorderkwartier (Juni) - Oudewater (19), Gouda (21), Dordt (23), Leiden (23), Gorcum (26 Juni), Haarlem.(3 Juli); vertrek der Spaanse Troepen; Delft: 229 - De Geuzen geven de doorslag. | |||
b. | Oranje en het Geuzenbewind in Holland | 230 | |
De Geuzen en de burgerijen: 230 - Ergernis over anti-katholieke uitspattingen; ‘glippers’; nieuwe mannen in de stadsregeringen 231 - Lumey en Oranje: 232 - Oranje's ideaal: het ganse vaderland - Godsdienstvrijheid (Juli '72); verbod van de katholieke eredienst (voorjaar '73): 233. | |||
c. | Van Haarlem tot Leiden (Dec. '72-Oct. '74) | 233 | |
Wetsverzettingen door Oranje: 233 - Amsterdam aan Spaanse zijde - De Haarlemse vroedschap wil onderwerping; straffe maatregelen: 234 - Van Alkmaar begint de victorie (Oct. '73): 235 - Mook (15 April '74): 237 - Requesens vervangt Alva (Nov. '73-Mrt. '76): 239 - Beleg en ontzet van Leiden (26 Mei-3 Oct. '74). | |||
d. | Begin van stabilisering | 240 | |
Opbouw van een nieuwe maatschappij in Holland; de nieuwe kerk: 240 Oranje drager der souvereiniteit, maar deelt de macht met de Staten, d.w.z. de stadsregeringen 241 - Vredehandel van Breda (April-Juni '75):242 - Spaanse veroveringen (zomer-winter '75-'76):243 - Dood van Requesens (5-3-'76); instorting van het Spaans bewind - De gereformeerde ‘ascendancy’ in Holland: 244. | |||
4. | Het ganse vaderland in op stand | 245 | |
a. | De Pacificatie van Gent | 245 | |
De Spaanse muiters: 245 - Volksbeweging te Brussel - Staten-Generaal bijeengeroepen (Sept. '76) Aerschot: 246 - Oorlog met al de Spaanse troepen: 247 - Verschil tussen de gebeurtenissen van '76 en die van '72 - Pacificatie van Gent (8 Nov. '76): 248. | |||
b. | Don Jan en het Eeuwig Edict | 248 | |
Don Jan: 248 - Unie van Brussel; Eeuwig Edict (Febr. '77): 250 - Oranje zaait wantrouwen tegen Don Jan - Positie van Holland en Zeeland: 251 - Don Jan verrast de citadel van Namen (24 Juli '77): 252. | |||
c. | Breuk met Don Jan; Oranje te Brussel | 252 | |
Oranje en zijn aanhangers triomferen: 252 - Utrecht drijft de Spanjaarden uit (begin '77) - Oranje naar Brussel (Sept. '77): 253 - Aerschot haalt Matthias in het land; Volksdruk op de Staten te Brussel en te Gent - Zwakheid der centrale regering: 254 - Slag bij Gembloux (31 Jan. '78); St. G. naar Antwerpen: 255. | |||
d. | Gereformeerde ijver en katholiek malcontentisme | 256 | |
De Gereformeerden onvoldaan met de Pacificatie: 256 - Gent en Vlaanderen gecalviniseerd - Bezorgdheid van Oranje; zijn plan voor een godsdienstrede: 257 - De tolerantiegedachte in de zestiende eeuw en de gevaren waaraan zij blootstond - De godsdienstrede brengt geen oplossing: 258 - De Malcontenten in. Wallonië - Johan Casimir van de Paltz te Gent (Oct. '78); Datheen: 259. |
[pagina 551]
e. | De Unie van Utrecht | 259 | |
De gebeurtenissen ontsnappen aan Oranje's beheer: 259 - an van Nassau Stadhouder van Gelderland 260 - Hollands plan tot unie met Gelderland: 261 - Jan van Nassau drijft Gelderland tot unie en reformatie - De unie in gereformeerde zin gewijzigd: 262 - Parma in het Overkwartier; Unie van Amersfoort, Gent: 264 - Oranje moet mee: 265. | |||
f. | Afval der Waalse gewesten en van Groningen | 266 | |
De Waalse gewesten verzoend met de Koning (Mei'79):266 - Gevolgenvan hun afscheiding - Gevaarvolle toestand: 267 - Katholieke misnoegdheid in het Noord-Oosten - Afval van Rennenberg (Mrt. '80): 268 - De Calvinistische partij te driftiger uit op monopolie; de afstoting der katholieke meerderheid verzwakt de opstand: 269 - De scheuringslijn echter door militaire en geografische factoren bepaald. | |||
5. | De scheuring | 269 | |
a. | De afzwering | 269. | |
Somber vooruitzicht; onderhandelingen met Anjou over soevereiteit in weerwil van gereformeerde tegenzin: 270 - Ban en Apologie: Teleurstellende veldtocht van 1581:271 - Anjou soeverein (Febr. '82) - Afzwering van Philips (zomer '81); onwil van veel hoge ambtenaren om de nieuwe eed af te leggen: 272. | |||
b. | De proef met Anjou | 273 | |
Voortgang van het Calvinisme in Vlaanderen en elders: 273 - Wantrouwen tussen Anjou en de Nederlanders: 274 - Poging tot deugdelijker generale organisatie; de Landraad - Tweeledige organisatie gevolg van het tweeledig strategisch probleem: 275 - Uitputting en bestuursoninacht - Anjou's bewind een mislukking; mislukte staatsgreep (Febr. '83): 276 - Woede tegen Anjou en afkeer van Oranje's politiek van verzoening - Verraad van Chimay, Brugge verloren (Mei '84): 277 - Wijze gematigdheid van Parma; dood van Anjou (Juni '84). | |||
c. | De dood van Oranje | 278 | |
Oranje vermoord (10 Juli '84): 278 - Zijn positie en invloed - De Staten-Generaal volharden: 279 - Onderhandelingen over de soevereiniteit met Hendrik III van Frankrijk - Vertoog van Gouda ertegen, ingegeven door Holland's bevoorrechte positie 281 - Verdrag met Engeland (20 Aug. '85) 282. | |||
d. | Parma's veroveringen (1584-89) | 282 | |
Brussel en Mechelen genomen, Nijmegen afgevallen (Mrt. en Juli '84, April '85): 282 - Beleg van Antwerpen (Aug. '84-Aug. '85): 283 - Kleinmoedigheid van Marnix 285 - Uitwijkinguit Vlaanderen en Brabant: 287 - De opstand tot zijn laatste strategische grens teruggedrongen; Grave en Venlo (1586), Deventer en schansen voor Zutfen (Jan. '87), Geertruidenberg ('89) verloren: 288 - Parma's positie er een voor aanval. | |||
e. | Partijtegenstellingen in het Noorden | 288 | |
Leicester landvoogd gemaakt (Febr. 86) 289 - Partijen binnen de opstand - De Hollandse regenten en het Calvinisme: 290 - De Libertijnen; Coornhert:291 - Strijdtusen Kerk en Staat: 292 - Tussen democratie en oligarchie, Holland en Generaliteit: 293 - De Vlaamse en Brabantse uitgewekenen: 294. | |||
f. | Leicester's mislukking en de vestiging van een Noord-Nederlandse staat | 294 | |
Leicester steunt op uitgewekenen en een gerevolutioneerd Utrecht (consistories en burgerhoplieden): 294 - Plakkaat tegen handel met de vijand (April '86) - Dreigende burgeroorlog: 295 - Gevaar van Engelse overheersing - Holland neemt de leiding in Leicester's afwezen; volkssoevereiniteit volgens Wilkes en volgens Vrancken: 296 - Leicester's terugkeer; mislukte staatsgreep (Sept.-Oct. '87): 297 - De orde hersteld - De oligarchische, erastiaanse, gedecentraliseerde Republiek: 298 - Overwicht van Oldenbarnevelt in Holland. | |||
g. | De veroveringen van Maurits, 1589-98 | 299 | |
Gunstige veranderingen in de internationale constellatie: 300 - Philips' inmenging in Frankrijk - Maurits en Willem Lodewijk: 301 - Het offensief: Breda (1590); Zutfen, Deventer, Delfzijl, Hulst, Nijmegen (1591): - Steenwijk, Koevorden (1591), Geertruidenberg (1593), Groningen (1594): 302 - Landvoogdij van Aartshertog Ernst (1594-5) - Politieke onmacht van het uiden; Aerschot 303 - Drievoudig verbond (1596): 304 - Grol, Enschedé, Oldenzaal (1597) - Vrede van Vervins (1598). | |||
h. | Protestantisering en rekatholisering | 305 | |
Katholieke geestelijken: 305 - Protestantisering der veroverde streken - Pastoors als predikanten: 306 - De gereformeerde moest, als zij nationale kerk werd, haar karakter van keurbende verliezen: 307 - Het tuchtrecht: 308 - Middelen van pressie; het onderwijs; intellectualistische tendentie 309 - Tegenreformatie in het Zuiden - Costerus S.J., volksprediker: 310 - In Noord en Zuid macht de doorslaggevende factor. |
[pagina 552]
i. | Economische bloei in het Noorden | 310 | |
Economische opbloei van Holland en Zeeland: 310 - De Duinkerker kapers - Tochten tegen Spanje: 311 - Oost-Indische handel - Stichting der Ned, O.I. Compagnie (1602): 314 - De Zuid-Nederl. uitgewekenen; Le Maire, De Moucheron: 315. | |||
j. | Nieuwpoort, onvrijheid van het Zuiden | 315 | |
Ellende in het Zuiden; muiterijen: 315 - Overdracht der Nederlanden aan Albert en Isabella (1598): 316 - Briefwisseling tussen Noordelijke en Zuidelijke St. G. - De Zuidelijke St. G. vragen om een conferentie (1600): 317 - Wantrouwen der Noordelijken - Plan voor een tocht in Vlaanderen: 318 - Maurits en de Staten - Slag bij Nieuwpoort (Juni 1600): 319 - Onderhandelingen te Bergen-op-Zoom (Juli 1600) - De onderhandelingen afgebroken: 320 - Onmacht der Zuidelijke St. G.; door de Aartshertogen ontbonden: 321. | |||
k. | Het evenwicht met de wapenen niet te doorbreken | 322 | |
Beleg van Ostende (1601-4):322 - Veldtochten van Spinola (1605 en 6)- Wederzijdse oorlogsmoeheid. | |||
l. | De sluiting van het Bestand (1606-9) | 323 | |
Wapenstilstand (1607); onderhandelingen over vrede: 323 - Oorlogspartij: 324 - Onvastheid van de staatsinrichting; Oldenbarnevelt's plan voor ‘resumptie der unie’: 325 - Hendrik IV en de soevereiniteit - Maurits werpt zich op tot hoofd der oorlogspartij - De kerkelijken; vrees voor de katholieke ingezetenen; weinig gedachte meer aan herstel van de verscheurde Nederlandse gemeenschap: 326 - Economische belangen; Usselinx: 327 - Hendrik IV's afwijzende houding beslist het debat. | |||
m. | Het Bestand (Maart 1609); de scheuring bevestigd | 327 | |
Positie der Republiek; engheid van het grondgebied: 328 - Ellende van het Zuiden: 329 - De scheuring een ramp voor heel de Nederlandse stam. | |||
6. | Omwentelingen in het cultuurleven | 330 | |
Renaissance, Hervorming, scheuring: 330 - Tegenstelling tussen Renaissance en Hervorming niet steeds bewust - De predikanten: 331. | |||
a. | Voor de scheuring | 331 | |
Beeldende kunst, Letterkunde | |||
Marnix, Coornhert: 334 - Houwaert: 335 - De Heere, Van der Noot: 336. | |||
Wetenschap | |||
Ortelius, Plantin - Lipsius: 338 - Natuurwetenschap; 339. | |||
b. | Na de scheuring | 340 | |
Beeldende kunst | |||
De Vos, Vaenius, Vredeman de Vries - Van Mander over de nieuwe stijl: 342 - Schilderkunst: 343 | |||
Letterkunde | |||
Reisverhalen; kronieken: Bor, Van Meteren, Van Reyd - Marnix, Coornhert, Van Mander, Spieghel: 346 - Nederlands of Latijn: 348 - Latinisten en theologen: 350 - Latijn en nationaal gevoel: 352. | |||
IN TEGENOVERGESTELDE KAMPEN 1609-1648 | |||
BOEK V | |||
1. | VOORTSCHRIJDENDE VERWIJDERING IN HET GEESTELIJKE | 354 | |
a. | Het Zuiden onder Albert en Isabella | 354 | |
Politieke en maatschappelijke verhoudingen | |||
In het Zuiden de vorstelijke macht het drijvend beginsel - Z.N. samenleving blijft doortrokken van privilege-geest, d.i. een rechtsgedachte: 355 - Spaanse overmacht: 357 - Voorbeeld: de Merchant Adverturers en Antwerpen - Opschudding te Brussel; de ‘naties’; 1618: 358 - Stadsregeringen, hoge ambtenaren, adel; verschillen met het Noorden: 359 - Hervormingsijver der monarchie. | |||
De Tegenreformatie | |||
Overheidsactie en -dwang - De Jezuieten: 361 - Heel de maatschappij en het cultuurleven onder de ban der nieuwe gedachte. | |||
Cultuurleven | |||
Humanisme, rederijkers - De Harduyn - Schuchterheid en achterlijkheid der nationaal-Nederl. letterkunde in het Zuiden: 363 - Grotius en de Antwerpse humanisten: 364, | |||
Beeldende kunst | |||
Verband met de Tegenreformatie - Jezuietenkerken: 365 - Beeldhouwkunst: 366 - Rubens - Uitheemse invloeden en krachtig eigen leven: 367. | |||
b. | De godsdiensttwisten in het Noorden | 369 | |
Internationale verhoudingen | |||
Oproer te Utrecht, 1610: 370. | |||
Het kerkgeschil in Holland | |||
Arminius' tegenstanders vragen om een synode: 371 - Verre strekking v.h. theologisch geschil: 372 - ‘Leervrijheid’ en ‘geestdwang’ - Vrees voor de Katholieken buiten- en binnenslands: 373 - Arminius verkleint het geschil - De overheid onvermijdelijk erin gemengd: 374 - Hartstochten raken gaande - Staten van Holland beschermen de minderheid: 375 - Utenbogaert verheft hun gezag over de kerk: 376 - Maatregelen tegen de Contra Remonstranten - De resolutie van 1614 - Goedkeuring van Jac. I ingewonnen: 377 - Verzet: Rosaeus; verdachtmaking van Oldenbarnevelt c.s,: 378 - Verdeeldheid der St. v.H.; De Groot te A'dam, 1616: 379. | |||
Politieke verwikkelingen; A'dam, Maurits | |||
Verklaring van A'dam's houding: 380 - Houding van Maurits: 381 - De Franse kwestie - Jac. I ontstemd tegen De Groot en de St. v.H.: 382 - De Haagse dolerenden; Maurits kiest partij, Jan. 1617 - Maurits en Willem de Zwijger: 383. | |||
De crisis, 1617/8 | |||
De Kloosterkerk; de Hoven van Justitie - Scherpe Resolutie, 5 Aug. '17:384 - De strijd sleept; lastercampagne - Wet verzet te Nijmegen, Jan. '18 - Waardgelders te Utrecht ontbonden, Juli '18: 385 - Oldenb. c.s. gevangen genomen, 28 Aug. - Buitengewone rechtbank - Het vonnis: 387. | |||
Oncalvinistische tendenties in het geestesleven | |||
Calvinisme en Contra-Reformatie tegenover cultuur - Bloei der letterkunde te A'dam: 388 - Weinig invloed v.h. Calvinisme: 389 - Sweelinck; de Liedboeken - Hooft, Breero, Coster: 390 - Stoa; Erasmus: 391 - De Duitse Academie: 392 - Coster's Iphigenia; afkeer van predikantenheerschappij: 393. | |||
De Synode van Dordt; de Remonstranten uitgezet | |||
Epixopius c.s. uitgewezen - Leer vastgesteld, onrechtzinnige leraars ontslagen: 394 - De vervolging: 395. | |||
Reactie onder Frederik Hendrik; staat en maatschappij niettemin verder gecalviniseerd | |||
Maurits' moeilijkheden - Frederik Hendrik; De Groot en zijn Verantwoording: 397 - Tegenomwenteling te A'dam; burgemeester A. Bicker; Vondel; Smout: 399 - Het nieuwe regiem zet door, 1630/1: 400 - Toch is de omkeer van 1618/9 meer dan een hevig incident; geen hervorming der constitutie evenwel - Het conservatisme der eeuw uitgedrukt door Grotius: 401 - Orthodoxie opgelegd.Katholicisme verder onderdrukt: 402 - Rovenius Ap. Vic., onder Sp. gezag, dan heimelijk op St. gebied - Gereformeerde universiteiten; het consistorie; verdere afwijking van het Zuiden: 403. |
[pagina 553]
2. | DE OORLOG (1621-'48) | 404 | |
a. | Dreigende macht der Habsburgers | 404 | |
Oorlog hervat - Zending van Peckis - Laatste poging der Habsburgers om in heel Europa het Protestantisme terug te dringen; ‘Winterkoning’; Restitutie-edict:405 - Breda verloren, 1625; Grol gewonnen, 1627 - La Rochelle: 406. | |||
b. | Frederik Hendrik verovert Den Bosch (1629) | 406 | |
Zilvervloot veroverd, 1628 - Beleg van Den Bosch, 1629 - Inval van Van den Bergh en Montecacli: overgave van Amersfoort: 407 - Wezel verrast, Aug. '29; Den Bosch capituleert - Trevisten en anti-Trevisten in het N.:408 - Ontstemming tegen Sp. in het Z. - Slechts belemmerd door de antikatholieke politiek der Staten: 409 - Behandeling van Den Bosch - Fr. H. onmachtig dit te keren: 411 | |||
c. | Mislukte pogingen tot hereniging | 411 | |
Schijnconcessies der Goevernante, 1629 - Komplot te Gent, 1631 - Gustaaf Adolf in Duitsland; samenzwering van Warfusée en Van den Bergh, 1632: 412 - Verdelingsplan: Waalse en Dietse gewesten - De St. G. beloven vrije godsdienstoefening: 413 - Fr. H. neemt Venlo, Roermond, Maastricht - Opwinding te Brussel - St. G. bijeengeroepen: 414 - Bedoelingen van geestelijkheid, adel, stadsmagistraten - De steden klaar om op te staan: 415 - Onderhandelingen te Maasticht - In Dec. naar Den Haag verlegd: 416 - Fr H.'s houding; verwondering over zijn stilzitten; Fr. H. als veldheer - De onderhandelingen verliezen het karakter van ‘Staten met Staten’: 417 - Friesland en Groningen pleiten voor oorlog tot hereniging, maar ook tot propagatie der gereformeerde leer: 418 Holland vreest opening der Schelde - Krachteloze veldtocht, 1633: 419 - Isabella &Dg; Koning gelast ontbinding der St. G., 1633. | |||
d. | Het Frans verbond van 1635 | 420 | |
Charnacé mobiliseert de C.R. partij voor Frankrijk - Holland werkt tegen, Fr. H. echter steunt-Habsb. triomf bij Nördlingen, 1634: 421 - Ook Holland werkt nu mee tot het Fr. verdrag, Febr. '35 - Verdelingsplan: 422 - Belofte van godsdienstvrijheid niet herhaald: 423. | |||
e. | Noord en Zuid tegenover elkander | 423 | |
‘Nederland, ons gemene vaderland’ - ‘De Zeventien Provinciën’: 424 - ‘Duitse bij Duitse’ - Maatschappelijke ondergrond - Factoren tegen het eenheidsgevoel: 425 - Godsdenstoorlog; tegenover Noord- ook Zuid-Nederlands patriottisme - Loyalisme, Katholicisme: 426 - Anti-geuse gevoelens; Jansenius, De Harduyn: 427 - Geschil over de Meierij leidt tot retorsie-politiek: 428 - Noordelijke geringschatting: 429. | |||
f. | Slepende oorlog, 1635-44 | 429 | |
Povere resultaten van Fr. H.'s veldtochten. | |||
Zeezaken, Duinkerken, Dujns | |||
Strubbeling met Engeland: 430 - De kaapvaart va Vlaanderen: 431 - Blokkade niet afdoende; grote verliezen: 433 - Twist over het vlootbeheer - Konvooien en licenten: 435 - Plat, van een Comp. van Assurantie: 436 - Bezending naar A'dam, begin '39: 436 - Tromp vaart de Sp. Armada tegemoet - Slag bij Duins, Oct. '39: 437. | |||
Schrale resultaten te land | |||
Rampen van Spanje in 1640: 437 - Fr. H.'s veldtochten 1640-43 weer ongelukkig - In 1644/5 schijnen grote verschuivingen op til: 438. | |||
g. | Tweespalt tssen Holland en Frederik Hendrik | 439 | |
Het los federatieve stelsel onhervormd. | |||
Grondslagen van 's Prinsen gezag | |||
Magistraatsbestelling; opvolging van zijn zoon vastgesteld: 439 - Kapitein-Generaalschap: 440 - Het verfranste hof: 441 - Steun van Frankrijk; voorzichtigheid van Fr. H. - Bouwt een fed erale regering rond zijn persoon: 442. | |||
Holland's verweer | |||
Alleen Holland in staat oppositie te voeren: 442 - 's Prinsén middelen tot invloed; landjonkers en vreemdelingen: 443 - Dynastieke oogmerken; Engels huwelijk van Willem II, 1641 - Impopulariteit v.d. pro-Stuartse politiek; republikanisme: 444- Holland stelt zich te weer met zijn provinciale rechten; nieuwe instructie door zijn gedeputeerden ter Generaliteit, 1643: 445 - Geschil over Denemarken-Zweden dreigt consenten voor ‘groot dessein’ op Antwerpen te schorsen; 1645 - Fr. H. moet hierin wijken, maar blijft Karel I steunen: 445. | |||
h. | Ondergang van het Frans verbond | 447 | |
Onderhandelingen te Munster begonnen. | |||
De positie der Katholieken in de Republiek | |||
Principiëeel anti-papisme en praktijk: 448 - Spanning tussen de Staten en hun katholieke onderdanen; Rovenius ondergedoken - Onvoorzichtige tussenkomst van d'Avaux, 1644: 449. |
[pagina 554]
Vruchteloze pogingen om Antwerpen | |||
Verstandhouding binnen Gent; 1645; mislukt door de Fransen: 449 - Hulst genomen, katholieke eredienst verboden: 450 - Toenemende vrees voor Frankrijk's machtsaanwas; bevrijding van Vlaanderen onmogelijk door het verarag van 1635. | |||
De crisis van 1646 | |||
Fr.-Sp. ruilplan; Fr. diplomatie beetgenomen; Fr. H. in verlegenheid: 451 - St. v.H. geven nu de richting aan - Er wordt ernst gemaakt met de Munsterse onderhandelingen: 452 - Verzet van Zeeland en Utrecht; het probleem van omkoping - De kwestie der religie in de Meierij: 453. | |||
i. | De vrede van Munster | 453 | |
De zeven gewesten vrij verklaard door Spanje - En hun landschappen; positie der Generaliteitslanden - De scheuring bevestigd; ongunstige positie der Zuidelijke Nederlanden: 455 - Oostwaartse expansie gestremd: 456. | |||
3. | Het Noorden zwermt uit | 457 | |
Overzeese handel grondslag van Holland's opbloei - Wereldhandel een onzeker bezit: 459 - Weldra brengt hij de Republiek in internationale verwikkelingen. | |||
a. | De handel | 459 | |
Uitbreiding gedurende het Bestand - Hollands kapitaal in Zweden en elders: 460 - Begunstigd door internationale omstandigheden - Amsterdam: 461 - Andere steden: 462 - Industrie in aildebeperkingen - Welvaart: 463 - In de losgeordende staat gaf het handelsbelang richting - Geïdealiseerd in zeerecht; 464. | |||
b. | De Oost-Indische Companie | 464 | |
Aziatische verhoudingen; eerste vestiging | |||
Ongeregelde toestanden in Azië nopen de Comp. tot machtsvorming - Contracten met vorsten: 465 - Rendez-vous - Vooreerst Bantam er de Molukken hoofdsteunpunten: 466 - Steven v.d. Maghen in de Molukken - Positie te Bantam: 467 - Opzet om de Molukken in uitsluitend beheer te krijgen - Botsing met de Engelsen daarover: 468. | |||
Coen en zijn werk | |||
Persoonlijkheden; Coen: 468 - Fel tegen de Engelsen, boud tegen Bewindhebbers: 469 - Besluit om te Jacatra een fort te bouwen; strijd met de Ergelsen; 1618 - Overwinning; Batavia; 1619: 470 - Overeenkomst tussen de Compagnieën in Europa; 1620 - De Engelsen niet in staat die uit te voeren: 471 - Coen onderwerpt de Banda-eilanden - Ontvolking van die eilanden; Engelsen terechtgesteld op Amboina; 1623: 472 - Coen stichter v.h. Ned, O.I. rijk: 473 - Wil ‘kolonie planten’ - De Comp. misgunt de nederzetters vrijheid - Afkeuring van Coen's wreed optreden: 474 - Onverstandigheid daarvan; v.d. Haghen's ideaal. | |||
Van Diemen in de Molukken | |||
Na een rustpoos opnieuw krachtig voortschrijden onder A. van Diemen: 475 - Onderwerping der Molukken - Het monopolie bij 's Compagnies grote onkosten onontbeerlijk geacht: 476. | |||
Van Diemen en de Portugezen; Ceilon | |||
Formosa; Ceilon: 476 - De Portugezen in Azië:477 - Verovering van Negombo en Gale; 1640 - Van Malakka (na het herstel van Portugal's onafhankelijkheid); 1641: 478 - Vrede met Portugal, 1641, pas in 1644 van kracht in Indië; Ceilon slechts gedeeltelijk veroverd - Machtspolitiek en vreedzame handel. | |||
c. | De West-Indische Compagnie | 479 | |
Oprichting, doel | |||
Strijd tegen Spanje de eerste taak - Grote buit: 480 | |||
Brazilië; Johan Maurits | |||
Verovering van Olinda, 1630 - Langzame uitbreiding: 481 - J.M. van Nassau goeverneur, 1636: 482 - Portugese bevolking gehandhaafd; geringe Ned. nederzetting: 483 - Mauritsstad - Verhouding der godsdiensten: 484 - Onzekere toestand; J.M. teruggeroepen, 1644. | |||
Ongunstige keer in Brazilië | |||
Portugese opstand, 1645; Nederlanders op het Recief teruggetrokken: 485 - Krakeel in moederland en kolonie. | |||
Nieuw-Nederland | |||
De W.I.C. neemt de pelsjagerij aan de Hudson over: 486 - Engelse nederzettingen aan weerskanten; Eng. pretenties - Landbouwkolonie begint: 1623, '25: 487 - Patroonsstelsel aan de Wilde kust en in N. Ned., 1627, '29: 488 - Geknoei onder Van Twiller; St. G. pressen tot nieuwe kolonisatie-politiek, 1638 - Van Rensselaar: 489 - Nederzetting onvoldoende om Engelse opdringing te stuiten - Ongeschiktheid der amhtenaren: 490 - Kieft: Indianenoorlog, 1643: 491 - klachten der nederzetters; Stuyvesant vervangt Kieft, 1647 - Maar treedt bar op tegen de ontevreden burgers: 492 - Dezen vinden gehoor bij de Staten - Hachelijke toestand van het gewest; oorzaken. |
[pagina 555]
4. | Cultuurleven | 493 | |
Religie en wetenschap | |||
Het Calvinisme niet de enige drijfveer: 493 - Zelfs binnen de gereformeerde kerk blijft verdeeldheid - De Katholieken talrijk, maar hun bijdrage aan de beschaving niet evenredig: 494 - Ook hier verdeeldheid; twisten tussen regulieren en seculieren; de Jezuieten; Jamsenius: 495 - Doopsgezinden, Remonstranten: 496 - Onafhankelijkheid der regenten; versnippering v.h. gezag; rechtsgevoel - Heerschappij v.d. aristotelische philosophie: 497 - Philologie; natuurwetenschappen - Voetius - Teellinck's puritanisme: 498 - Descartes - Strijd te Utrecht om Regius: 499 - Voetius brengt deze tot zwijgen en lokt aanval op Descartes zelf uit - Te Leiden: Heereboord, Heidanus. | |||
b. | De beeldende kunst | 500 | |
Antwerpen als kunstcentrum | |||
Rubens - Van Dijck, Jordaense.a-:501 - Sculptuur - Barok en eigen Nederl. trekken - Brouwer: 502 | |||
Holland en Utrecht | |||
Kunstliefde in het Noorden - Eigenaardige ontwikkeling bevorderd door omstandigheden: 503 - Contrast tussen Holl. en VI. kunst ontspringt niet aan verschil in volksaard - Soortgelijke kunst als de bekendste VI. ook in het N. in zwang - Klassicisme in de bouwkunst; Van Campen: 504 - Klassicistische en italianiserende schilders; de Utrechtse school - De eigenaardig Hollandse richting; Hals: 505 - De landschapschilders: 506 - Rembrandt. | |||
c. | De letterkunde | 507 | |
Het Noorden | |||
Bloeitijd - De schrijftrant van niet specifiek letterkundigen - Cats: 508 - Huygens: 510 - Hooft: 512 - Vondel: 513 - Het toneel ontsnapt aan de intellectuelen; Jan Vos, kunst- en vliegwerk: 516. | |||
Het Zuiden | |||
Schrille tegenstelling in letterkundige kwijning daar - Humanisten; geen belangstelling voor het Nederlands - Uitgeverij in N. en Z.: 517 - R. Verstegen: 518 - De Harduyn - Boëtius à Bolswert en Poirters: 519. | |||
5. | Noord en Zuid tegenover elkander | ||
a. | Maatschappelijke verhoudingen | 520 | |
Overeenkomsten en verschillen tussen Noord en Zuid | |||
Rechtsgedachte en brede burgerstand aan alle Nederl. gewesten gemeen - Adel in Holland, Oosten en Zuiden - Verbindingen tussen adel en hogere burgerij in Vl.: 521. | |||
De Hollandse regentenstand | |||
Het merkwaardigst sociaal verschijnsel: 522 - Buitenlands onbegrip; beweerde geldzucht - Invloed van handel - Ideale conceptie v.d. regeerders; werkelijkheid anders; Vondel: 523 - Corruptie elders erger: 524 - Misstanden in de rechtspraak; vergelijkenderwijs echter humaan - Voortbestaande gemeenschapszin; de hofjes; het A'damse tuchthuis: 525 - Plaatselijk bestuur: 526 - Hooft, Pauw, de Bickers: cultuur en staatsmanschap. | |||
b. | Het eenheidsbesef en zijn beperkingen | 527 | |
Persoonlijke betrekkingen over de grens heen - Huygens en de eenheid der schilderscholen - Noot over Belgium-Nederland: 527/8 - Invloed der Noordelijke dichters in het Z.: 528 - Zwakheid der algemeen beschaafde taal; echter veel sterker in het N. op grondslag van Hollands; O.-Friesland, Kleef: 529 - Cultureel eenheidsbesef zonder politieke consequentie: 530. | |||
Bronnen van aanhalingen | 535 | ||
Errata | 538 | ||
Personenregister | 539 | ||
Kaarten | 544 |
[Deel II]
[pagina ongenummerd (p. II)]
GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE STAM
[pagina 2]
Met grote erkentelijkheid vermelden wij de krachtige steun van het ‘Simons W.B.-fonds’ welke het tot stand komen van deze uitgaaf mede mogelijk maakte.
Directie Wereldbibliotheek
[pagina 3]
PROF. DR P. GEYL
GESCHIEDENIS van de NEDERLANDSE STAM
DEEL II (1648-1751)
HERZIENE UITGAAF
WERELDBIBLIOTHEEK N.V.
AMSTERDAM - ANTWERPEN
MCMXLIX
[pagina 4]
BANDONTWERP VAN JAC. NUIVER
·drukkerij·en·binderij
wreldbibliotheek·n·v·
[pagina 443]
Errata
Blz. 18 regel 17 | van onder: konvoïeren, | moet zijn: konvooïeren. |
Blz. 179 | De voetnoot moet luiden; Zie hiervoor blz. 118. | |
Blz. 195 | De illustratie is een zinneprent op het Groot Verbond van 1701. | |
Blz. 383 regel 5 | van onder: G.G. Mauricius, | moet zijn: J.J. Mauricius. |
Blz. 383 regel 20 | van boven: Carel Bentinck, | moet zijn: Charles Bentinck. |
Blz. 394 | Het onderschrift van het portret moet luiden: Gilles |
[pagina 445]
INHOUD
DE REPUBLIEK TUSSEN FRANKRIJK EN ENGELAND. - DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN DOOR FRANKRIJK BEDREIGD [1648-88]
BOEK VI | |||
1. | DE VESTIGING VAN HET REPUBLIKEINS BEWIND, 1648-54 | 5 | |
a. | Kortstondige ambities van Willem II; 1648-50 | 5 | |
Willem II hervat zijn vader's politiek; Karel II in Holland's spanning met het Engelse Parlement; Holland zendt Schaep: 5 - Willem II's betrekkingen met Frankrijk: 6 - Twist over afdanking; St.-G. geven 5 Juni '50 volmacht aan W. II; bezending: 7 - Buitenlandse staatkunde, eigenlijke inzet: 8 - Zes heren gearresteerd; aanslag op Amsterdam: 9 - Uitslag onbeslist: W. II † Nov. '50; uitheems monarchaal beginsel verslagen: 10. | |||
b. | De Grote Vergadering; Jan.-Aug. '51 | 10 | |
Twisten in 't Oranjehuis; Maria; St. v.H. nodigen de ‘bontgenoten’ naar Den Haag: 11 - Holland tegen Stadhouder- en Kapit. Gnlschap; provinciale zeggenschap over 't leger versterkt: 13 - Willem II's handelingen vernietigd; Katholieken; predikanten: 14 - Oligarchie gesloten; de Vrijheid: 15. | |||
c. | De eerste Engelse oorlog | 15 | |
Engels gezantschap in Den Haag teleurgesteld: 15 - Navigation Act.; oorlog; gevaar van de kant van Zweden en Spanje; rampspoedige situatie in de naastgelegen zeeën: 16 - Engelse oorlogsvloot beter toegerust; 17 - Tromp; driedaagse zeeslag: 18 - Slag bij Nieuwpoort, Juni '53; Nederland geblokkeerd: 19 - Het nieuwe regiem in gevaar; ‘razernij’ van Oranje-gezindheid; onverantwoordelijk drijven en stoken; J. de Witt Raadpensionaris: 20 - Krachtige verdediging in weerwil van verbrokkeld stelsel; tegelijk streven naar vrede: 21 - Oranjebewegingen bedwongen; onderhandelingen in Londen; vrede en Acte van Seclusie: 22 - Twistgeschrijf over die laatste; de vrede laat de positie der Rep. in wezen: 23. | |||
2. | DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN WORDEN EEN EUROPEES PROBLEEM | 24 | |
De scheuring schept geen stabiele toestand: 24. | |||
a. | De Republiek geisoleerd; Oostzee-kwestie | 24 | |
De Zuidelijke Nederlanden bedreigd: Fr. oorlog voortgezet: 24 - Cromwell mengt er zich in, 1657; veroveringen in Vlaanderen: 25 - Ongerustheid in Den Haag; complicaties met Portugal en Oostzee: 26. | |||
Voorbijgaand plan van ‘kantonnement’ | |||
Frans voorstel van ‘kantonnement’ der Z.N.: 26 - Amsterdam onwillig; Mazarin geeft het plan op: 27. | |||
Nederlandse interventie in de Oostzee | |||
Haags concept tot tussenkomst in de Oostzee, 1658: 27 - De Ruyter op Funen; Karel X †, 1660; aanzien van het Staats regiem: 28. | |||
b. | De Zuidelijke Nederlanden en de vrede van de Pyrenaeën | 28 | |
Fr.-Sp. vrede: huwelijk en gedeeltelijke ontruiming van Z.N. veroveringen: 28 - Afhankelijkheid en lijdelijkheid der Z.N. bevolking: 29 - Locale vrijheden ontzien: 30 - Onlusten te Antwerpen, 1659; de gilden; het gepeupel: 31 - Inmenging van de centrale regering; Antwerpen vernederd: 32 - Regering hoopt op Staatse steun tegen Frankrijk: 33. | |||
c. | Holland, Oranje en Karel II | 34 | |
Restauratie in Engeland, 1660: 34-Maria vertrouwt ‘educatie’ aan Holland toe; Maria †; Karel II wil St. v.H. niet als ‘oppervoogden’ erkennen; educatie opgegeven: 35 - Nationale gevoelens der heersende klasse tegen Oranje in 't geweer; Downing en de Oranjepartij; verdrag met Engeland, 1662; houding der landgewesten: 36. | |||
d. | De Republiek in verband met Frankrijk | 37 | |
Ook in Frankrijk economische wedijver tegen Holland; Lodewijk wenst echter om politieke redenen verbond: 37 - De Witt begint onderhandelingen over Z.N; plannen tot verdeling, tot kantonnement: 38 - Devolutierecht: Lodewijk acht concessies aan Rep. dus onnodig: 39 - De Witt toch tegen aansluiting bij Spanje: machteloosheid van Spanje, spanning met Engeland: 40 |
[pagina 446]
3. | KOLONIALE UITBREIDING EN DE TWEEDE ENGELSE OORLOG | 40 | |
a. | De Oost-Indische Compagnie | 40 | |
Nederzetting aan de Kaap de Goede Hoop | |||
Vestiging onder Van Riebeeck, 1652: 41 - Vrijlieden, slaven; Nederl. taal; moeilijkheden: 43 - Stenen fort, 1666: 44. | |||
Van Goens en de verovering van Ceilon, Negapatnam en Malabar | |||
Oorlog met Portugal hervat: 44 - Verovering van Colombo, 1655; van Toetoekorijn, Jafnapatnam, Negapatnam, 1658: 45 - Van Kotsjin, 1663; naijver van Engelsen en Nederlanders; Porka: 47 - Portugezen uit Makassar verdreven, 1660; Formosa verloren: 48. | |||
b. | De West-Indische Compagnie | 48 | |
De ontruiming van Brazilië | |||
De With verlaat Brazilië, 1649; capitulatie, 1654: 49. | |||
Het verlies van Nieuw-Nederland | |||
Afgevaardigden der burgerij naar de St.-G.; Van der Donck: 49 - Grieven; halfslachtige houding der St.-G.; voortdurende onzekerheid ten opzichte van de Engelsen: 50 - Bevordering van landverhuizing: 51 - Veel vreemde elementen; Engelse regering steunt indringers; aanval 1664: 52 - Stuyvesant tot capitulatie gedwongen; verengelsing, gevolgen: 53 | |||
De Westkust van Afrika, Guyana en de Antillen | |||
Goudkust - Nederzettingen op de Wilde Kust: 54 - Op de Antillen; Engelse Compagnie voor West-Afrika: 55. | |||
c. | De oorlog en de vrede | 56 | |
Obdam, C. Tromp, De Ruyter; Munster | |||
Engelse agressie, maar de Nederl. politiek van uitsluiting in Azië en Afrika provocatie: 56 - Nederlaag bij Lowestoft, Juni '65: 57 - Oranje-bewegingen; geestkracht van De Witt; De Ruyter terug en met het opperbevel belast: 58 - Steun van Lod. XIV; de Z.N. kwestie; oorlog met Munster; de Katholieken: 59 - Vierdaagse en tweedaagse zeeslagen; Tromp afgezet: 61. | |||
De samenzwering van Buat | |||
Arlington mobiliseert door Buat de Orangisten voor vrede; de Prins Kind van Staat: 61 - Buat ontmaskerd: 62. | |||
Chatham en de vrede | |||
Vredesonderhandelingen te Breda; tocht naar Chatham: 63 - Vrede; Nieuw-Nederland en Suriname: 65 | |||
4. | TRIOMF EN ONDERGANG DER EVENWICHTSPOLITIEK | 65 | |
a. | De Triple Alliantie en de vrede van Aken. | 65 | |
Devolutie-oorlog: 65 - De Rep. tracht te bemiddelen; Engelse houding; Temple; Triple Alliantie, Jan. '68: 66 - Vrede te Aken tussen Spanje en Frankrijk; Franse ontstemming tegen St.-G; geen dank van Spanje: 67 | |||
b. | Het komplot van Dover | 67 | |
Economische naijver doet Temple's beloften vergeten; verdrag te Dover, Mei '70: 68 - Colbert's anti-Ned. protectionisme; De Witt ingelicht: 69 - Eeuwig Edict, '68; Acte van Harmonie, '70: 70 - Velen wensen W. III te bevorderen om K. II te paaien; De Witt integendeel: 71. | |||
c. | Zwakheden van het Staats bewind | 71 | |
Verhouding tot de gereformeerde orthodoxie | |||
Predikanten krijgen enkel goede woorden in zake onderdrukking papisme: 71 - Staten gaan iets verder tegen Cartesianisme; resolutie van '56 echter niet uitgevoerd; twist te Leiden: 72 - 1660 een keerpunt; Voetius; Lodenstein: 73 - Strijd tussen Leiden en Utrecht over Sabbath-Viering; Voetius in onmin met zijn eigen overheid: de kerkelijke goederen: 74 - Twee predikanten uit Utrecht gezet, '60: 75 - St. v.U. en v.H. in verbond; valt samen met restauratie; predikanten zien naar Oranje: 76 - Meer twisten te Utrecht; Burman, Van Velthuysen; Spinoza's Tractatus, '70: 77 - De Gereformeerden de enige krachtig georganiseerde groep: 78. | |||
In de Unie | |||
Valckenier te A'dam: 78 - Zwakheid der defensie te land; vreemde legeraanvoerders: 79 - Particularisme en corruptie in de landgewesten; Friesland, Overijsel, Utrecht en Brabant; De Witt versaagt niet; 80. | |||
5. | DE REPUBLIEK DOORSTAAT DE SCHOK | 80 | |
a. | Gelderland, Utrecht en Overijsel verloren | 80 | |
De vestingen aan de Rijn gaan over; de IJsel-linie overgegeven; de Waterlinie: 81-Munster in Overijsel; ge- |
[pagina 447]
stuit voor Groningen: 82 - Paniek in Holland: 84 - Zending van P. de Groot in weerwil van A'dam: 8.5 | |||
b. | De val van het Staats bewind | 85 | |
Verheffing van Willem III, begin Juli; De Groot's Verslag; veranderde omstandigheden; A'dam, Van Beuningen: 86 - Engelse gezanten trachten W. III te verleiden: 87 - Partijgeest, maar W. III houdt zich schrap: 88 - Volksopwinding; C. de Witt beschuldigd; moord der Witten; invloed van Engelse intrigues: 90 - Wetsverzetting in Holland door W. III; burgerij streeft naar hervorming; Amsterdam: 91 - W. III niet voor democratie: 92. | |||
c. | Ontruiming van het grondgebied en vrede met Engeland | 92 | |
De oorlog in 1672 en '73 | |||
Positie van W. III: 92 - De Fransen te Utrecht; de Katholieken; legervermeerdering, belastingen: 93 - Onlusten in Friesland; Luxembourg valt in Holland, Dec. '72: 94. | |||
De Ruyter in 1673 | |||
De Ruyter en C. Tromp verzoend; Schoonveld, Juni '73: 95 - Kijkduin, 21 Aug. '73; indruk op de vijand: 96. | |||
Het Haags verbond en de ontruiming van het grondgebied | |||
Haags verbond, Nov. '73 (met Spanje en Keizer): 96 - Fransen ontruimen Staats gebied, najaar '73, voorjaar '74: 97. | |||
Vrede met Engeland | |||
Vrede met Engeland, Febr. '74: 97 - Het herwonnen Nieuw-Ned. weer prijs gegeven; niettemin koloniale positie gehandhaafd: 98. | |||
6. | WACHTEND OP ENGELAND | 99 | |
a. | De eerste coalitie-oorlog tegen Frankrijk. 1674-8 | 99 | |
Willem III's macht | |||
Stelselmatige en onscrupuleuse opbouw; Zeeland: 99 - Utr., Gelderl. en Overijsel herwonnen; ‘regeringsreglementen’: 100 - Verzet tegen soevereine waardigheid; ergernis van W. III: 101 - Sterke arm in dienst der orthodoxie; nieuwe regenten handhaven gezag over de kerk; orthodoxen en de oorlog: 102. | |||
De oorlog en de vrede (van Nijmegen, 1678) | |||
Veroveringsplannen der anti-Fr. coalitie; weerkracht van Frankrijk: 103 - Veldtocht van '74; beproevingen Z.N.; slag bij Kassel, '77; oorlogsmoeheid in de Rep.: 105. - Vredescongres te Nijmegen, '76; W. III belichaamt oorlogspolitiek; niet uit dankbaarheid jegens bondgenoten: 106 - Zijn hoop op tussenkomst van Engeland; het Franse gevaar; onverstaanbaar voor de openbare mening: 107 - Oppositie van A'dam; K. II schijnt van koers te veranderen; Eng. huwelijk van W. III, 77; onbetrouwbaarheid van K. II; wapenstilstand; nieuw oorlogsgerucht; vrede: 108 - Brandenburg en Oostenrijk, zelfs Spanje, verstoord; vrede onvermijdelijk: 110. | |||
b. | Amsterdam houdt een ‘ontijdige oorlog’ tegen | 110 | |
De Luxemburgse kwestie | |||
Internat. situatie gunstig voor Lod. XIV: 110 - Reunions; Luxemburg bedreigd; Spanje roept Staatse hulp in, '82-3: 111 - A'dam voor Frans compromis-voorstel: woede van W. III: 112. | |||
Willem III's hevigheid tegenover Amsterdam | |||
A'dam beschuldigd wegens verkeer met d'Avaux, '84: 113 - Heldhaftigheid in W. III's figuur; rechten van voorzichtig beleid; kracht van A'dam's verzet: 114 - Verzet elders; staatsmachine gestremd; A'dam's politiek zegeviert; W. III gekrenkt: 115 - Besef van het gevaarlijke der onenigheid: 116. | |||
De vervolging der Hugenoten; verzoening in de Republiek | |||
Indruk van herroeping Edict van Nantes; verzoening met Friesland en A'dam: 116 | |||
c. | Engeland in het anti-Frans verbond gehaald | 117 | |
Verhouding tot Jacobus II; verzoek van Eng. aanzienlijken aan W. III om over te komen, Juli '88: 117 - A'dam gepolst; het volk in beweging; St. v.H. en St.-G. besluiten W. III te helpen: 118 - Lod. begint Duitse oorlog; expeditie naar Engeland gelukt: 119. | |||
7. | DE OOST-INDISCHE COMPAGNIE | 119 | |
a. | Gezagsuitbreiding in de Maleise Archipel | 119 | |
Van Goen's grote plannen voor Ceilon; kritiek van Van Dam; uitbreiding in de Archipel onafwijsbaar: 120 - Speelman naar Makassar, '66; Bogaais verdrag: 121 - Java-oorlog '76: Compagnie steunt Amanghoe-Rat tegen grote voordelen: 122 - Bantam onderworpen, Engelsen verdreven, '82; positie v.d. Compagnie: 123 - Uitbreiding voortaan nog slechts binnen afgestoken palen: 124. |
[pagina 448]
b. | De Nederlandse samenleving in Indië | 124 | |
Gelukzoekers, vreemdelingen; wetenschappelijke werken: 125 - Geen volksplanting; handelsmonopolie; ontduiking door de beambten: 126 - Materialistische geest; slavernij: 127 - Portugese taal: 128 - Godsdienst; positie der predikanten: 129 - Verwaarlozing der zending: 130 - Verschil tussen Prot. en Kath. hierin: 131. | |||
8. | MAATSCHAPPIJ EN CULTUURLEVEN | 131 | |
Contrasten tussen geestelijk en staatkundig leven | 131 | ||
a. | De Hollandse regentenstand | 132 | |
De Witt, zijn glorietijd; toeneming van welvaart, comfort en weelde: 132. | |||
Soberheid en verantwoordelijkheidsgevoel van de regentenstand | |||
Republikeinse ideologie; P. de la Court e.a.: 133 - Oneindige schakeringen: 134 - Regentenstand diep in de maatschappij gefundeerd; Temple over het vertrouwen v.h. volk 135: - Soberheid van levensvoering: 136. | |||
Verfransing van de adel | |||
Schamperheid van verfranste edelen; systeem der vrijheid en nationalisme: 136 - Verfransing: adel, hof, de réfugie's: 137 - Groter weerstandsvermogen van de burgerregenten: 138. | |||
Verschijnselen van oligarchische ontaarding | |||
Schaduwzijden; contracten van correspondentie in Zeeland; 139 - Spot met het woord Vrijheid; nepotisme; wantrouwen: 140 - De uitbarsting van '72: 141. | |||
De regering van Willem III | |||
De omwenteling leidt niet tot hervorming; W. III wenst slechts werktuigen; corruptie; Rotterdam; de baljuw: 142 - Kievit; Odijck in Zeeland; de contracten: 143 - A'dam nog het meeste weerstandsvermogen; anti-democr. houding; Huygens' dagboek: 144 - De Vrijheid in verval: 145. | |||
b. | Godsdienst | 145 | |
Strijd en veelvormigheid: 145. | |||
Jezuiëten en Jansenisten in de Vlaamse Nederlanden | |||
Jansenistisch verzet tegen Jezuïetische Contra-Reformatie: 145 - Aartsbisschop Boonen in conflict met Rome, 1651: 146 - Leuven steunt Jansenistische pastoors van Gent tegen hun bisschop, '69: 147. | |||
Dezelfde strijd onder de Noord-Nederlandse Katholieken | |||
In 't Noorden steunt De la Torre op Brussel, zijn opvolger Neercassel op Leuven; nationaal-Nederlands karakter der Jansenistische richting: 147. | |||
Gereformeerden en dwaalgeesten | |||
Letterknechterij en vervolgzucht in de gereformeerde kerk: 148 - Geval Momma-v.d. Waeyen, Roëll, Koelman: 149 - Bekker en zijn Betoverde Wereld, '91: 150 - Waarachtig godsdienstig leven: Lodenstein, à Brakel; verslapping der kerkelijke tucht: 151 - Labadie verwerpt de kerk; Van Hattum: 152 - Collegianten, Kwakers: Galenus, Zoet, Luyken: 153 - Persoonlijke religiositeit, mystiek; rationalisme; Koerbach: 154 - Meyer, Jelles, Spinoza: 155 - Dit individualisme heeft geen tegenhanger in 't Z.; Geullincx: 156. | |||
c. | Wetenschap | 156 | |
Philologie en geschiedenis | |||
Philologen, juristen, historici; gebruik v.h. Nederlands: 157. | |||
De natuurwetenschappen | |||
Natuurwetenschappen gestuwd door Cartesianisme; Chr. Huygens; lid der Academie des sciences; schrijft Frans: 158 - Swammerdam; Leeuwenhoek: 159 - Gebrekkige organisatie der wetensch. belangstelling in't N.; F.M. van Helmont: 160. | |||
d. | Beeldende kunst | 160 | |
Rembrandt: 160 - Andere verhouding tot de Hollandse dan Rubens tot de Vlaamse maatschappij; verschijnsel niet tot hem beperkt; de landschapschilders; Steen, De Hooch, Vermeer: 161 - Het eigenste weinig gewaardeerd: 162-Kunstinvasie uit Antwerpen; Jordaens; beeldhouw- en bouwkunst in 't Z: 163 - Quellinus en Verhulst in 't N.: 164 - Navolging van Italiaanse en Franse kunst: 165 - De Franse stijl bepaald door andere maatschappij en staat; kunstbegrippen van Pels en Hoogstraten; verdwijning van het eigene: 166. | |||
e. | Letterkunde | 167 | |
In het Noorden | |||
Kunst en letteren hebben weinig hulp aan het rijk godsdienstig leven: 167. |
[pagina 449]
De nawerking der groten | |||
De groten der vorige generatie: Cats, Huygens, Vondel: 167 - Toewas schraal: De Decker, Oudaen: 168 - Antonides v.d. Goes, enz.; Jan Luyken; verering van Vondel: 169. | |||
In de Zuidelijke Nederlanden | |||
Ook in 't Z. verering van Vondel; armoede in 't Z.; Joan de Grieck; De Swaen, van Duinkerken: 170. | |||
In het Noorden; de nieuwe geest | |||
Meyer en Pels, ‘Nil Volentibus Arduum’: toneelhervorming; houding der predikanten: 172 - Twistgeschrijf om ‘Nil’; hun navolging v.d. Fransen; ook Antonides, Oudaen, Vollenhove prediken onveranderlijke kunstwetten: 173 - Vondel's voorbeeld verschaft nog steun tegenover de Fransen; intellectuelen, regenten; de adel afwezig in de cultuurgeschiedenis: 174 - Ontwikkeling v.d. prozastijl: 175 - In 't Zuiden leegte; zwakheden ook v.d. Noordelijke cultuur: 176. |
MET ENGELAND TEGEN LODEWIJK XIV; DE REDDING DER ZUIDELIJKE NEDERLANDEN; 1688-1715.
BOEK VII | |||
1. | ONDER DE STADHOUDER-KONING | 177 | |
a. | De tweede coalitie-oorlog tegen Frankrijk; 1688-97 | 177 | |
Oorlog begint, Nov. '88; Willem III in Engeland en Ierland: 117 - Vreugdevolle ontvangst in Den Haag, 1691; Congres aldaar van Frankrijk's tegenstanders: 178 - Moeilijke verhouding tot Engeland: 179 - Willem III verengelst niet, maar onderschikt ook Nederlandse belangen aan zijn algemene politiek: 180 - Amsterdams verzet; Bentinck speelt democratische aspiraties tegen de regenten uit, maar hij en Willem III hebben geen ware eerbied voor de privileges: 181 - Inmenging in de regententwist te Goes; Holland's resolutie van 1694 om de predikanten te onderwerpen: 182 - Slechte gang van de oorlog; Zuidelijke Nederlanden hebben veel te lijden: 183 - Bombardement van Brussel, 1695: 184 - Halewijn veroordeeld wegens ongeoorloofde verstandhouding met Frankrijk; Willem III begint zelf onderhandelingen, 1693; verstaat zich met Amsterdam: 185 - Biddersoproer: 186 - Willem III acht de keizerlijke obstructie tegen vrede ‘onverdraaglijk’; Lodewijk in weerwil van successen gematigd, vrede na onderhoud te Halle van Bentinck en Boufflers; Rijswijk 1697: 187. | |||
b. | Voortdurende economische voorspoed van Holland | 188 | |
Hoge belastingen; oude industrieën kwijnend; de Hugenoten vestigen nieuwe: 188 - Veel mededinging in overzeese handel, maar ook nog expansie: de Compagnieën, Spaans Amerika: 189. | |||
c. | Tussen twee oorlogen (1697-1702) | 190 | |
Spaanse successie-kwestie wordt acuut: verdelingsverdragen tussen Frankrijk en Zeemogendheden; ontstemming te Wenen en Madrid; Lodewijk aanvaardt het testament waarbij Karel II van Spanje zijn gehele rijk aan Lodewijk's kleinzoon Philips van Anjou nalaat, 1700: 192 - Willem III's politiek in Engeland gekritiseerd; hij had slechts met Nederlanders gewerkt; Heinsius: 193 - Ook Holland geneigd in het testament te berusten; onderhandelingen met Frankrijk over ‘securiteit’, nu de Zuidelijke Nederlanden onder een Frans vorst kwamen; Staatse barrière-garnizoenen omsingeld: 194 - Omkeer in stemming in Republiek en Engeland; groot verbond van Zeemogendheden en Keizer, 1701: 195 - Dood van Willem III: 196. | |||
d. | De nadagen van het Spaans bewind in de Nederlanden | 196 | |
De grote worsteling met Frankrijk gaat om de Zuidelijke Nederlanden: 196 - Geen gedachte van stamverwantschap of om de Z.-N. bevolking zelf mobiel te maken; machteloosheid van de goeverneurs: 197 - Sociale spanningen; stedelijke woelingen onder de Prins van Parma: 198 - Onbetrouwbaarheid der onderdanen in de strijd met Frankrijk: 199 - Niettemin schrik voor Franse bestuursmethoden; Franse taal in het geannexeerde Ieperen: 200 - Max. Em. van Beieren: 201 - Plannen voor economische hervorming: Bergeyck: 202 - Protectie, beweging van de naties 203: - Ontslag van Bergeyck; eerzuchtige intrigues van Max. Em.: 204 - Malcontente adel en gilde-democraten vrezen zijn Franse verbindingen; Max. Em. werpt het verzet neer: 205 - Lod. XIV met zijn hulp meester: 206. | |||
2. | DE DERDE COALITIE-OORLOG
DE SPAANSE SUCCESSIE-OORLOG, TEGEN FRANKRIJK (1702-13/15) |
206 | |
a. | De Zuidelijke Nederlanden onder Frans bewind (1701-6) | 206 | |
Frans-Spaanse heerschappij aanvankelijk als verzekering tegen Hollands-Engels ketterdom gevoeld; centraliserend en absolutistisch bewind weldra onaangenaam: 206 - Oorlog op Z.-N. bodem: 207 - Franse bestuurs hervormingen; Bergeyck; financiële eisen: 208 - Maatregelen tegen het Jansenisme: 209 - Staten van Brabant en Vlaanderen erkennen dus na Ramillies Karel III grif: 211. | |||
b. | Het stadhouderloos bewind in de oorlog | 211 | |
De ‘republikeinse’ partij grijpt de macht; ongeregeldheden in Zeeland: 211 - Eveneens in Gelderland: |
[pagina 450]
212 - Anti-Orangistische geschiedopvatting: 213 - Eensgezinde voering van de oorlog verklaard door zijn economische betekenis; ook door de hechte aaneensluiting van de regerende stand; moeilijkheid van het opperbevel: 215 - Internationaal karakter van het leger: 216 - Marlborough opperbevelhebber; Marlborough en de gedeputeerden: 217. | |||
c. | De Republiek overvleugeld door Engeland | 217 | |
Diplomatieke misrekeningen en teleurstelling (1706-13) | |||
Initiatief bij het oorlogsbeleid aan Engeland: 217 - Verbond met Portugal, 1703; de Staten laten de oorlog in Spanje aan Engeland over; de Staten verdiept in hun barrière plannen: hun territoriale politiek: 218 - Zij nopen Marlborough het goevernement van de Z.N. af te wijzen; naijver tussen de Zeemogendheden: 219 - De Republiek heeft Engeland nodig om haar barrière-plan te verwezenlijken: 220-In 1709 richt Frankrijk ver-gaande vredesaanbiedingen tot de Republiek, die zich echter bij het ultimatum (‘preliminairen van Den Haag’) van haar bondgenoten aansluit, dat voor Frankrijk onaannemelijk blijkt: 221 - In 1710 blijven Buys en Van der Dussen trouw aan de oorlogspolitiek der Whigs; te verklaren door het Townshend-verdrag, waarbij de Staten in 1709 barrière- en economische toezeggingen van Engeland hadden afgeperst: 222 - Whigs vervangen door Tories: 223 - Geheime verstandhouding tussen Engeland en Frankrijk en perscampagne tegen de Staten om verscheuring van het Townshendverdrag te rechtvaardigen: 224 - Staten trachten oorlog samen met Oostenrijk voort te zetten; nederlaag bij Denain, zomer 1712; Staten onderwerpen zich aan Engeland's leiding; nieuw barrière-verdrag, Jan. 1713: 225. | |||
Vrede van Utrecht | |||
Engeland profiteert, Frankrijk wordt voor ergste verliezen bewaard, maar moet toch Ieperen en Veurne afstaan, barrière nog afhankelijk van Ned.-Oostenr. overeenkomst: 226. | |||
d. | De Republiek in de Zuidelijke Nederlanden (1706-15/8) | 227 | |
Voorlopig Nederlands-Engels bewind ingericht, 1706; Van den Bergh: 227 - Negatief karakter van het bewind; geslaagd Staten-verzet tegen De Meulemeester's belastingplan; Jansenisme vrijgelaten; Conferentie niettemin impopulair: 229-Vervolging van Gentse magistraten na de herneming van de stad, Jan. 1709: 230 - Verwarrend en demoraliserend effect van de gebeurtenissen; soms felle anti-Fransheid (Van de Ven): 231 - Toch geen toenadering van N. en Z.; de protestantse staatkunde der Republiek en de economische uitbuiting maken dat onmogelijk; Vlaams-Brabants saamhorigheidsgevoel (ofschoon practisch nog zwak) in verzet tegen de Hollanders: 232 - Beweging van Raad van State en Staten van Brabant en Vlaanderen, 1712 233 - Na herstel der Engels-Nederl. vriendschap treedt Van den Bergh krachtig op, 1713: 234 - Pas in 1715 echter krijgen de Staten steun van Engeland in hun barrière-onderhandelingen met Oostenrijk; de barrière-regeling: 235 - Hevige verontwaardiging in Br. en Vl.; enige concessies: 236. | |||
e. | Nabetrachting | 236 | |
Noord en Zuid tegenover elkander | |||
De Z. Ned. gered van opslorping door Frankrijk; niettemin N. en Z. zo scherp verdeeld als ooit: 237 - Er roert zich iets in het Z., maar tegen Holland: 239. | |||
Gevolgen voor de Republiek | |||
Frankrijk gestuit, maar Engeland een wereldmacht geworden, terwijl de Republiek aan het vasteland gekluisterd zat: 239. | |||
3. | DE NOORD-NEDERLANDERS BUITEN EUROPA | 240 | |
a. | De Oost-Indische Compagnie | 240 | |
De eerste Javaanse successie-oorlog, 1706-9 | |||
Laag peil van de Javaanse vorsten; verzet tegen de compagnie veelal van niet-Javaanse elementen; Soerapati: 241 - Soenan Mas, in opstand tegen Pakoeboewana, gesteund door Soerapati; de Compagnie voert oorlog voor P., na nieuw verdrag van 1705: 242 - Compagnie organiseert leveranties van de regenten onder Soesoehoenan: 243. | |||
Financiële zorgen; monopolie, leveranties | |||
Interkoloniale handel kwijnt; geval Beeck; onmogelijke positie der vrijburgers: 244-De regering te Batavia erkent nutteloosheid van ‘exclusieve contracten’ en onderdrukking der inlandse vaart; Chastelein en zijn denkbeelden over het belang van inlandse welvaart: 245 - Heren Zeventien echter zoeken heil slechts in verscherping van het monopolie: 246 - Van Beuningen, Van Dam; nepotisme te Batavia: 247 - Verliezen in Indië opgewogen door hoge winsten uit invoer in Europa: 248 - Hernieuwde kritiek in Holland op de alleenhandel der Compagnie: 249. | |||
De Kaap onder de Van der Stels; 1679-1707 | |||
Zeer langzame toeneming, maar na 1685 op eenmaal een golf van Hugenootse nederzetters en tevens meer Nederlanders: 249 - Simon van der Stel, 1679-99: 250 - Stellenbosch; bestuursinrichting; maatschappij: 251 - De Fransen; economische onvrijheid; W.A. van der Stel, 1699-1707, en Vergelegen: 252 - Be- |
[pagina 451]
zwaren van de burgers; hevig optreden van de goeverneur: 254 - Adam Tas; de Zeventien roepen Van der Stel terug: 255 - Toekomstplannen: 256. | |||
b. | De West-Indische Compagnie | 256 | |
De West-Indische bezittingen in de oorlogen | |||
De nieuwe Compagnie 1674; de verschillende bezittingen; patroons: 256 - Suriname; Van Aerssen; zwakke positie van de Compagnie vergeleken met de O.I.C.: 258 - Weerloosheid tegen Franse kapers, 1708-9, 1712-3: Essequebo, St. Eustatius, Curaçao, Suriname gebrandschat: 259 - Ontstemming van de vrijburgers: 260 - Staten-Generaal steunen Societeit: 261. | |||
De Guinese kust en de slavenhandel | |||
Coymans-asiento, 1685-9; de eigen markt verwaarloosd; lorrendraaiers: 262 - De forten aan de Guinese kust; Bosman's schets van de toestanden; kleine verhoudingen; concurrentie van Engelsen en Zeeuwse lorrendraaiers: 263 - De slavenhandel; Fida: 264 - Slavenkamp te Curaçao, onmenselijkheid er van: 265. |
HOOGTIJ EN VERVAL VAN HET BARRIERE-STELSEL; 1715-51
BOEK VIII | |||
1. | DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN ONDER KAREL VI, 1715-40 | 266 | |
a. | Het absolutisme en de standen | 266 | |
Prié waarnemend goeverneur: 266 - Verzet van de Brusselse ‘naties’, 1717: 267 - In 1718 moet Prié voor het oproer wijken; moeilijkheden ook elders; in 1719 komen Duitse troepen in het reeds weifelende Brussel de orde herstellen: 268 - Prié fel tegen de privileges; maatregelen tegen de dekens: 269 - Agneessens ter dood gebracht; machteloosheid van de oude organisaties der burgerij; nationale aspecten: 270 - Absolutistische tendenties van de regering; West Vlaanderen; de adel op zij geschoven: de beambten-raden hersteld, 1725: 271 - Ingrijpen van Maria Elisabeth te Gent: 272. | |||
b. | De Compagnie van Oostende | 273 | |
Karel VI begunstigt handelsondernemingen vanuit Oostende; vreemdelingen erbij betrokken: 273 - Argwaan in Holland en Engeland; oprichting van een Compagnie, 1723: 274 - Interprovinciale rivaliteiten; Engelse vrees voor Oostende oorlogshaven; de Compagnieën voelen zich bedreigd: 276 - St.-G. beroepen zich op Munster; Z.-N. verweer op grond van natuurrecht: 277 - Eenzijdigheid van hedendaagse Belgische voorstellingen; Europese verwikkelingen; Spanje: 278- Verdrag van Wenen, 1725; verbond van Hannover, waartoe Republiek in 1726 aarzelend toetreedt; Karel VI wijkt terug: vrede van Parijs, 1727: 279 - Oud Verbond hersteld; de Compagnie opgeofferd: 280. | |||
c. | De Zeemogendheden onttrekken zich aan een handelsverdrag | 281 | |
Art. 26 van het barrière-verdrag nog onuitgevoerd; in 1732 begonnen onderhandelingen afgebroken bij Poolse Successie-oorlog; Frans-Staats neutraliteitsverdrag, 1733: 281 - Nieuwe onderhandelingen, 1737; kwade trouw van de Staatsen: 282 - Nogmaals afgebroken, 1740: 283. | |||
d. | Maatschappelijk en geestelijk leven | 283 | |
Benepenheid en vervlakking | |||
Economische zwakheid, ofschoon niet zonder leven in landbouw en industrie: 283 - Verval van de kunst; rococo-werken: 284 - Zwakheid van publieke geest: 285 - De leus van de privileges; stand-egoïsme en nationale betekenis; Maria Elisabeth en haar hof: 286 - Adel nog niet grondig verfranst; Nederlands de taal de oude publieke lichamen: 287 - Intellectueel en sociaal echter verzwakt; verschillen met het Noorden: 289 - Verval van Leuven; Palfijn, Rega: 290 - Armoede van historische en politieke literatuur: 291 - In de letterkunde niets creatiefs; rederijkers: 292 - Geestelijke afgescheidenheid van het Noorden; Noordelijke geringschatting: 293. | |||
De onderdrukking van het Jansenisme | |||
Oostenrijkse regering hervat anti-Jansenistische politiek: 294 - Niettemin terughoudend tegenover 's aartsbisschop's eis van ondertekening van Unigenitus; Van Espen's verweer; eerst Maria Elisabeth steunt de aartsbisschop onvoorwaardelijk: 295 - Leuven ‘gleichgeschaltet’; Van Espen wijkt uit; het Jansenisme als nationale weerstand: 296. | |||
2. | DE REPUBLIEK ONDER DE VREDE; 1713-41. | 297 | |
a. | Verval | 297 | |
Voor de Republiek vrede niet zo'n weldaad: 297 - Stroefheid van de staatsmachine, ongeduld, ja minachting van buitenl. diplomaten; besef in den lande: 298 - Geldverlegenheid; Admiraliteiten tussen tegenstrijdige belangen der provinciën tot onmacht gedoemd: 299 - Verval van scheepsbouw en officiers corps: 300 - Nood van de handel: 301 - Engelse concurrentie steunend op politieke macht; achteruitgang van de industrie: 302 - Welvaart; de Vecht: 303 - Renteniersrijkdom; belegging in Engeland; de Staten bezorgd |
[pagina 452]
over handelsverval; porto-franco-plan: 305 - Er gebeurt evenwel niets; monopolie voorbij, echter naast achteruitgang wel degelijk vooruitgang elders: 306 - De eigenlijke zwakheid was politiek, de verlamming van de staat; zo zagen het ook Slingeland en buitenl. waarnemers: 307. | |||
b. | Van Slingelandt's hervormingsplannen | 308 | |
Van Rechteren's initiatief; Grote Vergadering, 1716-7: 308 - Holland's belang, maar Heinsius ontmoedigd; de Generaliteitsambtenaren, die leiding trachten te geven, hadden geen macht achter zich: 309 - Slingelandt's kritiek en waarschuwingen; geen gevolg: 310 - Slingelandt belooft om Raadpensionaris te kunnen worden niet voor stadhouder te zullen werken, 1727; euvel dieper dan mechanisme: de geest, Van Haren's aanklacht: 311. | |||
c. | De oligarchie en de gemeente | 312 | |
L. de Beaufort's Vrijheit in den Burgerstaet, 1737: 312-Verheerlijking van het bestaande: 313 -‘Correspondentiën’ strijdig met De Beaufort's ideaalvoorstelling; ‘Vriendschap’ te Tholen, waarvan hij deel uitmaakt 314 - ‘Omwenteling’ aldaar in 1740, door zijn zoon beschreven: 315 - Schijnheilig of van de werkelijkheid vervreemd?: 316 - Nivellering en nepotisme: 317 - Baatzucht; de gemeente ontstemd over de belastingverpachting; verdenking tegen de regenten: 318 - Corruptie bij Generaliteitambten: 319 - De posterijen als geldbron voor magistraten: 320 - Stedelijke ambten; onmacht van de gemeente tegenover de regenten: 321 - Hervormingsplannen na de vrede; invloed van democr. resten in het Oosten: 322 - Gering constructief vermogen; machtsbewustzijn der regenten: 323 - Geldtrots: 324 - Goede regenten; liefdadigheid: 325 - Materialisme; de regenten niet in tegenstelling tot de samenleving; veel bredere stand enes geestes met hen: 326 - Kleine burgerij geïmponeerd; slechts een Oranje kon aanval leiden: 327. | |||
d. | Willem IV en de Oranjepartij | 327 | |
Willem IV geb. 1711: 327 - Moeilijkheden met Pruisen over erfenis van Willem III, daarna met Zeeland over markiezaat; actie binnen constitutionele grenzen; geen beroep op het volk; de predikanten Staats: 328 - Oranje-politiek niet democratisch; een andere groep van dezelfde stand, Burmania's pamfletten: 329 - Politieke controversie in historische vormen; de Loevensteinse voorstelling van de geschiedenis overheerst, Burmania defensief; Willem schroomde niet voor beroep op Engeland: 330 - Zijn huwelijk, bedoeld om hem te verheffen, had averechtse uitwerking gehad: 331 - Aanstonds had Engeland hem daarom verloochend; maar zijn ogenblik zou komen: 332. | |||
e. | De Oost-Indische Compagnie | 332 | |
Voor-Indië en Ceilon | |||
Diep ingrijpen in inlandse samenlevingen; maar in patria slechts oog voor het persoonlijk winstbejag; Ceilon; de Radja: 333 - Cultures, seminaries, rechtspraak, geval Vuyst; opstand 1736; Van Imhoff: 334 - Koromandel; Malabar; oorlogje met Kalikoet, 1716: 335. | |||
Javaanse oorlogen en misstanden | |||
Tweede successie-oorlog, 1719-23; Soesoehoenan nog dieper onderworpen; koffie: 336 - Hoge dividenden in weerwil van kwijnende interkoloniale handel; corruptie; aandacht weer van Voor-Indië (Travancore) afgeleid door Javaanse moeilijkheden: 337 - Chinezenmoord te Batavia, 1740: 338 - Valckenier en Van Imhoff; oorlog breidt zich over Java uit: 339 - 1743 nieuw verdrag met Soesoehoenan; Madoerese oorlog tot 1745: 340 - Van Imhoff in 1742 als ‘hersteller’ terug naar Batavia: 341. | |||
3. | GEESTELIJK LEVEN IN DE REPUBLIEK | 341 | |
Tijdvak, dat van heel dit deel: 341 - Toenemende beschaving en verfijning; redelijke humaniteit, iets slaps, zelfgenoegzaams: 342. | |||
a. | Wetenschap | ||
Newton en Locke: 342 - Uffenbach's reis; oorspronkelijke vorsers; Boerhaave: 343 - Klassieke en oosterse studiën; rechten: 344 - Bynkershoek; Romeins recht en Latijn drukken nog op het nationale: 345 - Geen grote historie-schrijving; reisbeschrijvingen: 346 - Verder partijzucht en louter antiquarische belangstelling; ‘Klaas Kolijn’; Van Alkemade: 347 - Van Loon; het nationaal motief ontbreekt geenszins, bij Wagenaar krijgt het vormkracht; Tegenwoordige staat, Vaderl. Historie (1749-59): 348 - Wagenaar's betekenis: grote kwaliteiten van zijn werk, dat de heersende staatsgezinde en tolerante opinie generaties lang haar historische voorstelling schonk: 349 - Nederlandse taal: Huydecoper: 350 - Vergelijking met de Zuid-Nederlander Labare; L. ten Kate, stout wetenschappelijk denker: 351 - Rijkdom contrasteert met het Zuiden: 352. | |||
b. | Religie | 352 | |
Protestanten | |||
De Coccejanen begunstigd krachtens resolutie van 1694; nog wel controversie met de Voetianen: 352 - Fruytier: 353 - Dor intellectualisme en twistgeschrijf, Driessen, Van den Honert: 354 - Zaak Stinstra; rol van Willem IV: 355 - Toejuiching van Hofstede; Piëtisme; Schortinghuis, Smijtegeld; verandering bij vroeger in de algemene betekenis van deze twisten en stemmingen: de geestesontwikkeling ontsnapt aan theo- |
[pagina 453]
loganten en ‘dwepers’ beide: 356 - Voorbeelden; Burman's Leidse oratie: 358 - Geringschattende toon van Noordkerk's pleitrede in zake Deurhof's Job; geen anti-godsdienstigheid: 359 - De deftige predikant; het beeld van de heerszuchtige toch nog gangbaar: 360 - Anti-papisme: 361. | |||
Katholieken en Jansenisten | |||
Het pauselijk katholiekendom in scherper tegenstelling tot de protestantse staat; verhoudingen in de Generaliteitslanden: 361 - Betrekkelijke vrijheid in het Noorden gebruikt om onderlinge twist uit te vechten; Codde, apostolisch vicaris sedert 1688, in 1700 door de Paus ontzet: 362 - Controversie over de waarachtigheid van het Utrechts aartsbisdom: 363 - De Staten beschermen de kapittelpriesters tegen inmenging van de Nuntius te Keulen; zonder echter de anderen te vervolgen: 364 - Slicher bepleit tevergeefs actiever steun: 365 - Hoornbeek en Slingelandt, de ‘Jansenisten’ even weinig vertrouwend als de anderen, achten het opportuun een apostolisch vicaris toe te laten; er ontstaat een scherpe anti-Roomse geest: afschuw van de Jezuiëten: 366 - Het officie van Gregorius VII: 367 - Plakkaat van 1730 om de katholieke priesters aan banden te leggen: 368 - Tevens (niet ongunstige) regeling in de Generaliteitslanden: 369 - Slingelandt beproeft nu een vicaris toe te laten, 1732; maar een anti-paapse storm noopt de Staten het plan op te geven; tolerantie gepaard met staatsaanspraken: 370 - Katholieken tellen weinig mee in het Noorden; ‘Oud-Katholieken’ worden geen nationale katholieke kerk: 371. | |||
c. | Kunst en letteren | 371 | |
Luyken; Poot, die het eigen Holland voor een Arcadië moest verwisselen: 372 - Beeldende kunst: het academisme zegeviert: 373 - Bewondering van Poot; bouwkunst; Marot; de Vecht: 374 - Troost's zelfstandigheid; de Poëten-oorlog: 375 - Le Clercq's kritiek op Broekhuysen lokt D. van Hoogstraten uit; Van Effen vermeerdert de ergernis door kritiek op Vondel: 376 - Poëtisch vuur tegenover netheid van beschaven; maar beide zijden niets te zeggen: 377 - Eenvoud tegenover gezwollenheid; een standsverschil: 378 - Zoetelijkheid; Feitama: de volmaakte navolger van de Fransen: 379 - Op W. van Haren's Friso na is de zwakheid van de Nederl. letterkunde haar inhoudloosheid, geen verband tussen dichters en aristocratie: 380 - Van Effen's Franse publicaties: 381 - Maatschappelijke gebrokenheid: 382. | |||
d. | Verfransing en Nederlandse weerstand | 382 | |
Verfransing van de Haagse wereld: 382 - Toch ook wel Nederl. intellectuelen in die kringen, en van binnen uit kritiek op de verfransing: 383 - Mauricius, Burmania, Van Effen: 384 - Geestelijke energie van de Hugenoten: 385 - Maar de Nederlandse cultuur blijft actief; in het licht van de Franse bedreiging winnen de hiervoor besproken manifestaties aan belang; de burgerij niet aangetast: 386 | |||
4. | DE SCHOK VAN OORLOG; 1741-48 | 387 | |
a. | Hulpeloosheid en val van het Staats bewind | 387 | |
Hulp aan Maria Theresia; Engeland krachtiger onder Carteret, 1742: 387 - Moeite om de Republiek te doen handelen; obstructie van Amsterdam; W. van Haren's Leonidas: 389 - Willem IV en zijn provincies steunen de partij van actie niet; Bentinck van Rhoon verenigt niettemin Oranjeleus en oorlogspolitiek; zijn Engelsgezindheid; Engels-Franse oorlog: 390 - Franse inval in de Z.N., 1744; Fontenoy; barrière steden verloren, 1745: 391 - Slechte geest in leger en vloot, Cap Breton; jonge pretendent in Schotland: 392 - Brussel en Antwerpen in Franse handen: 393 - Amsterdam zet dreigement met afzonderlijke vrede door; onderhandelingen te Breda, echter door Sandwich gesaboteerd: 394 - Bentinck's ogenblik; verwarring; zijn samenwerken met Sandwich: 395 - De Fransen vallen in Zeeuws VI.: 396 - Oranjebeweging gestuwd door Engelse hulpverlening aan Zeeland, 29 April oploop in Den Haag; schrik van Gilles: 397 - Willem IV stadhouder: 398. | |||
b. | Hulpeloosheid van Willem IV; vrede van Aken | 398 | |
Financiële nood niet verholpen; Willem IV geen Willem III; Bentinck naar Engeland om tegen vredesonderhandelingen te protesteren, ongeacht de val van Bergen-op-Zoom: 399 - Grote beloften, maar in de winter begint Willem IV de moeilijkheden te beseffen; Ch. Bentinck naar Engeland om geld te vragen: 401 - Vredesonderhandelingen nu onvermijdelijk; praeliminairen van Aken, 30 April 1748; een uitredding, maar smadelijk: 402. | |||
c. | De oorlog en zijn nawerking in het Zuiden | ||
Maria Theresia ongeneigd de Z.N. aan haar bondgenoten op te offeren; Kaunitz breekt met de ultramontaanse richting van Maria Elisabeth; onverschilligheid van de bevolking t.o.v. de strijdende vorsten: 403 - Ontvangst van de Fransen te Gent en Brugge: 404 - Hard Frans bewind: 405 - Terugkerend Oostenrijks bewind feitelijk van barrière-servituten op soevereiniteit bevrijd: 406 - Tegelijk vrije hand tegenover de privileges: 407 | |||
d. | Teleurstelling van de hervormingsgezinden in de Republiek | 407 | |
Willem IV en de burgerbeweging, 1747-49 | |||
Versterking der stadhouderlijke macht van de verschillende Statenvergaderingen met behulp van volksbewegingen afgeperst; vervolgens bereid met de heren te regeren: 408 - Het grauw; de burgerij; de schutterijen: 409- Gebrek aan constructief democratisch vermogen; hervormingen; de posterijen; de stadsambten; 410 - Regeringsreglement in Gelderland hersteld; uitbarsting tegen de pachters in Friesland en |
[pagina 454]
Groningen; burgergecommitteerden; de Staten wenden zich tot Oranje; 411 - Pachtersoproeren in Holland, Juni; Willem IV doet de pachten afschaffen: 412 - Grilligheid en overhaasting van zijn beleid; burgerbeweging op de Doelen te Amsterdam, Augustus: 413 - Van Gimnig c.s., daartegenover Van der Meer, hofagent, en Raap: 414- Prins op het Herenlogement, 2 Sept.; burgergecommitteerden: 415 - Wetsverzetting: 416 - Wetsverzetting; burgers onvoldaan: vrije krijgsraad; pressie op de Prins en zijn dubbelzinnige beschikking; reactie in de stemming; straffe proclamatie bij 's Prinsen vertrek: 417 - Regentenpartij triomfeert: 418 - Woelingen te Leiden; troepen om de regentenheerschappij te beschermen; wetsverzettingen; conservatieve beslissing in zake belastingen: 419 - Ook te Haarlem garnizoen, 1749; Prins naar Friesland (Dec. '48) en Groningen (Nov. '49); oud stelsel onder Oranjevlag; oligarchie geknecht maar niet hervormd: 420 - Zwakheid van de burgerbeweging, maar Willem IV schoot als leider te kort; Bentinck's waarschuwingen: 421 - Verlies van populariteit; en de Amsterdamse regenten hernamen al in 1751 hun volledige onafhankelijkheid: 422. | ||
Centrale regering en haar problemen | ||
Ook hervorming van centraal regeringsapparaat faalt; enkel de regenten persoonlijk afhankelijk gemaakt: 423 - Prins werkt met de oude colleges en ambtenaren: 424 - Bentinck verdrijft Gilles en bepleit regeringsraad: 425 - 1749 regeringsraad ingesteld; lijdt meteen schipbreuk op onderlinge verdeeldheid: Gronsfeld en De Back, niet Engelsgezind genoeg naar Bentinck's zin, buiten de Conferentie voor buitenlandse zaken gelaten: 426 - In dit stelsel, geheel verschillend van het Engelse kabinetsstelsel, komt alles aan op een krachtig stadhouder; noch Willem noch Anna bij machte hun rol te vervullen: 427 - Brunswijk; leger en vloot; konvooien en licenten: 428 - Handel; ‘gelimiteerd porto-franco’-plan loopt in het zand, niet enkel door 's Prinsen dood: 429. | ||
Bronnen der aanhalingen | 433 | |
Personenregister | 439 | |
Errata | 443 | |
Kaarten | 444 | |
Inhoud | 445 |
[Deel III]
[pagina 1]
GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE STAM
[pagina 2]
WERELD-BIBLIOTHEEK
N.V. Maatschappij tot Verspreiding van Goede en Goedkope Lectuur opgericht in 1905 door Dr L. Simons Gevestigd te Amsterdam, directeur Leo Reinalda, en te Antwerpen, bestuurder Jan C. Winterink
DRUKKERIJ EN BINDERIJ VAN DE WERELD-BIBLIOTHEEK
[pagina 3]
PROF. DR P. GEYL
GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE STAM
DEEL III (1751-1798)
WERELD-BIBLIOTHEEK N.V. AMSTERDAM - MCMLIX - ANTWERPEN
[pagina 4]
BANDONTWERP VAN JAC. NUIVER
Met grote erkentelijkheid vermelden wij de krachtige steun van het ‘Simons W.B.-fonds’ welke het tot stand komen van deze uitgaaf mede mogelijk maakte.
Directie Wereld-Bibliotheek
[pagina 507]
INHOUD
WOORD VOORAF | 5 | ||
INLEIDING | 7 | ||
ONZEKERE VREDE, 1748-1780 | |||
BOEK IX | |||
1. | DE REPUBLIEK ONMACHTIG EN VERDEELD | 9 | |
a. | Schijnleven van het Oud Systeem (1748-55) | 9 | |
De Bentincks en Brunswijk; Bentinck's politieke illusies: - Gebeten op Gronsfeld die tot in de stadhouderlijke raad twijfel aan het oud systeem uit: 10 - Het O.S. verouderd: 12 - Vruchteloze onderhandelingen over het barrière-verdrag: 12-13. | |||
b. | De Zevenjarige Oorlog | 13 | |
‘Renversement des alliances’. Internationale spanning; de Goevernante stelt augmentatie voor: 13 - Holland wil stap bij Frankrijk: 15 - De Republiek neutraal: 16 - Wantrouwen tegen de Engelsgezindheid der Prinses; haar afhangelingen en raadgevers: 17-18 - Opinie beroerd en verdeeld; pamflettenstrijd; Wagenaar: 19; Luzac: 21 - Strijd over equipage of augmentatie: 22 - Engeland en de Hollandse handel: 23 - De Franse gezant begunstigt de neutralistische steden: 24. - Haarlems benoemingsgeschil: 25 - Impopulariteit en dood van Anna: 26 - Dood van Anna; Holland geeft weer richting: 27 - Opwinding te Amsterdam over Engeland's optreden in Bengalen; maar breuk vermeden. Vrede: 29. | |||
c. | Stilte voor de storm (1766-'75) | 31 | |
Zwakheid van het stadhouderlijk systeem: 31 - ofschoon gejuich bij de meerderjarigheid van Willem V: 32 - Brunswijk; acte van consulentschap: 33 - De letterkunde; Optimisme: 35 - Tijdschriften en dichtgenootschappen: 36 - Gerijmel: 38 - Lucretia van Merken: 39 - Tekenen van vernieuwing; Van Haren, Hemsterhuis, Van Alphen, Feith, Bellamy, Betje Wolff: 40-43 - Wetenschappen; P. Camper; Wagenaar, Kluit: 44-46 - Kerkelijke verhoudingen; ds Hofstede tegen de remonstrantse leraar Nozeman; ds Barueth: De Advocaat der Vaderl. Kerk: 47-50. Santhorst: 51 - Historisch quietisme en tekenen van verzet: 52 - Paulus, Het nut der stadh. regeering; v.d. Capellen tot de Poll; Conservatisme van de Prins: 53-56 - Tevredenheid: Paulus, Stijl, v.d. Spiegel: 56-58 - Onmacht van de staat: 58 - De renteniersstaat; pauperisme: 59 - Hervormingspogingen, genootschappen, onderwijs; ‘de Econ. Tak’; Betje Wolff, Swildens, Nieuwenhuyzen: 59-65. | |||
d. | De Noord-Nederlanders buiten Europa | 66 | |
De W. Indische bezittingen: De kolonisten: 66 - Gruwelen der slavernij: 67 - Kerk en tijdgeest tegenover het euvel: 72 - De O. Indische Compagnie: Van Imhoff; hervormingen: 74 - De derde Javaanse successieoorlog: 78 - Mossel en Van de Parra: 81 - De opinie in patria: 84 - Overvleugeld door de Engelsen: 87. | |||
2. | DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN | 88 | |
a. | Politieke en sociale verhoudingen | 89 | |
Ambtenarenregiem: 89 - De Ministers-plenipotentiair: 91 - Maatschappelijke en economische verhoudingen: 92 - Belang van de landbouw: 93 - Stadspatriciaat anders dan in het Noorden: 94 - De staten van Brabant en Vlaanderen: 95 - De derde stand: 96 - De kleine steden: 97 - Groeiende macht van de vorst; constitutie-wijziging in Vlaanderen, 1754: 98 - De Blijde Inkomst een ruggesteun voor Brabant: 100. | |||
b. | Geestelijk leven | 100 | |
Regeringsbemoeienis; het armoede-probleem: 100 - De Universiteit van Leuven en de Brusselse Academie: 102 - Ondergeschikte positie van het Vlaams: 105 - Verwijdering tussen wereldlijke en geestelijke macht: 106 - De verfransing als symptoom van zwakte; toestanden op taalgebied: 107-113 - Verzet als teken van herleving; Verhoeven; Verlooy's Onacht; Verlooy's besef van cultuureenheid met het Noorden, maar onbekendheid met wat daar omging: 116-119. | |||
REVOLUTIE EN OVERHEERSING | |||
BOEK X | |||
1. | DE REPUBLIEK IN BEROERING | 120 | |
a. | Het voorspel van de vierde Engelse Oorlog | 120 | |
Nogmaals leger versus vloot; discussie tussen de provincies, 1773-5; de Prins laat de landgewesten vrij de Holl. eis te verwerpen: 120-4 - V.d. Capellen en de anti-Engelsgezindheid der p.o.; zijn Overijsels advies gepubliceerd: 125 - Oorlog tussen Frankrijk en Engeland, 1778; het geheim ontwerp-verdrag Van Berckel: 126 - Konvooieren of onderhandelen? Franse pressie: 127 - De Franse gezant trekt steden tot onbeperkt- |
[pagina 508]
konvooi-politiek door handelsvoordelen; Prins smeekt Engeland kaas op te kopen: 129 - Van Bylandt moet bij Wight voor de Engelsen strijken (Dec. 1779): 130 - Toenemende spanning; het Verbond van Gewapende Neutraliteit: 131 - De Engelse oorlogsverklaring, eind dec. 1780: 133 - Brunswijk wil de zaak tegen Van Berckel uitbuiten; de opinie echter hevig anti-Engels. | ||
b. | De vierde Engelse oorlog | 135 |
De p.o. onder invloed van de eerste teleurstellingen: 135 - ‘de werkeloosheid’: 137 - Aanvallen op de Prins en Brunswijk: 138 - Aan het volk van Nederland: 139 - Patriotse oorlogspolitiek, 1782: 141 - De ‘werkeloosheid’ en het plan voor Brest; vrede, 1783: 142. | ||
c. | De Patriottenbeweging komt op gang | 144 |
Loevesteins of democratisch? 144 - Van der Capellen en de Hollandse regenten: 146 - Burgerwapening; dissenters en katholieken; burgerij en grauw: 147 - Rotterdamse gebeurtenissen, 8 mrt '83, 3 april '84: 150 - Conflict met de keizer wakkert partijstrijd aan (Mei '84-nov. '85): 153 - ‘Het oog der natie op Utrecht’ ('84 voorjaar '85): 156 - Ondaatje; de vroedschap gewelddadig gedwongen, 't geen echter reactie uitlokt: 158 - Oranje en de democratie: 159 - Pieter Paulus; maar ‘de gehechtheid der aanhangers aan de gevestigde constitutie’ wint: 161 - De Prins verlaat Den Haag: 162. | ||
d. | Latente burgeroorlog | 162 |
Smalle basis van het Patriottisme in Holland: 162 - Vergeefse poging van de ‘aristocraat’ Rendorp; de Patriotse regenten, gesteund door Frankrijk, door burgers gedreven, nemen in 1786 scherper maatregelen: 164 - De Prins in Friesland: 165 - Gelderland; Brabants Patriottisme: 166 - Het conflict spitst zich toe om Utrecht; Ondaatje's reglement daar aan de vroedschap opgedrongen en onwilligen uit deze ‘geremoveerd’: 167/8 - Elburg en Hattem (sept. '86); het Hollandse ‘cordon’: 168 - Franse en Pruisische bemiddeling; Rayneval: 170 - Harris organiseert Oranjepartij: 172 - Partijen te Amsterdam; de burgerkolonel Van Goudoever: 173 - De Bijltjes: 174 - Remotie: april '87; De Oranjesociëteit gewelddadig onderdrukt (29 mei): 175 - ‘Toetasten’; Utrecht binnen het cordon gebracht: 176. | ||
e. | De burgeroorlog ontketend en Engels-Pruisische interventie | 176 |
Engeland financiert de orangistische gewesten: 177 - Goejanverwellesluis; orangistische gewelddadigheden: 178 - Patriots schrikbewind in Holland; vliegende legertjes: 179 - Pruisen eist genoegdoening van Holland (juli); ultimatum (9 sept.), inval (13 sept.); Frankrijk onttrekt zich: 181. | ||
f. | Uitzichtloze restauratie | 183 |
Reactie; Oranje verbonden met de regentenoligarchie: 183 - Oranjedragen; excessen in Den Bosch; wraakzuchtige eisen van de Prinses: 184 - Uitwijking: 186 - Bevestiging van de oude constitutie door Engeland en Pruisen; eden: 188 - Van de Spiegel's hervormingspogingen stuiten op conversatisme: 191 - De liquidatie der W.-Ind. Comp. - De O. Ind. Comp. en de financiën van Holland: 192 - Voorschotten: 193 - Quoten-herziening en defensie-regeling: 194 - Accrochementen, advies-conciliatoir, enz.; bij donkerder wordende internationale hemel: 195 - De Prins ‘geen vriend van nieuwigheden’: 197 - Oranje stut van het particularisme; verrassende zwenking van de traditie: 198. | ||
2. | DE OOSTENRIJKSE NEDERLANDEN IN BEROERING | 200 |
a. | Het voorspel van de Brabantse Revolutie | 200 |
De hervormingen van Jozef II: 200 - Zijn wens om de Z.N. te ruilen voor Beieren: 202 - Ontkerkelijkende maatregelen: 203 - Seminarie-generaal te Leuven: 204 - Tegelijk ingrijpende hervorming van bestuur en rechtspraak: 206 - Onverzettelijkheid: 207 - De kleine Revolutie (april-mei '87): 209 - De Brusselse regering zwicht: 211 - Van de kleine tot de grote Revolutie (mei '87-juni '89): 213 - Deputatie naar Wenen: 214 - Murray en Trauttmansdorff: 215 - Het Seminarie-Generaal blijft geboycot: 216 - De Aartsbisschop, Frankenberg: 217 - Ook de Univ. van Leuven geboycot: 218 - De leidende klassen zoeken toenadering, Trauttmansdorff waarschuwt niettemin de Keizer: 219 - Deze echter beveelt nieuwe krachtmaatregelen: 221 - D'Alton de man van die politiek: 222 - De Aartsbisschop veroordeelt de nieuwe Leuvense professoren: 223 - Raad van Brabant weigert medewerking aan reorganisatie van derde stand; 18 juni '89 niettemin afgekondigd: 224. | ||
b. | De Brabantse Revolutie | 225 |
Vonck en Pro Aris et Focis: 225 - Van der Noot en v.d. Spiegel: 227 - Vonck werft Van der Meersch. - Hasselt en Breda; V.d.M. richt rassemblement te Hasselt in: 229 - Verdreven door d'Alton, voegen de vrijwilligers zich bij V.d. Noot's comité te Breda; beginselverschil tussen Van der Noot en Vonck; Van der Meersch rukt 24 Oct. de Z.N. binnen: 231 - De uitdrijving der Oostenr. regering; Turnhout; Gent bezet; opstand in Brussel: 233 - De strijd tussen Nootianen en Vonckisten (dec. '89-jan. '90): 234 - Paape over de Brabantse ‘Patriotten’: 236 - Vonck van Gent naar Brussel (24 dec.), maar de Statisten meester: 237 - Staten van Brabant soeverein: 238 - Vonck c.s. willen hervorming: 239 - ‘Volkswoede’ tegen hen opgestookt; zij vinden bondgenoten in heren van aanzien: 240 - De Noordelijke Republiek tegenover de Belgische; d'Y voy: 241 - Van Hogendorp begrijpt de enghartigheid v.d. aangenomen politiek: 242 - V.d. Noot tracht met de Pruis Schönfeldt V.d. Meersch achteruit te schuiven: 243 - De uitdrijving der Vonckisten (maart-april '90); de Aartsbisschop vereenzelvigt godsdienst en oude constitutie: 244 - Hervormingsplan van Vonck c.s. leidt tot uitbarsting; Holl. Patriotten mee verdreven 246: - Ongenoegen vindt |
[pagina 509]
steun bij Van der Meersch' troepen bij Namen: 248 - Schönfeldt tegenover hen, Van der Meersch gevangen: 249 - Het einde van de Belgische Republiek (voorjaar tot dec. 1790): 249 - Leopold zoekt toenadering tot Pruisen - Volksopwinding belet Van Eupen matiging en overleg met Frankrijk: 250 - Conventie van Reichenbach 15 juli '90: 251 - Nog heftiger tonelen in Brussel en Gent, maar ‘kruisvaart’ kan Oostenrijkse intocht niet verhinderen; 2 dec. Brussel bezet: 252-4. | ||
c. | Het herstelde Oostenrijkse regiem (1791) | 254 |
Leopold betracht matiging ondanks geboden weerstand: 254 - Mercy-Argenteau zoekt toenadering tot de Vonckisten, Maria Christina wenst geen concessies aan de democratie: 255 - Metternich in al scherper strijd met de oude Staten: 256. | ||
3. | DE BEIDE NEDERLANDEN DOOR FRANKRIJK VEROVERD | 257 |
BELGIË | ||
a. | De eerste verovering (nov. '92-maart '93) | 257 |
Jemappes (nov '92); verenigingsplannen op de achtergrond doordat alleen België in de oorlog: 258 - Dumouriez, als bevelhebber, roept (van Mons) de losmaking van Oostenrijk uit; zelfs veel Statisten aanvankelijk geneigd hem als bevrijder te begroeten: 260 - Het decreet van 15 dec. '92 en de afgedwongen verzoeken om inlijving; de verlichten, deels Vonckisten geheel aangewezen op steun van de bezetter: 261 - Het decreet verbittert; zelfs de nieuwe Fransgezinde besturen dringen aan op verzachting: 262 - Danton verlangt annexatie; decreet van 31 jan. '93 opgevat als bevel om de bevolking tot wens daartoe te dwingen: 264 - Roussauaanse onoprechtheid: 266 - Wending in de oorlog (Neerwinden, 18 mrt '93); België ontruimd: 267 - Dumouriez loopt over: 269. | ||
b. | Oostenrijks intermezzo (mrt '93-juni'94) | 270 |
Verwachtingen der Statisten, maar de tijd van Maria Theresia komt niet terug: 270/1 - Wrijvingspunten: uitsluiting van trouwe dienaren (Crumpipen), herstel van de kloosters, argwaan dat Oostenrijk het land niet echt wil verdedigen: 271-2 - Slechte vooruitzichten voor de veldtocht van 1794, gevolg van verdeeldheid onder de bondgenoten: 272/3 - De Statisten steunen de regering onvoldoende: 273/4 - Bezoek van de Keizer, schijnvertoning, want het land opgegeven; Fleurus (27 juni '94): 275/6. | ||
c. | De tweede verovering (juni-juli) en de militaire bezetting (tot eind '94) | 276 |
Het land als veroverd gebied behandeld: 278 - Uitzuiging en ruw optreden: 279 - Campagne tegen kerk en godsdienst: 280 - Haat tegen de Fransen, maar annexatie gevoeld als een uitkomst: 281 - Het annexatieprobleem; ‘realisme in Frankrijk’: 282 - De emigranten; Oostenrijk distancieert zich van België: 283 - Cynisme van Thugut: 284. | ||
NOORD-NEDERLAND | ||
a. | De ondergang van de Rep. der Verenigde Nederlanden | 285 |
Stemmingen tegenover de Revolutie ('92-'94): 285 - De Maulde in Oranje-sociëteit; slechte indruk van het decreet van 15 dec.: 285/6 - Kortstondige opluchting na Neerwinden ('93): 287 - Radicale denkbeelden; door P. Paulus gekerstend: 288 - Mislukte revolutie-poging te Amsterdam (oct. '94); Gogel's nota voor de Fransen: 290 - ‘Leesgezelschappen’: 291 - Als Frankrijk aanval uitstelt, wagen de samenzweerders toch een beweging: ‘beschaafd maar weinig effectief’: 293 - Daendels in Den Bosch; het revolutionair bestuur aldaar: 294 - Vreede: 295 - Onderhandelaars van Den Haag en van de revolutie-gezinden in Parijs (sedert nov. '94): 296 - Woede in de Rep. over de Engelse troepen: 297 - De vorst valt in, de Fransen breken door: 298 - Radeloosheid van Willem V; Utrecht eist capituleren en als de St. G. nog talmen, gaat voor: 15 jan. '95: 299 - De Fransen schipperen nog tussen Brantsen-Repelaer en Irh. van Dam-Blauw: 300 - De militaire instorting (jan. '95): 301 - W. V wijkt naar Engeland, 18 jan.: 302 - De Fransen weigeren capitulatie aan Holland: ‘inwendige beroerten’ (Amsterdam): 303. | ||
b. | De stichting der Bataafse Republiek en het Haags tractaat | 303 |
De omwenteling te Amsterdam; op het laatst mogelijke ogenblik de Fransen vóor zijn; Haarlem, Leiden; in Amsterdam 18 jan. Krayenhoff met machtiging van Van Hamelsveld (Daendels): 303/5 - Regenten hopen nog op capitulatie; maar plaats maken ‘het enigste middel’: 306 - Ordelijk verloop: 307 - Schimmelpenninck's rede als voorzitter v.h. nieuwe bestuur: 308 - De proclamatie der Franse Representanten, 20 jan.: belooft eerbiediging van onafhankelijkheid: 309 - Verschil in lotgeval tussen N. en Z.: 310 - De omzetting van de Staten van Holland: P. Paulus voorzitter: 311 - Neutraliteit verkondigd; 31 jan. rechten van de mens en burger: 312 - Stadjes en dorpen nemen zitting: 314 - De heerlijke rechten en octrooien der heersende kerk: 315 - Haastrecht, Harderwijk, Dokkum; de Vrijheidsboom: 315/7 - De katholieken; burgerklasse: 317 - Vernieuwing: 318 - De revolutionering van de andere gewesten: 319 - Utrecht: 319/20 - Gelderland: 320/1 - Overijsel, Friesland, Groningen, Zeeland: 322/5 - De omzetting van de Staten-Generaal: 325 - Geleidelijkheid; de Comités; dat te Lande krijgt opdracht (4 mrt) eenmakingsplan te ontwerpen: 326 - Radicaal of gematigd. Strijd tussen vernieuwing en rechtsorde; J. Luzac: 327 - Radicalisme in Friesland, Kampen: 328 - Maatregelen tegen opstekende oranjezucht: 329 - Moeilijkheden over eed: Bilderdijk; Leiden; ernstig in Amsterdam, waar een commissie van Holland Schimmelpenninck en meerderheid v.h. bestuur schorst: 329/332 - 15 Amst. predikanten ook na wijziging v.d. eed weigerachtig, |
[pagina 510]
afgezet: 332 - Verwarde toestand: 333 - De onderhandelingen leidende tot het Haags tractaat (mrt-mei '95): 333 - Onheilspellende uitingen in de Franse Conventie over de capitulatie aan Zeeland toegestaan: 333/4 - 2 Maart instructie voor Blauw en Meyer: 335 - De Fransen erkennen de beloofde onafhankelijkheid nog niet: eerst schatting, en gebiedsafstand; fel geweigerd: 336 - St.-G. verklaren: nooit goedschiks: 337 - De Fransen bereiden mil. ingreep voor; Richard: 338 - Blauw over het cynisme van Sieyès: 339 - Protest van Zeeland: 339/40 - St.-G. herhalen weigering; Sieyès en Rewbell naar Den Haag: 340/1 - De annexatie van Zeeland en Noord-Brabant door de Fransen opgegeven, maar houden voet in Vlissingen: 342 - Verpletterende ‘schadevergoeding’; Blauw's kritiek op slap beleid, Hahn's apologie: 343. | ||
4. | DE BATAAFSE REPUBLIEK OP ZOEK NAAR EEN CONSTITUTIE (MEI '95-AUG. '96)- | 344 |
a. | Moeizame voorbereiding van een Nationale Vergadering (mei '95-febr. '96) | 344 |
Holland poogt eenheidsstaat door te zetten (zomer '95): 344 - Het plan van 't Comité te Lande wekt radicaal verzet als latende provinciale zelfstandigheid in wezen, Amsterdam maakt bezwaar tegen radicaler voorstel: 345 - Ook Friesland en Zeeland: 347 - Radicale burgerwoelingen, o.a. te Rotterdam, leiden tot instelling van Commissie der 24 om de oude regenten de last der oorlogsschatting op te leggen: 348/9 - Paape; Valckenaer: 349/50 - De Oranjes en hun aanhang: 350 - De brieven van Kew: 351 - Collaboratie-neigingen onder Orangisten en oud-regenten; de Erfprins en Willem V: 353 - Valckenaer en de processen; mislukking der 24; ontgoocheling der radicalen: 354 - De Centrale Vergadering (der clubs) steunt Holland in de strijd om de eenheid (sept.-nov. '95): 355 - Aangemoedigd door Holland, critiseert de C.V. de St.-G.: 356 - Noël; moeizame interprovinciale onderhandelingen over een Nationale Vergadering (sept.-25 nov. '95) - De instructie van de eerste gezant der Franse Rep. ademt wantrouwen tegen de radicalen: 357 - Besogne van de St.-G. leidt tot besluit, 15 oct., dat er een N.V. zal komen: 358 - Reglement daartoe belichaamt concessies aan de kleine provincies; toch stemmen Friesland en Zeeland 25 nov. tegen, maar bij meerderheid wordt besloten: 359 - De woelige burgers werken met de eenheidsleus; scherpe taal tegen hen van de federalistische provincies: 360 - De omzetting van Friesland. Noël nu bereid de radicalen voor de eenheid te gebruiken: 361/2 - Spanningen in Friesland: 362/3 - De Friese Representanten (Joha) onderdrukken de volksbeweging, 14 jan. '96, maar het Directoire kiest nu partij tegen hen: 364 - 25 jan. de Franse troepen uit Friesland weggetrokken en de radicalen meester; acht Representanten gevangen: 365 - Friesland consenteert tot N.V. en Reglement: 366 - Tegenomwenteling in Friesland: 11 febr. voert Dumonceau de gevluchte Representanten terug, de gevangenen bevrijd; het eenheidsbesluit echter gehandhaafd: 367 - Maar Noël gelast de Franse troepen af te trekken en 23 febr. nieuwe omkeer; tegenstrijdige voorstellingen van de twee partijen: 368 - Het radicaal bestuur zuivert de grondvergaderingen; 42 comités van waakzaamheid: 369 - De oppositie ver van louter Oraniegezind: 370 - Brabant van Generaliteitsland tot provincie: 371 - Frankrijk's bedoelingen in '95 onzeker. Vreede geeft stoot tot Provisionele Representanten te Tilburg: 371 - Na Haags Tractaat teleurstellend program van de St.-G.: 372 - Radicalisme, Vaderl. Sociëteit, Paape: 373 - Sauviac steunt gezag der St.-G. en hun gedeputeerden, met wie compromis bereikt wordt: ‘Tussenbestuur’: 374 - Godsdienst; onderwijs: 375 - Hevig conflict met de St.-G. over het protestantse Dinteloord: 376 - Pas vlak voor samenkomst Nat. Verg. in Den Haag accoord bereikt over Brabant's toetreding: 377. | ||
b. | De eerste maanden der N.V. (mrt-aug. '96) | 378 |
De eerste N.V., de Commissie van Buit. Zaken en die van Constitutie: 378 - Matige geestdrift bij de opening: 379 - Samenstelling; stijl: 380 - Historie, modaliteit der omwenteling, omstandigheden, verklaren de eindeloosheid der discussie: 381 - De Comités en Commissies; die voor de Constitutie belemmerd door het Reglement: 382 - Bestuurswisselingen in Holland (febr. '96 en febr. '97); de zaak J. Luzac en diens aristocr. neigingen: 383/4 - De tegenstelling rev.-behoudend binnen het Patriottisme; de Friese kwestie: 385 - Die laatste brengt opschudding in de N.V.; beteugeling v.d. radicale excessen in Friesland stuit af op ‘domestiek’: 386 - Revolutionaire beschouwing van Valckenaer: 387 - ‘Wie is hier volk?’: 388 - Strijd te Kampen tussen municipaliteit en wijkvergaderingen: 389 - Principiële beschouwingen over oorbaarheid van uitsluiting: 390 - Opnieuw revol. taal van Valckenaer: 392 - De oorlog: 392 - Beleggingen in Engelse fondsen; de schatting: 393 - Defensie: 394 - Het kanoniersoproer te Amsterdam (mei '96): 395 - P.B. van Holland vraagt Bicker, voorz. N.V., om troepen: 396 - Deze blijven hangen bij Halfweg, maar 19 Mei grijpt Beurnonville in; orde hersteld: 397 - Radicale opwinding over inroepen van Franse hulp en ‘gebruik van mil. in burger-geschillen’; prestige-verlies van de radicalen: 399 - Wijziging van het Reglement verworpen (juni '96): 399 - Voorstel Vreede-Valckenaer; algemene motie van Schimmelpenninck, mei: 400 - Radicale en conservatieve theorieën: 401 - Nogmaals Friesland; toenemende verdeeldheid; moeilijke positie van Noël: 403 - C.F. van Maanen, proc. gnl., tegen radicaal persgeschrijf; Noël tegen spoliatie-plannen in Utrecht: 404 - Over Friesl. radicalen en gematigden in V.N. bitter tegenover elkaar: 405 - Scheiding van kerk en staat: 405 - Initiatief van Ploos van Amstel (kath.); commissierapport van Lublink de Jonge (rem.): 407 - Na grote debatten eenstemmig aangenomen decreet van gelijkstelling, 5 aug.: 410 - Praktische uitwerking (oktrooien enz.) voorlopig gering: 411 - onderwijs: 412 - De Joden als burgers erkend: 413 - Felix Libertate; rapport van Hahn; decreet 2 sept. '95: 414. | ||
c. | Het constitutie-ontwerp in de N.V. en in de grondvergaderingen (nov. '96-aug. '97) | 414 |
Het ontwerp tot grondslag van discussie genomen - in weerwil van Van de Kasteele's verklaring en algemene teleurstelling van de unitarissen: 416 - Hartogh's voorstel: tot grondslag nemen, dan nieuwe commissie, buiten Reglement om, aanstellen: 418 - Vreede tegen, maar aldus besloten: 419 - Het ontwerp omgewerkt door de N.V. (29 dec. '96-30 mei '97): 421 - Voorstellen van de Commissie van Zeven: 422 - |
[pagina 511]
Unitarisch, maar niet radicaal: 423 - Hahn voorziet bij de volksstemming onheilig verbond tussen radicalen en Oranjegezinden: 425 - Loosjes, vanwege nieuw P.B. van Holland, protesteert in de N.V. tegen besluit van 11 maart '97 om daarbij provincialiter te tellen: 426 - Schimmelpenninck vindt uitweg. - Verkiezingen in Holland (febr.): 427 - Onrust in de Herv. Kerk - Ergernis in radicale kringen over aanzienlijke-burgers-karakter der regering: 428 - Radicaal kiesreglement te Amsterdam: 429 - Verkiezingen zowel te Amsterdam als in Holland vallen Noël mee: 430 - Oproer (febr.) en andere complicaties in Friesland (april-aug. '97): 430 - Kollum; brute onderdrukking door het rad. P.B. (Germans): 431 - Het P.B. beboet 37 oud-regenten; N.V. beveelt opschorting; het P.B. overhoop met eigen Hof van Justitie: 432 - N.V. grijpt in te Kampen: 433 - maar zit verlegen met Friesland: 435 - Vredesonderhandelingen (dec. '96, zomer '97) en plan tot invasie van Engeland: 435 - Oostenrijk trekt zich terug, oorlogsmoeheid in Engeland: 436 - De vloot zeilree bij Texel; Comm. van Buit. Z. wil dat het land zich doet gelden: 437 - Orangistische ambities; het ‘noyau’ (juni-sept. '97): 438 - Van Heeckeren tot Suyderas; de Erfprins aanvaardt plan van collaboratie en aanpassing: 439 - Willem V hardnekkig tegen: 440 - De agitatie tegen het constitutie-ontwerp; Vreede en het manifest der twaalf apostelen: 441 - Interventie van Noël ten gunste (20 juli): 442 - Demagogische praktijken voor en tegen: 443 - Verwerping 8 aug. met zeer grote meerderheid: 444. | ||
5. | HET FRANS BEWIND IN BELGIË (OKT. '97-'98) | 444 |
Inlijving en aanpassing aan de Franse wetten | 444 | |
De inlijving, 1 okt. 1795 - Verschil tussen gang van zaken in België en in N. Ned.: 444 - Openbare kassen in beslag genomen; stads- en provinc. besturen aangesteld, geheel afhankelijk van de veroveraar: 446 - Debat in Conventie over annexatie; besloten 1 okt. '95: 447 - Het overgangsregiem (sept. '95-mrt '97); Bouteville: 448 - Fr. commissarissen in departementen en daaronder; rechtsbedeling: 449 - Tegenzin van de bevolking: 450 - De eed van haat: 451 - De taal: 452 - Geldnood van het regiem: 453 - Uitzetting van kloosterlingen: 454 - De verkiezingen van april '97: 455 - Nuewens predikt collaboratie; ‘de Belg. Leeuw’: 456 - Uitslag overwegend anti-Frans, maar gematigd: 457 - Loyale oppositie (april tot 4 sept. - fructidor '97): 457 - ‘Collaboratie om hun lot te verzachten’, en aansluiting bij de krachtig opgekomen conservatieve stroming in Frankrijk - Invoering der Franse wetten echter onstuitbaar; onderwijs: 458 - Het geval pastoor De Haese: 459 - Schikking verstoord door Fructidor: 460 - Schrikbewind in 't klein (na Fructidor): 460 - Eed geweigerd; kerkdienst ligt veelal stil: 461 - Broeckaert als apologeet uit oogpunt der Verlichting: 463 - Slechte economische toestand; echter begin van moderne industrie: 464. | ||
6. | DE BATAAFSE REP. NOG STEEDS OP ZOEK NAAR EEN CONSTITUTIE (AUG. '97-JAN. '98) | 465 |
a. | De Tweede N.V. | 465 |
Partijen; de Commissie van Vijf, ter voorbereiding van nieuw Reglement ingeval van nieuwe verwerping: 465 - of zelfs meteen? 466 - Vreede's negatieve houding: 467 - Fructidor (4 sept.); Kamperduin (11 okt. '97); twee gebeurtenissen, die de radicalen onhandelbaar maakten: 467 - Felle debatten over ‘onwaardige ambtenaren’: 468 - Het Comité van Marine gelast De Winter uit te varen; ernstige nederlaag: 469 - Partijgeest beheerst de opinie: 470 - Blauw: 471 - De laatste maanden van Noël (aug.-dec.); de radicalen in contact met het Directoire: 471 - Bode, Eykenbroek, Eberstein in Parijs: 472 - ‘De Uitkijk’; Noël en Beurnonville zouden worden teruggeroepen; Barras moet een miljoen hebben. De zaak sleept: 472/3 - Bemiddelingspoging van Blauw; het manifest der 43 (12 dec. '97): 474 - Vlootherstel; bezwaren tegen heffiing van 8% zelfs van radicale zijde: 475 - Ongeduld der clubs tegen de radicale leiders in de N.V.: 476 - De 43 stellen onvoorwaardelijke eisen voor de nieuwe constitutie; Blauw had zich mee laten pressen: 477 - Verontwaardiging van de gematigde unitarissen: 478. | ||
b. | De staatsgreep van 22 jan. '98 | 478 |
Noël's afscheid, 2 jan. Delacroix's instructie kiest niet tussen rad. en gematigden: 478 - De gematigden bereiden plan voor opzijzetten van het Reglement voor: 479 - De N.V. neemt n.a.v. de 8% besluit in die geest: 480 - Maar Delacroix heeft zich door Ducange met de radicalen verstaan: 480/1 - Die laatsten volgzamer: 482 - 22 jan. de staatsgreep; Midderigh voorz. beschikt over troepen; een aantal gematigden gearresteerd of uitgesloten; eed van afkeer: 483/4 - 29 leden trekken zich terug; nieuwe comm. voor de Constitutie; het ‘symbole constitutionel’ grondslag: 485/6. | ||
c. | Nabetrachting | 46 |
De N.V. en haar moeilijkheden; de geest der Ned. samenleving: 486/7 - ‘Aristocr.’ tendenties van het gematigde regiem: 488 - De econ. en sociale politiek der radicalen gevitieerd door kleinburgerlijke wrok en afgunst; hun ongelukkige intrede, bedrog en schijnheiligheid en afhankelijkheid van de Fransen: 489. | ||
BRONNEN DER AANHALINGEN | 493 | |
PERSONENREGISTER | 501 |