Een nieu gheestelijck lietboecxken, twelck noch noyt in druck gheweest en is wt den Ouden ende Nieuwen Testament ghemaeckt
(voor 1592)–Soetken Gerijts– Auteursrechtvrij
[pagina 304]
| |
WY Bidden v Vader in den throon,
Door Jesum Christum v lieuen Soon
Versorcht v arme ghemente meest,
Ga naar margenoot+ Vertroost ons met uwen heyligen geest
Hout ons vrijmoedich in v leer
Dat bidden wy v, o ghenadighe heer.
2 O Heer maect mijnen tong bequaem
Dat mijnen lippen niet open gaen
Dan dat v lof, heer mach worden geseyt
Tot prijse van uwe Mayesteyt
Ga naar margenoot+ Reynicht ons hert, heer maeckt ons bequaem,
Dat wy loouen dijn heylighen Naem.
3 Helpt v ghemeente in dit verdriet
Ga naar margenoot+ Die sonder v en vermoghen niet
Sullen wy yet bidden wt herten gront,
Ga naar margenoot+ Ghy moet het geuen in onsen mont
Dit zijn wy door v woorden ghewis,
Ga naar margenoot+ Want ghy weet wat ons van nooden is.
4 Twee dinghen begheren wy O heer van dijn,
Idelheyt en looghen laet van ons zijn
Ga naar margenoot+ voor armoede en rijcdoom bewaert ons veel
| |
[pagina 305]
| |
Den gheest ons een bescheyden deel Ga naar margenoot+
Dat wy niet verlaten die name dijn
Door hoomoet ofte door sware pijn.
5 Bewaert ons voor den valschen rust
En voor die Bloetgierighe Menschen quaet,
Geeft ons ghedult heer in ons torment Ga naar margenoot+
Dat wy blijuen volstandich totten ent.
Behoet ons Heer voor alle misval
In v ghemeente v kinderen al.
6 O eenighe Herder der hellen goet Ga naar margenoot+
Hout uwen dienaren wel ghemoet
Dat si v schapen weyden te gaer Ga naar margenoot+
Eendrachtich in der liefde claer,
Dat si niet en wijcken van uwen baen
Als haer die woluen comen aen. Ga naar margenoot+
7 Hout ons stantuastich aen v woort
Op dat wy niet en worden ghestoort
Van eenighe menschen leeringhe fenijn Ga naar margenoot+
Die ons souden trecken van v aenschijn
O Vader bewaert ons in desen tijt
Door Jesum Christum ghebenedijt.
|
|