Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 161]
| |
Brief no. 197 Aan G.J. de ClercqDatum: 16 oktober 1859 uba
Amsterdam 16 Oct. 59. Beste Gideon,
Wel alle dagen geinformeerd - en meer dan dat - maar nog niet gefeliciteerd, maar nog niet geandwoord op Uw trouwen, blijden, droevigen brief! Het is wat erg, wat heel erg. Maar ach, ik kan er zoo moeilijk toekomen intieme brieven te schrijven, want dat doet mij te veel denken en verzinken te met in de stroomen van diepen weemoed! Als ik het wil doen - stel ik het gedurig weêr uit. Ik schrijf tegenwoordig haast liever aan Geesjen over huishoudelijke zaken, dan aan Gideon over dingen des harten. Diè bespreek ik liever. - Daarom ook nu maar een enkel woord om U en Anna uit naam ook van mijn Lieve, geluk te wenschen met de geboorte van Uw Gerard Matthieu - de namen zijn niet mooi, maar ze zijn goed. Moog hij de beste eigenschappen van die twee, vereenigd eenmaal bezitten. Dat zou een schoon geheel zijn - te schoon, want wij zijn alle zondaars en gebrekkelijk, in velen, naar hoofd en hart - en daarom wees tevreden, als de helft van mijn zegenwensch zich vervult. Zelfs als hij maar op U of Anna veel lijkt (niet heel beleefd zult gij zeggen dat zelfs en dat maar) zal t'een beste Jongen zijn en zullen wij hem veel liefhebben! Het verheugt mijne ziel steeds goede berichten van Moeder en zoon te ontfangen: ik bid God, met een vurige bede, dat alles bij toeneming wèl moge gaan. - Mijn Jongske wordt allerlieflijkst, zoo vriendelijk en fiksch. Hij lacht u toe als ge hem maar aan kijkt - och zijn arme, lieve Moeder! Hoe het haar gaat? De eene dag en nacht is wat beter of slechter dan de andere. Oók meer of minder merkbaar - wordt zij steeds gesloopt. Het gaat langzaam - doch zeker! Adriaan bezoekt mij trouw 's morgens. Ik werk veel, tot afleiding en versterking, en dat vlot nog al. - De kinderen zijn wel; alleen Maria heeft om den anderen dag wat koorts. Fanny, Jane, Dina zijn allen wat ziekjes geweest. koorts, slapte, tic. Onze Moeder houdt zich Goddank, goed - en ik, zoo goed als 't kan. - Van Morgen heb ik een flinke preêk van ModdermanGa naar eind1. gehoord - maar die man spreekt taai - langzaam. - Mijn Christendom lost zich tegenwoordig op in een Uw Wil Geschiede, uitgesproken met een eeuwige hope in het hart. Dit zelfde herinner ik mij, heb ik van de week nog aan iemand geschreven: maar t'is daarom, waarachtig, geen fraze! Alleén ik ben niet altijd christelijk. | |
[pagina 162]
| |
Groet de Hubrechts vooral van mij. Ik ontfing van hem een weldadigen brief, dien ik ook nog niet beandwoordde. Zeg hem, dat ik er zijn schrijven niet minder om waardeerde en dat hij 't nog eens moet doen. Groet Lard en Line. Ook Reville en familie bij gelegenheid. Druk Uw lieve Anna de hand. En kus Uw zoon. Ontfangt beide vele groeten, zegenende groeten, van mijn Jetjen. Vergeet Uw Moeder niet te zeggen, dat wij harer veel gedenken en geloof mij Most truly Yours
|
|