[27 augustus 1851]
U.B. Leiden
afd. Westerse handschriften
Map 1795 VIII bl 100
Aan A.C. Kruseman.
Bloemendaal 27 Aug. 51.
Waarde Vriend,
Nood breekt wet. Beloften zijn wetten en een bundel op de pers is nood. Dit zijn mijn praemissen. Nu ga ik U uitleggen: Bij toeval zijn de twee eerste vellen van mijn aanstaand boeksken dichter in elkaar gedrukt dan nuttig en noodig was; bovendien heb ik vele van mijn vroegere verzen genegeerd. Nu kunt Gij begrijpen, dat ik niets missen kan van 't geen deze zomer heeft opgeleverd. Kraai gaat voor. Tweemaal in één jaar hetzelfde te laten drukken vind ik arrogant - al vindt men ook dat het er door kan: dus moet ik mijn belofte aan de Aurora breken. Het woord klinkt mij zelf hard. Vergeef mij, zoo 't zijn kan om den wil van vroeger bewezen diensten. en onzer vriendschap! aanst. jaar moogt Gij een bijdrage eischen; nu eisch ik dit...s.v.p.! Ik kan van 't jaar niet anders handelen dan ik doe. Waart Gij de eenige nog, dien ik iets moest afstaan, het zou lukken misschien. Maar vLennep? Maar ten Kate? Maar Juf. v. Toussaint?--- o die Almanakken! Waarlijk zij verbitteren mijn leven.(!) Ontfang dit mijn geschrijf in liefde; en geloof mij toch, van harte.
De Uwe
P.A. de Génestet.
in haast.-
ik had bij U willen komen - maar bfn de laatste tijd niet hier geweest en ga Zondag op reis.