werkelijkheid hoopt hij, zo geeft hij toe, met een overwinning de schoonste jonkvrouw van het hof te veroveren. Tijdens het schaakspel bemerkt hij hoe het zonlicht, ondanks het feit dat de koningin een handschoen draagt, door het gat in haar hand valt. Morolf weet nu zeker dat zijn opponente de gezochte Salme is. Tijdens het spel weet hij de koningin met een prachtige ring zodanig uit haar concentratie te halen dat ze het hele spel vergeet. Juist door zijn listige gedrag verraadt Morolf zich. Salme herkent in haar sluwe tegenspeler haar vroegere zwager Morolf. Hij wordt gevangengenomen, maar weet te ontsnappen en keert terug naar Jeruzalem.
Nu besluit Salman met geweld zijn vrouw te heroveren. Hij rust een groot leger uit en begeeft zich naar het land van Fore. De soldaten verbergen zich in het bos, Salman verkleedt zich op aanraden van Morolf als pelgrim en gaat naar het vijandelijke hof. Maar Salme herkent in de vrome man haar echtgenoot Salman. Fores schone zuster wil Salman redden, maar hij gaat niet op dit aanbod in. Hij wordt tot de dood aan de galg veroordeeld. Voor het zover is geeft hij echter met zijn hoorn een afgesproken teken, waarop Morolf met de manschappen te hulp komt. Fore wordt opgehangen en Salme meegevoerd naar Jeruzalem.
Salman leeft zeven jaar gelukkig met zijn echtgenote, zij schenkt hem een zoon. Dan verschijnt koning Princian als pelgrim verkleed aan het hof. Hij laat een toverring in Salmes beker met wijn vallen. Salme drinkt de wijn en is nu hevig verliefd op Princian, met wie zij vlucht. Opnieuw trekt Morolf - nu verkleed als een kreupele - eropuit om zijn trouweloze schoonzuster op te sporen. Hij vindt haar in Akko bij haar nieuwe geliefde. Morolf stelt zijn broeder Salman hiervan op de hoogte. Met een krachtig leger keert Morolf terug naar het rijk van Princian. Intussen bewoont Salme een rots in zee. Een meermin wil Morolf helpen om de onderaardse gang, die naar Salmes verblijfplaats leidt, te verwoesten. En zo gebeurt het ook. Princian wordt verjaagd. Morolf wil niet nogmaals de ontrouwe Salme aan zijn broer toevertrouwen. Hij doodt haar in het bad, zodat hij in de toekomst geen last van haar zal ondervinden. Salman trouwt Fores beminnelijke zuster en beleeft met haar nog dertig gelukkige jaren.
Het hier samengevatte, in strofen overgeleverde speelmansgedicht Salman und Morolf, dat in zijn oudste vormen wellicht uit het eind van de 12e eeuw dateert (1190?), kennen we slechts uit late handschriften. De Duitse versie is overigens niet de oudste bewerking van de stof; deze treffen we aan in twee Angelsaksische redacties van omstreeks 1100. Uitgangspunt van de in de Middeleeuwen zeer populaire Salmanstof is het bijbelverhaal over de koningin van Seba die de spreekwoordelijke wijsheid van Salomo door het opgeven van raadsels wenste te testen (1 Kon. 10,1-4). Via Joodse overlevering, waarin de tegenspeler van de koning bovenmenselijke, ja soms duivelse trekken aannam, werd de stof, wellicht dankzij Russische bemiddeling, in het Westen bekend. Als ‘demonische’ opponent van Salman/Salomo trad reeds in de Oriëntaals-Byzantijnse stoftraditie soms de god Mercurius (gekozen onder invloed van de Hebreeuwse afgod Marcolis?) op. Deze naam herkennen we, zij het in sterk gewijzigde vorm, nog in de middeleeuwse naamvarianten Marcoli/Marcolfus/Morolf.
Het Duitse gedicht bevat nog reminiscenties aan de oude, oosterse sage over Salomo zoals deze in talmoedische, kaballistische en oosterse geschriften is overgeleverd. Tevens lijken details uit het Oude Testament te zijn verwerkt: Salomo beminde heidense vrouwen, zijn belangrijkste echtgenote was de dochter van de farao. In het Duitse gedicht is de naam Fore vermoedelijk van ‘farao’ afgeleid. Dat verder Salomo Fores zuster trouwt, lijkt ons ook een toespeling op het bijbelse gegeven.
Op nadrukkelijke manier bepaalt het principe van de epische herhaling de structuur