Een nieu gheestelijck lietboecxken, twelck noch noyt in druck gheweest en is wt den Ouden ende Nieuwen Testament ghemaeckt
(voor 1592)–Soetken Gerijts– AuteursrechtvrijC Na die wijse: Ghenade ende vrede moet v van Godt gheschien.Het 24. LiedekenGHenade vree van Godt den vader
Wensch ick v suster fijn
Oock met den ghenen allegader
Ga naar margenoot+ Die met Christus verresen zijn
Dat sy toch moghen soecken
Ga naar margenoot+ Tgeen dat daer bouen is
En strijden als die cloecken
Ga naar margenoot+ Volherdich totten ende toe fris.
2 Een liet most ick v senden
| |
[pagina 97]
| |
Als mijn wijsheyt cleyn
Na v begeeren mijn onbekenden
Op hope dat wy zijn een
So mijn dunct aen v schrijuen
Hebben wy een gheloof een hoop, Ga naar margenoot+
Die geest des heeren wil ons drijuen
Om te eynden een goeden loop.
3 Hebt ghy nu aengenomen
Lieue broeder die nieu herboort,
Schickt v toch by een vromen
Daer ghy gront ende waerheyt hoort
Acht geen schoon schijnende reden
Die niet en accordeert
Met Christen rechten en seden
Want veel spreken stout ongeleert.
4 Wilt v toch hier voor wachten
Ootmoedich v toch ter neder druckt,
Na liefde vrede wilt toch trachten Ga naar margenoot+
O iuecht wort niet verruckt
Van dese werelt nacy Ga naar margenoot+
Wiens vrientschap is, alsomen leest,
Een vrientschap godts eylacy Ga naar margenoot+
Lieue broeder voorsichtich weest,
5 En wilt die werelt niet beminnen Ga naar margenoot+
Oock dat daer in is verstaet
Die werelt sal also wy vinnen
| |
[pagina 98]
| |
Ga naar margenoot+ Vergaen met haer lust dit vaet
Johannes heeftet beschreuen
Wie na Gods wille doet
Ga naar margenoot+ Die sal inder eewicheyt leeuen
Blijft toch vast in v ghemoet.
Ga naar margenoot+ 6 Wilt door die enge poorte dringen
Dat aertsche is en acht niet groot
Siet op die vrome iongelingen
Daer die schrift van tuyget bloot
Joseph verdroech veel benijden
Ga naar margenoot+ Sijn broeders hem vercochten och
Dat wijf dee hem temtacy lijden
Maer hier in verwan hy noch
7 Den iongelinck bequaem van waerden
Ga naar margenoot+ Samuel hoorde vroech gods stem
Wy lesen datter opter aerden
Niet een woort en viel van hem
So wie vroom wil volherden
Sie Heer staet hem wel by
Hoe wel daer nu veel verandert werden
Dat verwondert seer weynich my.
Ga naar margenoot+ 8 Saul ende Salomon beyde
Sijn van Godt af ghewent
Den welcken Godt seluer bereyden
Ga naar margenoot+ Tot Coningen exellent
Siet dese zijn afgheweken
| |
[pagina 99]
| |
Saul viel in zijn eyghen swaert Ga naar margenoot+
Van Salomons ent can ick niet spreken
Die Coninck seer wijs vermaert Ga naar margenoot+
9 Laet ons hier wel op letten
In desen bedroefden tijt
Acht slaen op Christus wetten
Want godt nu met blintheyt smijt
En wert toch niet bedrogen
O ionckheyt neemt v seluen waer
Bewaert oock neerstelijck v ooghen
Weest sober, bidt waect eenpaer. Ga naar margenoot+
10 nu wil ick v den Heer beuelen
Neemt dit slecht vermaen in danck
die Heer wil ons zijn gracij deelen
Wy zijn arme vaten cranck
die Heer sal ons wel stercken
Willen wi vroom leuen altoos
Laet ons op Christus leringe mercken,
Want den tijt is prijckeloos. Ga naar margenoot+
|
|