Dichtwerken(1869)–P.A. de Génestet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 181] [p. 181] Uit de Kindsheid. ‘Ik ben een kind Van God bemind!’ Was 't eerste lied dat mij mijn moeder leerde, Die ik op aard maar kort heb liefgehad: God nam mij vroeg des levens grootsten schat. 'k Vond sinds een deel van 't geen mijn hart begeerde, Doch ook mijn deel van 's levens diepste smart! Ik leed en streed en struikelde en ontbeerde, In raadslen werd mijn ziel verward; 'k Vroeg of een God van liefde 't Lot regeerde? 't Geloof bezweek, de Twijfel triumfeerde Mijns ondanks vaak in 't vruchtloos smachtend hart! Toch, wat daar in of om mij ook verkeerde, Nog menigmaal te stillen middernacht, Ruischt om mijn spond, vertroostend, lieflijk, zacht, Dat eerste lied, dat mij mijn moeder leerde, En bij dien toon - eens Engels vredegroet - Daalt Vrede soms in 't rusteloos gemoed. 1859. Vorige Volgende