Een nieu gheestelijck lietboecxken, twelck noch noyt in druck gheweest en is wt den Ouden ende Nieuwen Testament ghemaeckt
(voor 1592)–Soetken Gerijts– AuteursrechtvrijC Na die wijse: Op v betrou ick Heere.Dat 20. Liedeken.EEn claer ghesicht des harten
Een vast geestelijck fondament
Ga naar margenoot+ Op dat ghy dat eeuwighe smarten
Ontgaen moecht, tot Godt went
Bidt dat hy v sent
Van zijnen geest wil gheuen
Dan zijn dit bekent
Ga naar margenoot+ Gods kinderen ient
Die vanden geest godts werden gedreuen
| |
[pagina 85]
| |
2 Een Liet most ick v maken
Al en kennen wy malcander niet,
Weet dattet door haer aenspraken
Van die v bemint gheschiet
Op die Schriftuere siet Ga naar margenoot+
So en wort ghy niet bedroogen
Doet dat Christus ghebiet Ga naar margenoot+
Al comt daer of verdriet
Wilt altoos na het goede pogen.
3 Wie ist die v can gheletten
Ist dat ghy nae het goede staet
Op die werelt wilt v sin niet setten Ga naar margenoot+
Die met al haer lusten vergaet
Wie na Paulus raet
Die slappe handen oprechten Ga naar margenoot+
Godt haer niet en versmaet
Ten is noch niet te laet
Met geestelijcke wapens te vechten Ga naar margenoot+
4 Maer men mach niet vertoouen
Wy en hebben hier vre noch tijt
Godt sent zijn gauen van bouen Ga naar margenoot+
Hy geeft te kennen zijn gront
Mede zijn verbont
Alle die hem vresen te samen Ga naar margenoot+
Sy worden ghesont
Aengenomen goet ront
| |
[pagina 86]
| |
Ga naar margenoot+ Tot kinderen Gods met namen
5 Merct die daer zijn ghecomen
Ga naar margenoot+ Al int beloofde lant,
Die hebbent inghenomen
Niet met gheweldiger hant
Dit was playsant
Een wesen op gheestelijck strijden,
Ga naar margenoot+ Des menschen vyant
Dat is hoort mijn verstant
Ga naar margenoot+ Sijn huysghesin in desen tijden.
6 Die voormaels gods wet bewaerden
Ga naar margenoot+ Siet die waren ghebenedijt
Met weluaert opter aerden,
Oock crachtich inden strijt
Die ons beurijt
Christus is voor ghetreden
Door liefden heeft hijt
Ga naar margenoot+ Al tot onsen profijt
Betaelt alle dat wy misdeden.
7 Ephesien wijf wy lesen
Den apostel leert ons daer
Ga naar margenoot+ Nauolghers godts te wesen
Als lieue kinderen claer,
Dat wy eenpaer
Ga naar margenoot+ In der liefden wandelen soude,
Daer Christus eerbaer
| |
[pagina 87]
| |
Ons mede allegaer
Lief heeft ghehadt Jonck en oude.
8 Nu zijt den Heer beuoolen
Dit slechte neemt in danck
Wilt toch van Christus niet doolen Ga naar margenoot+
Maer blijft in hem een ranck
Onthout mijn sanck
Wilt vast by Christum blijuen
V leuen lanck
Al zijn wy nu so cranck
Sijnen geest can ons wel stijuen. Ga naar margenoot+
|
|