Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 233 Aan A.C. KrusemanDatum: 10 oktober 1860 ubl
Amst. 10 Oct. '60. Mijn Waarde Vriend.
Ik zend U hiernevens nog t'een en ander:
1. De laatste verjaardag door G.J. de C.Ga naar eind1. bij het bewuste plaatjen. Proef alléen aan mij. -
2. De Engel bij het grafGa naar eind2., door P.A. de G. bij de gravure naar Scheffer. (Ik had eerst een paaschlied willen dichten, doch het viel mij te zwaar, of liever, 't werd te zwaar voor den Almanak. Daarom werkte ik deze erinnering af - die onvoltooid - als zoovéel - in mijn boekske stond.
3. Twee vaersjens van PiersonGa naar eind3.. Proef aan mij. Martha's Droom (dit is éen van de vaersjens door Wijsman ingezonden. De man droomt zelf als een oud wijf; maar me dunkt, we moesten voor 't debiet en uit christelijke liefde - deze kleinigheid maar plaatsen, schoon ik er eigenlijk het land aan heb. Proef aan mij. Voorts de proef van Hooger-DoelGa naar eind4., door Erica, die, in de poezij altans, ook wel naar hooger streven mocht. - Het vaers van EstellaGa naar eind5. (dat is mooi) zond ik | |
[pagina 191]
| |
met mijn correcties aan de schrijfster, van wie Gij het spoedig terug ontfangt. Van mij-zelven krijgt ge spoedig nog meer. Hoe veel vèl hebben nu al? - A propos in het vaers van Erica heb ik een? gezet bij een regel die onzin is - maar wat moet er staan? Ik heb de kopij niet! Wilt Gij s.v.p. Uw aandacht daar eens op vestigen. Waar blijft vel 8 van de Leeked? Van harte de Uwe P.A. de G.
Adres:
|