Nagelaten brieven

Brief no. 243 Aan J.C.H. Nolet de Brauwere van Steeland

Datum: 3 november 1860

uba

Mijne Heeren,

De ondergeteekenden hebben de eer U te berichten dat zij zich naar aanleiding van den wensch, op 24 September jl. ter gelegenheid van het Tollensfeest^1. te Rotterdam uitgedrukt, hebben vereenigd tot een Hoofdkommissie om de stichting te bevorderen van een gedenkteeken voor Joost van den Vondel^2. in de stad, waar hij geleefd en gewerkt heeft. Het recht en de eer om daartoe bij te dragen, komen niet toe aan de Noord-Nederlanders alleen. Zij behoren aan al wie de taal spreekt of waardeert in welke Vondel zijn onsterfelijke werken geschreven heeft; de taal, waarvan híj meer dan iemand de regels wist vast te stellen; de taal welke in zijn zangen zoo rijk, zoo schoon, zoo welluidend klinkt.

De ondergeteekenden hebben dús op het medegevoel, op de medewerking der Belgen gerekend, en in de overtuiging dat dit hun vertrouwen niet beschaamd zal worden, wenschen zij, dat zich in Belgiën, even als in Noord-Nederland, subkommissies vormen, om in hunne woonplaatsen de giften te ontfangen, tot het verwezenlijken der onderneming bestemd en die aan de Hoofdkommissie over te maken.

Het is den Ondergeteekenden hoogstaangenaam geweest uit de Nieuwsbladen te vernemen, dat deze wensch reeds voor dat hij was uitgedrukt te Brussel was vervuld geworden.

Zij nemen dus de vrijheid zich tot U, mijne Heeren! te wenden, met het beleefd verzoek de door U opgevatte taak wel te willen voortzetten, de giften in te

1. Feest ter ere van de 80ste geboortedag van Tollens.

2. Joost van den Vondel (1587-1679), de zogenaamde Prins onzer dichters.

[p. 199]

zamelen, - ten welken einde door ons, zoo spoedig mogelijk, de noodige Inteekenlijsten zullen worden verstrekt, en voorts met alle gepaste middelen den goeden uitslag der onderneming te bevorderen.

Zij achten het niet ondienstig U mede te deelen, dat zij zich onmiddelijk tot Z.M. den Koning der Belgen^3. hebben gewend met het nederig verzoek dat het Z.M. behagen mocht, in persoon en van Regeering wege, deze zaak te ondersteunen.

Zij vleien zich dat deze hun poging van Uwentwege krachtdadig zal worden geschraagd, daar ter plaatse, waar het behoort.

De Ondergeteekenden hebben de eer U van hunne bijzondere hoogachting te verzekeren.

Uit naam der Hoofdkommissie

J. van Lennep voorzitter

P.A. de Genestet Secr.

G.D. Kölle secr.

Amsterdam
3 November 1860

Adres: Weledelgeboren Heere
Den Heere Nolet de Brauwere v. Steeland
Lid der Vondel-kommissie
te
Brussel.

3. Volgens een schrijven d.d. 29 oktober 1962 uit het Alg. Rijksarchief te Brussel heeft de koning der Belgen geen schenking gedaan als bijdrage voor Vondels standbeeld. Het is mogelijk, dat een schenking bij K.B. heeft plaatsgevonden.