Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 242 Aan A.C. KrusemanDatum: 2 november 1860 ubl
Waarde Vriend,
Mag ik U verzoeken het titelblad van mijn bundeltjen in te richten op deze wijze, Leekedichtjens, Ook geef ik U in bedenking of gij bij de annonceGa naar eind1. niet zoudt te kennen geven dat het grooter deel van het Boekske uit onuitgegeven dichtjens bestaat. Het kon misschien best in dezen form: ‘Oòk de Leekedichtjens vroeger in de Gids en elders verspreid zijn in dit bundeltjen opgenomen’. Ik hecht er aan zoo voor U als voor mij, dat men het boekske niet voor een verzameling van oude rijmpjens houde. De titel ‘Leekedichtjens’ alléen zou het voor den oppervlakkige dus kunnen doen schijnen. Dezer dagen was Tiele bij mij. Hij maakte de opmerking dat de letter van den Christelijken van 't jaar veel kleiner was dan 't vorige - en het proza daardoor minder had uitgeleverd. - Gij hebt wellicht reeds iets van hem ontfangen? Hij was zich van ‘tekortkoming’ bewust - maar de man heeft het dan ook vreeselijk druk gehad! Ik zend U hierbij nog een klein intiem vaersjenGa naar eind2. van mij - ik heb niet anders. 't Zij dan maar een herinneringsblaadjen voor mijne vrienden. - Wilt ge mij een pleizier doen? Och zend mij dan bij de present-exemplaartjens van de Ldichtjens, eenige van die streepjens papier met present van den schrijver - er op gedrukt, om vóor in te plakken. | |
[pagina 198]
| |
De proef van het ‘Voorwerk’ keert spoedig tot U weêr. Ze is nu bij Huet. Is 't vignetjen goed uitgevallen? Uw Aurora ziet er mooi uit. Dank voor 't present-exemplaar.
Met hartelijke groeten Uw liefh. P.A. de G. 2 Nov. 60.
Adres:
|
|