Een nieu gheestelijck lietboecxken, twelck noch noyt in druck gheweest en is wt den Ouden ende Nieuwen Testament ghemaeckt
(voor 1592)–Soetken Gerijts– AuteursrechtvrijC Nae die wijse: Moet ick om een cleyn Beeldeken soet.Dat 49. Liedeken.GHenade vrede wensch ick v
Mijn suster inden Heere
Die om dat goede lijden nu
Dat sal in vruecht verkeeren Ga naar margenoot+
In dien dat sy, in dien dat sy volherden
die werelt sal worden met haer lust tot nz
Voor een cleyn vruecht, voor een cleyn vruecht
So menich verdriet.
2 Verstaet toch dit slot reghel wel
Het sal also gheschieden
Des menschen leuen en dichten snel
Nae schriftelijck bedieden
Dat leuen lanc, dat leuen lanc der boosen
| |
[pagina 186]
| |
Ga naar margenoot+ Is sonder gloosen, als een gast van eenen dach,
Ga naar margenoot+ Voor een cleyn vruecht, voor een cleyn vruecht
So menich verdriet.
3 Och suster neemt ter herten dit
Het sal v druck versoeten
Ga naar margenoot+ Met lijtsaemheyt v siel besit,
Want den oprechten moeten
Veel lijden hier, veel lijden hier eylacy
Ga naar margenoot+ swerelts rekeracy wat ist alst is geschiet
Voor een cleyn vruecht, voor een cleyn vruecht
So menich verdriet.
4 Men vint hier in dat aertsche dal
Oock by den ongherechten
Dat daer en is geen weelden al
Ga naar margenoot+ Maer kijuen ende vechten
Armoede groot, armoede groot elende
Ga naar margenoot+ dat sijt bekenden wie int ongeloof vroech verspiet,
Ga naar margenoot+ Voor een cleyn vruecht, voor een cleyn vruecht
So menich verdriet.
Ga naar margenoot+ 5 Want vleesschelijcke ghesint te zijn
Dat is die doot wilt hooren
Acht wel op Christus reden fijn,
Ga naar margenoot+ Wie niet en wort herboren
Die en sal niet sien, die en sal niet sien gods rijcke
| |
[pagina 187]
| |
Wie niet en wijcken vant quaet haer genaeckt niet vliet, Ga naar margenoot+
Voor een cleyn vruecht, voor een cleyn vruecht Ga naar margenoot+
So menich verdriet.
6 Al die daer niet en heeft ghelooft
Den Euangelij claerlijck Ga naar margenoot+
Gods aensicht sal haer zijn berooft,
Sy sullen pijne swaerlijck Ga naar margenoot+
Lijden als dan, lijden als dan wilt achten
Als met heer crachten die heer zijn tooren wt giet,
Voor een cleyn vruecht, voor een cleyn vruecht Ga naar margenoot+
So menich verdriet.
7 Wie met Christus is opghestaen Ga naar margenoot+
Die zijn hier af ontslaghen
In dien sy na den gheest voort gaen Ga naar margenoot+
Haer nae Gods wille draghen
Ten eynde toe, ten eynde toe vroom strijden Ga naar margenoot+
Wat ist verblijden, des vleesch cranc als een riet,
Voor een cleyn vruecht, voor een cleyn vruecht Ga naar margenoot+
So menich verdriet.
8 Ons druck die tijtlijck is, en licht
Och suster die brengt mede
Also men in die schriftuere sicht Ga naar margenoot+
Seer groote heerlijckheden
| |
[pagina 188]
| |
Ga naar margenoot+ Die doot ist loon, die doot ist loon der sonden
Ga naar margenoot+ Wilt dit door gronden comt anders van wellust yet,
Ga naar margenoot+ Voor een cleyn vruecht, voor een cleyn vruecht
So menich verdriet.
9 Nu susters weest beuoolen godt
Ick groet v seer midts desen
Bidt toch voor my dit is het slot
Al die den Heere vresen
Ga naar margenoot+ Dat geestelijck is, dat geestelijck is toch smaecket,
Ga naar margenoot+ Want haer ghenaecket, die daer doen dat Godt verbiet,
Ga naar margenoot+ Voor een cleyn vruecht, voor een cleyn vruecht
So menich verdriet.
|
|