Dichtwerken(1869)–P.A. de Génestet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Waar het meeste wordt geleden. Het knaapje sluimert! maar de moeder aan zijn sponde Bespiedt de onvaste rust van 't krank en lijdend kind; Ach, hoe dat hoofdje gloeit! 't Is alles stil in 't ronde, Doch in heur ziele niet, die vreest, zooveel zij mint. O God, waar hier op aard wel 't innigst wordt gestreden?.... Aan 't kinderziekbed, Heer! Daar buigt ook 't twijflend hoofd Des fieren mans zich neêr met staamlende gebeden; - Geen moeder die niet bidt en in haar God gelooft! Aan 't kinderziekbed, Heer! dáár worstlen in de harten Gedachten, waar het hart voor week wordt, of voor breekt; [pagina 44] [p. 44] Daar lijdt een liefde, die, bij 't foltren van haar smarten, Uw liefde zoeken moet en vurigst tot Haar smeekt. Ook nergens, stil geloof, is deze Liefde u nader, Dan waar uw lijden klimt, bij 't klimmen der gebeên.... Van 't krankbed van ons kroost trekt gij ons hart, o Vader, Ten Hemel uwer kindren heen. 1857. Vorige Volgende