Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 244 Aan A.C. KrusemanDatum: 14 november 1860 ubl
Amst. 14-Nov. 60 Zeer waarde Vriend,
Ik ben voor t'oogenblik zéér tegen eenige vermeerdering van 't honorarium voor den Christelijk. Van 't jaar heb ik maar weinig onkosten, een twintig gulden - en Tiele geloof ik - geene. Alzoo dank voor Uw vriendelijk aanbod. Maar er moet bepaald een verandering komen in de ‘Redactie’ van dat boekske. Ik wil wel zorgen voor de vaersjens, des noods alléén, maar ik moet iemand hebben aan wien ik mij voor 't proza vast kan houden - en goed vast kan houden. Tiele meende ook dat het zóó niet ging en hij te weinig aanbracht. Doch de zaak besprekende, kwamen wij nog tot geen resultaat. Ik wil hem wel als mederedacteur houden - en hij woû ook wel blijven, maar 't moet anders gaan - hoè dan? Wat betreft de Leekedichtjens - houd u s.v.p. voor 't hon. - aan 't geen ik U laatst schreef - maar zoo ge mij wat méér present-ex. wilt geven dan 25, die | |
[pagina 200]
| |
ik eerst vroeg - dan helpt ge mij uit den nood - want ik heb er wel noodig ... Hoeveel? vraagt hier de royale uitgever. Wel 50, ten minste, zeg ik brutaal weg - maar zend mij gerust wat oningebonden daaronder: die kan ik voor sommigen even goed gebruiken! Voorts Gij biedt mij aan U, hier of daar, met de verzending te belasten. Alweêr asjeblieft, zeg ik. Geef dan, namens mij. Te Haarlem een pres. exemplaartjen aan den Heer Quack, wien ik een beleefdheid schuldig ben en gaarne bewijs en aan Ds. Huet. Te 's Hage aan v. Limburg-Brouwer, S.J. van den Bergh, Ds Herman de Ridder. Te Leiden aan Prof. Rauwenhoff, Ds. Maronier, Prof. Pruijs van der Hoeven. Te Deventer aan Prof. van Vloten. Te Delft aan Prof. J. Pijnappel, Ds H. de Veer, Ds Jansen, L. Cohen-Stuart. Te Utrecht aan Prof. Fruin (ik zal er maar geen aan Beets zenden - al woû ik het van harte graag doen!) Te Rotterdam - maar neen, dat kan ik zelf even makkelijk bezorgen. Nu een vraag: Als U ze bezorgt, krijgen die heeren ze dan niet veel later, dan wanneer ik 't zelf doe? Ik heb dat wel eens met pres.ex. ondervonden en daarom vraag ik het maar. Mag ik U herinneren dat er een Exempl. van den Christelijken moet gezonden worden aan Mej. Pauline Gevers, ten huize Mr. Hugo Gevers, kantonrechter, Rapenburg Leiden. Dat is Mary! Den Heer QuackGa naar eind1. heb ik nog niet geantwoord - op zijn epistel tegenover 't Zondagsbl. Ach, ik weet niet hoe of wat ik antwoorden moet - want ik heb al genoeg te doen.
Met veel liefde Uw P.A. de G. P.S. Zoo de Leekedichtjens niet op het laatst van deze week uitkomen - och, laat het dan een dag of tien later worden! Ik moet de volgende [week] uit stad.
Adres:
|
|